Hoofdstuk 3 'De waarheid...'

737 41 2
                                    

Ik reed op de oprit van mijn oom zijn huis, ik stapte uit de auto en ik stond voor zijn voordeur en ik belde aan al snel deed hij de deur open.

'Caleb.' Zei ik en hij gaf me een knuffel.

'Ik ben blij dat je langs kon komen.' Zei hij zacht.

'Kom binnen. Kom binnen.' Ik liep hem achterna hij heeft zijn huis best ouderwets ingericht. Hij wees naar de fauteuil dat ik moest gaan zitten ik knikte en ik ging op de koperkleurige fauteuil.

'Ik ga even wat ophalen voor je.' Zei hij wat warrig.

'Wat dan?' Zei ik nieuwsgierig en ik kantelde mijn hoofd.

'Dat zie je zo, Reign, nieuwsgierigheid heeft altijd in jouw aard gezeten, nietwaar?' Zei hij met een gemene glimlach.

'Ik ben er zo weer, doe alsof je thuis bent.' Ik knikte naar hem en ik schonk hem een glimlach.

Even later hoorde ik hem boven wat rommelen en mopperen. Na wat er is gebeurd voelt oom caleb zijn huis ook aan als mijn tweede huis... Oom Caleb en ik kunnen het goed vinden wij zijn ook de enigste familie die zo dicht bij elkaar wonen een deel van de familie woont in Canada en ook nog een deel woont in Duitsland en het andere deel woont in Zeeland ver weg van Caleb en mij dus. Ik zag een foto van mijn moeder ik liep er naartoe en ik pakte de foto op hier was ze nog een stuk jonger begin 30 jaar, kan je ook wel zien aan de kwaliteit van de foto dat het een tijdje geleden is dat die foto is gemaakt. Een stukje verder staat ook nog een foto een foto die ik kan herinneren die werd genomen ik was toen 11 jaar mijn moeder zij dat ik als een fotomodel mocht spelen ik was er aardig enthousiast over. Ik pakte de foto op en een ongevraagde traan gleed over mijn wang heen ik weet het nog precies mijn moeder zat links van mij en mijn vader rechts van mij we trokken gekke bekken. Een glimlach verscheen op mijn gezicht.

'Mooie tijden..' Zei ik zacht ik wreef met mijn duim over de foto heen.

Achter deze foto staat er een foto van mijn tante Lydia, tante Lydia is 7 jaar geleden overleden aan een kwaadaardige tumor. Mijn ogen richtte weer op de foto met mijn ouders.

'Wat was jij daar nog klein..' Ik zuchtte ik zette de foto terug en ik draaide me om naar mijn oom hij had een doos vast waar een rug van een boek uitstak.

'Wat zit daar in, Caleb?' Ik keek hem nieuwsgierig aan.

'Daar komen we zo op, maar eerst. Wat wil je drinken?'

'Een kop koffie?' Caleb lachte zachtjes.

'Ik heb ook cappuccino in huis, met wat slagroom?' Ik keek hem aan met een grote glimlach hij kent mij zo goed.

'Ik vind het goed.' Lachte ik.

Hij zette de doos op de eettafel. Even later kwam hij terug met twee cappuccino's met slagroom. Ik glimlachte.

'Wil jij voor mij even twee onderzetters voor mij klaarzetten?'

'Natuurlijk.' Ik pakte twee glazen onderzetters en hij zette de cappuccino's er op. Hij liep naar de doos en pakte hem op en zette hem op de koffietafel ik keek aandachtig in de doos.

'Wil je ook een koekje erbij?' Ik knikte in het negatieve.

'Echt niet? Ik heb lekkere reuzemergpijpen.' Ik lachte.

'Nee, dankjewel ik moet thuis nog eten.'

'Goed dan.' Hij ging tegenover mij zitten.

'Pak eens een voorwerp eruit.' Hij wees naar de doos die boek waarbij de rug uitstak interesseerde mij wel ik pakte het boek er uit en er stond groot op. ¨De Waarheid¨ Ik keek er met een opgetrokken wenkbrauw na.

The Bloody Fairy TalesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu