4. Miquel

26 1 0
                                    

Het duurde ongeveer tien minuten voordat ze bij het hoofd-laboratorium waren. De chauffeur stapte uit en opende de portieren. Miquels vader knikte naar de man en liep zonder achterom te kijken richting het lab. Miquel zuchtte, stapte ook uit en liep achter zijn vader aan naar binnen. 

Miquel kreeg altijd een benauwd gevoel als hij het lab in liep. Niet dat het warm was of zoiets, of dat het zo klein was, in tegendeel, het lab was zelfs groter dan de grootste middelbare school die in Rusland stond, misschien wel twee keer zo groot. Het lag gewoon aan het feit dat er altijd een soort mysterieus sfeertje hing. Alsof er ergens duistere geheimen verborgen waren die je allerlei dingen in je oor probeerde te fluisteren. Al met al, zeer verontrustend. 

Zijn vader werd verwelkomd door zijn mede-laboranten en kreeg allerlei formulieren in zijn handen geduwd. Zijn vader raakte in een diepe discussie verwikkeld met een van de andere, een man, maar Miquel had daar geen interesse voor. Hij liep gewoon domweg achter zijn vader aan en pakte een labjas van een kapstok waar ze langsheen liepen. Je mocht vanaf daar namelijk niet verder als je er geen aan had. Zijn vader had er ook een gepakt en scande zijn vingerafdruk. De deuren vlogen open en ze vervolgden hun weg, dieper het lab in.

Zo ging het nog een tijdje door. Zijn opende wel, voor zijn gevoel dan, een stuk of honderd deuren. Miquel was nog nooit in het deel geweest waar hij zich nu bevond. Hij had zo het gevoel dat hij zich in het hart van het gebouw bevond. Overal om hem stonden labtafels met verscheidene spullen erop. Hij wist niet wat het was, maar het zag er nogal apart uit. In de glazen kasten stonden, of eerder lagen, allerlei spuiten met dezelfde lichtgevende vloeistof erin die hij op de tafels in buisjes zag zitten. Hij wist dat het geen zin had om vragen aan zijn vader te stellen, hij beantwoorde ze toch haast nooit, maar toch waagde Miquel de gok. 

“Eh, vader? Wat is dit alles?” Zijn vader draaide zich om en even leek het erop dat hij weer door ging lopen, maar hij leek zich te hebben bedacht. Hij keek zijn zoon observerend aan. “Dit Miquel, dit is de toekomst. Je zult het zo zelf mogen aanschouwen.” Miquel trok een wenkbrauw op, als teken dat hij graag wat meer uitleg wilde, maar die zou hij niet gaan krijgen. Zijn vader vond hem blijkbaar niet meer zo belangrijk, want hij was alweer hevig aan het discussiëren met zijn mede-laborant. Miquel draaide met zijn ogen. Zo ging het dus altijd.

Toen zijn vader iets zij over ‘aanschouwen’ had Miquel zich iets heel anders voorgesteld dan een jongen van ongeveer zijn leeftijd, vastgeketend aan een platvorm. Miquels ogen werden groot van afschuw toen hij zag wat ze van plan waren met de jongen. 

“Bent u gek geworden of zoiets? Je kan toch niet… het is onmenselijk om, om je dingen te testen op mensen!” Miquel spuugde de woorden haast uit. Zijn gezichtsuitdrukking was een mengsel van ongeloof en afschuw jegens zijn vader. Hij had altijd geweten dat hij iets in zijn schild voerde, maar dit had hij nooit van zijn vader verwacht. Hij had altijd gedacht dat hij érgens nog wel een hart had zitten na het overlijden van zijn moeder. Blijkbaar had hij het al die tijd fout gehad. 

“Doe nou niet zo onredelijk Miquel, het is maar een nutteloze wees! Je hebt geen idee wat ik van ze kan maken. Ik heb het ultieme middel geproduceerd jongen, de nieuwe mensheid!” Zijn vader klonk als zo’n cliché super schurk uit een oude tekenfilm. Alleen was wat zijn vader deed echt. 

“Ik kan dit niet toestaan vader.” Zijn stem klonk kalm, maar door zijn woorden kronkelde vuur. Zijn vader glimlachte treurig naar hem.

“Dan ben ik bang dat ik geen andere keus heb.” Zijn vader keek naar de andere laboraten en die knikte naar hem. Een angstig gevoel bekroop Miquel. Iets zei hem dat hij de benen moest nemen, en snel ook. Alleen luisterde zijn voeten niet. Hij bleef stokstijf staan en kon alleen maar vol walging naar zijn vader staren. Ineens voelde hij een scherpe steek in zijn schouder. Hij schreeuwde het bijna uit van de pijn, maar hij wist zich in te houden. Even viel zijn zicht op zwart, maar al snel kon hij weer goed functioneren. Nouja, zijn lichaam dan. Hij wist niet hoe het kon, maar het functioneerde uit zichzelf. Miquel was de macht over zijn eigen lichaam verloren. Zijn vader grijnsde. Miquel had zijn vader nooit zien grijnzen. 

“Nou Miquel, aangezien jij ons vanaf nu gaat helpen in het lab, mag jij onze wees daar zijn behandeling geven. Kom de spuit maar halen.” Miquel probeerde zich uit alle macht te verzetten, maar zijn lichaam wandelde al op zijn vader af. Zijn hand (was het nog wel zijn hand?) pakte de spuit beet en hij begon richting de jongen te lopen. Miquel schreeuwde het van binnen uit, maar het hielp niks. Hij stak de spuit in zijn arm en duwde hem in. De wees begon te stuiptrekken en niet veel later maakte hij geen enkele beweging meer. Hij hoorde zijn vader iets zeggen dat leek op ‘toch te zwak’, maar Miquel luisterde er niet naar. Er was zojuist iemand gestorven en hij was de schuldige. 

Zijn vader riep dat hij moest komen. Hij reageerde vrijwel onmiddellijk, zonder nog eens naar de jongen te kijken. Het leek alsof hij vast zat in zijn eigen lichaam. Hij was bang dat hij nooit meer zichzelf zou worden.

RebornWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu