Hoofdstuk 66

601 39 23
                                    

NU OF NOOIT

'Ik wil niet veel zeggen, maar over vier dagen moet jij al terug op je werk zijn en liever bespreek ik zoveel mogelijk hier, en niet aan de telefoon.'

'Maar moet dat echt nu?'

'Ja, Newton. Schiet op.'

'Oké, maar beter wachten jullie tot ik terug ben: ik was aan het winnen!'

'Eigenlijk heb ik de rest ook nodig. Of een paar.'

Iedereen viel stil.

Het was een frisse avond in de basis. De zon hing al laag en het oranjerode licht wierp zich door het bladerdak heen en liet langgerekte schaduwen achter. Krekels klonken in de bomen. Het haardvuur knetterde bij hen. Piper had net haar kaart op willen leggen om het kaartspel te winnen.

'Ivan en Yara.' Ida wenkte. 'Jullie ook.'

Ze wisselden een blik met elkaar. Er trok een kleine prikkeling van nerveusheid door haar heen. Het zou misschien niet gaan over het plan dat de vorige keer gesproken was, maar zo wel, dan betekende dat dat ook haar vrienden in een levensgevaarlijke missie betrokken zouden worden.

Yara drukte haar kaarten in Lucy's handen. Ida liep al weg. Ze keek Ida even na.

'Nou, hopelijk krijgen we weer een missie.' Zei ze tegen Ivan. 'Ik verveel me dood.'

Ivan lachte. 'Hopelijk.'

Maar toen hij naar Pipers gezicht keek, werd zijn lach aarzelend en toen Piper vlug glimlachte, werd zijn lach nog aarzelender. Hij keek haar aan met zo'n blik die haar vertelde dat hij haar te goed kende om in haar glimlach te trappen.

'Oké, eh- Piper won.' Zei hij toen. Hij legde zijn kaarten neer. 'Laten we gaan.'

Er waren mensen die Piper niet vaak in de vergadertent zag en dat vertelde haar één ding: deze vergadering was serieus. Vaak liepen er mensen in de basis rond die zich niet bemoeiden met de missies maar het leven in de basis draaiende hielden, dan weer vertrokken naar de hoofdbasis en geruild werden door een andere groep. Ze waren allemaal volwassen en wisten hoe ze met wapens moesten omgaan, hadden af en toe wat flauwe of vieze grappen, maar konden hard werken en waren direct en duidelijk.

Ze stapten een beetje onwennig binnen. Ida stond op haar gebruikelijke plaats.

'Ga daar maar ergens staan.' Ze gebaarde kort naar een lege plaats bij het tentdoek. Alle drie schuifelden ze op hun plaats.

De spanning in de ruimte was te voelen. Elke blik was als een onzichtbare trilling die door de ruimte trok, verder zoemde in de lucht, en daar bleef hangen - als een grote, donkere wolk. Yara wisselde een blik met Piper, maar Piper keek weg; wat moest zij ze ook eigenlijk vertellen?

'Ik wil dat iedereen duidelijk in zijn hoofd heeft wat hun rol is, wat er gedaan moet worden en hoe we te werk gaan.' Zei ze. 'De hoofdbasis weet hier al van, maar we gaan elke hulp nodig hebben die we kunnen krijgen.'

Het was even stil. Yara en Ivan verloren hun losse houdingen. Ze moesten aan Ida's toon horen dat er opeens geen tijd meer was voor kaartspellen.

'Ik wil een strategisch, geordend plan. Ik wil ideeën, ik wil brainstormen, ik wil alles horen wat jullie te zeggen hebben en ik wil dat we paraat staan met een waterdicht plan waar iedereen tot in de fijnste details van af weet, ja?' Ida keek de tent rond. 'Ik wil dat iedereen in deze ruimte bereid is om zijn leven te geven voor het leven van miljoenen.'

Yara en Ivan wisselden een blik. Piper staarde slechts naar haar schoenen omdat ze precies wist waar Ida's woorden op sloegen.

'Eh-'

Het SysteemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu