17

81 2 0
                                    

Wanneer ik thuis kom zet ik voor het eerst in dagen mijn telefoon weer aan en meteen krijg ik allemaal meldingen van Twitter, Instagram en veel berichten.

Ik open mijn berichten en zie een paar van Louis en Niall. Ik open die van Louis en krijg een brok in mijn keel.

Louis: ciara? Heb je je telefoon aan?
Louis: Baby het spijt me
Louis: het spijt me zo verdomd erg

Ik schud mijn hoofd en verwijder ze. Ik trap hier niet nog een keer in. Niall vraagt hoe mijn vlucht was en of ik veilig aan ben gekomen. Ik beantwoord hem snel en loop dan naar mijn kamer. Ik adem de vertrouwde lucht in en spring languit op mijn bed. Eindelijk weer thuis. Ik voel me nergens zo fijn als thuis. 

Dan gaan mijn gedachten weer terug naar Louis. Ik kan maar niet stoppen met aan hem denken. Ik wil hem zo graag vergeten en gewoon weer doorgaan met mijn leven, maar op een of andere manier blijf ik terugkomen bij Louis. 

Misschien had ik hem uberhaupt al niet moeten vergeven voor het feit dat hij me liet zitten in een restaurant en ik vervolgens verkracht werd, omdat hij niet meer terug kwam. Misschien had ik toen al een stok achter de deur moeten zetten en hem moeten vergeten. Dan was dit nooit gebeurd. Of misschien zijn we wel helemaal niet 'meant to be' en passen we helemaal niet bij elkaar. 

Ik zucht en draai me om. Ik had gewoon helemaal niet mee moeten gaan op tour, dan was mijn leven in ieder geval nog een stukje makkelijker geweest. Ik zit nu dan wel met Yara en ga ik waarschijnlijk weer gepest worden, maar alles beter dan die ongemakkelijke momenten met Louis, toch..?

Of had ik wel moeten blijven?

Mijn brein blijft maar doordenken en doordenken en ik word er gek van. Had ik daar moeten blijven of heb ik de goede beslissing gemaakt? Ik weet het niet meer.

Ik pak een pyjama uit mijn kast en trek hem aan. Daarna ga ik mijn bed weer in en trek ik mijn dikke, beschermende deken over me heen en sluit ik mijn ogen. 

Bijna val ik in slaap, tot ik opschrik van mijn telefoon die begint te rinkelen. Ik grom geïrriteerd en neem op zonder te kijken wie het is. 

"Ciara?" hoor ik Louis vragen. Ik zucht. Shit. Here we go again. "Wat?" vraag ik nors, Louis is op dit moment wel de laatste met wie ik wil bellen. "Het spijt me echt heel erg, Ciara. Ik meen het oprecht. Ik had die dingen niet mogen zeggen, echt niet, maar ze vlogen mijn mond gewoon uit door mijn woede," legt hij uit. Ik blijf even stil. Meent hij dit? Liegt hij? "Nou het is nu te laat. Het kan me niet schelen dat die woorden je mond uitvlogen door je woede, het is gewoon niet oké. Ik heb je al eerder een tweede kans gegeven en meer geef ik niet." zeg ik resoluut. Nu blijft hij even stil.

"Maar ik hou van je," zegt hij en vlak daarna hoor ik een snik. Mijn adem stokt en het lijkt even of ga ik flauwvallen. "W-wat zei je," vraag ik beverig. "Dit kan niet Louis." Met die woorden hang ik op. Dit gesprek heeft me veel te veel energie gekost. Meteen belt hij me weer terug, maar ik weiger en zet mijn telefoon op stil. 

Ik leg mijn hoofd weer op mijn kussen. Alle slaap die ik net nog had is volledig verdwenen en ik lijk stijf te staan van de adrenaline. Mijn gedachten slaan op hol en ik wil het keihard uitschreeuwen. Ik kan dit niet. Ik ben niet geschikt voor relaties of uberhaupt een liefdesleven. 

Tegen beter weten in pak ik mijn telefoon weer en bel ik Louis terug. Meteen neemt hij op. "Ciara," zegt hij verbaasd. "Meende je het?" vraag ik zacht, bijna fluisterend. "Ik wil de waarheid," voeg ik eraan toe. "Ik meende elk woord wat ik zei. Ik hou echt van je, oprecht. Ik heb denk ik nog nooit zoveel liefde voor iemand ontwikkeld in zo'n korte periode," zegt hij. 

Ik blijf stil, niet wetend wat ik moet zeggen. Is dit het moment waarop ik hem evergeef en doodleuk gewoon nog een kans geeft, of geef ik dit echt op?

"Ik moet hierover nadenken. Geef me wat tijd, ik bel je binnenkort denk ik wel op, of niet," zeg ik. Ik hoor hem opgelucht ademhalen. "Maar waag het niet me ooit nog zoiets te flikken, want dan maak ik je af."

De volgende ochtend maakt mijn moeder me al vroeg wakker. Geïrriteerd kijk ik haar aan. "Je moet weer naar school, Ciara. Je bent weer thuis, dus dat betekend ook dat je weer je oude leventje op moet pakken." Ik schud mijn hoofd. Waarom ben ik terug gekomen? Nu moet ik Yara weer onder ogen komen. Wat zal ze vandaag doen? 

En dus zit ik anderhalf uur later weer in de klas. Tot nu toe is er nog niets gebeurd, maar ik blijf op mijn hoede. Wie weet wat mensen hier van plan zijn. Ik kijk naar Yara, die met haar vriendinnen aan het praten is. Af en toe kijken ze me sluw aan, waardoor ik weet dat ze het over mij hebben. 

De leraar komt binnen en meteen is iedereen stil. Zijn ogen vallen op mij en hij glimlacht. "Nou dames en heren, Ciara Horan is weer terug," zegt hij opgewekt. Een paar klasgenoten kijken gniffelend mijn kant op. Ik geef de leraar een klein glimlachje en al snel begint hij met de les. 

Veel te snel is het alweer pauze. De ergste momenten van school. Ik vlucht het lokaal zo snel ik kan uit, zodat ik bij de wc's ben voordat Yara en haar groepje me te pakken kunnen nemen. 

"Waar ga jij zo snel heen, biggetje?" hoor ik haar gemene stem achter me. Ik blijf stil staan en draai me langzaam om. "Het was niet slim van je om hier weer terug te komen. Je had het toch zo naar je zin bij je domme broertje?" Ik slik. "Je lelijke, domme broertje." Ik bal mijn vuisten. Als ze mij beledigd, sure, maar niet mijn broer. Kwaad kijk ik haar aan. "Wat nou? Ben je nu boos? Mag ik je stomme broer niet beledigen?"

Ik was er klaar voor om haar een pak slaag te verkopen, maar in plaats daarvan ontspan ik mijn handen. Ze is het niet waard. Ik wil me niet tot haar niveau verlagen. Plus, de laatste keer dat ik iemand wilde slaan eindigde het ook niet fantastisch.

Ik schud mijn hoofd langzaam en kijk haar recht in haar ogen. "Je bent het niet waard, Yara," zeg ik rustig. Ik draai me om en wil weglopen. Zodra ik een stap zet word er van achter aan m'n haar gerukt. Ik gil van de pijn en pak de hand vast die mijn haar vast heeft. "Auw! Laat me los! Je doet me pijn!" Ze geeft nog een laatste ruk en laat me dan los. Samen met haar groepje loopt ze trots weg. Ik zak op de grond via een paar kluisjes en leg mijn handen tegen mijn achterhoofd. Stekende pijn schiet door mijn hoofd. Er rollen een paar tranen over mijn wangen.

Mietje!

Ondertussen lopen er allemaal andere leerlingen langs me. Niemand kijkt me aan. Ik had net zo goed onzichtbaar kunnen zijn.



Sister of...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu