Hoofdstuk 46

719 62 59
                                    

FRANSE MUZIEK

✦ ✦ ✦

De Dwalers proestten het uit van het lachen.

Piper stond daar, in de vergadertent, radeloos en besluiteloos naar Ezechiël, de raadsman en drie andere Dwalers te staren terwijl zij lachten om het woord "samenwerken". Ivan leek onzeker. Nikolaj, Ida en Ricardo leken weinig hoop meer te hebben.

Piper wachtte tot ze uitgelachen waren. Ezechiël was degene die het eerst klaar was. Hij bekeek Piper vermaakt.

Schudde zijn hoofd.

'Maar kijk,' begon Piper, 'wij willen hetzelfde. Wij willen de muren ook laten vallen.'

De raadsman keek plotseling op. Zijn lach was abrupt weggesmolten.

'Jullie willen Het Systeem stelen?'

Alle Dwalers stopten met lachen. Hun blikken vertrokken vijandig. Zelfs Ezechiëls grijns verdween even.

'Nee.' Zei Piper vlug. 'Nee, nee - dat zeg ik niet. Ik- ik moet er uit, snap je? En jullie willen erin. Dus... we willen allebei dat de muren vallen, maar wij hoeven Het Systeem niet. Die mogen jullie hebben.'

De raadsman fronste. Hij leek niet te snappen wat Piper bedoelde.

'Maar jij bent de sleutel.' Zei hij. 'Waarom zou jij eruit willen?'

'Dat maakt niet uit.' Zei Piper - bij gebrek aan een betere uitleg. 'We ruilen, ja? Jullie mogen erin, wij eruit. Ik zal jullie helpen als jullie de grenzen terug geven.'

De Dwalers zwegen. Ze keken Piper achterdochtig aan. Pipers ogen gleden richting Ivan. Hij leek net zo besluiteloos als zij. Ze hoopte onwillekeurig op een idee van hem; zo één die iedereen in de ruimte kon verbazen, maar ook hij zweeg. Waarom had hij dan ook niet die belachelijke sleutel kunnen zijn? Hij zou er waarschijnlijk veel beter in zijn dan Piper.

'Anders werk ik niet mee.' Zei Piper. 'Dan houden we Het Systeem voor eeuwig. Dan is het voor altijd van ons.'

Ezechiël kneep zijn ogen samen. Het was alsof er een schaduw over zijn gezicht viel. Hij leek haar woorden niet te waarderen; helemaal niet.

'Dan pakken we het af.' Zei de raadsman.

'Dan zullen de muren niet vallen.' Zei Piper. 'Dan komen jullie er nooit binnen. Ik ben de enige die kan helpen. Jullie hebben mij nodig; ik jullie niet.'

Ezechiël bleef haar even aanstaren. Hij kneep zijn ogen lichtjes samen en rekte wat seconden voor hij zich naar de raadsman draaide, die op een bevel van hem leek te wachten. Ezechiël gebaarde iets. De raadsman sprak terug in de taal die Piper zo vreemd in de oren klonk. Ze hoorde een paar keer hetzelfde woord: 'El Sistema-' en dan een hoop gebrabbel dat zich als een reeks aan geluid door haar oren bewoog; waar de woorden ophielden en begonnen, wist ze niet. De rest van de Dwalers sprongen ook in het gesprek. Pipers ogen gleden naar Ida.

Ida knipoogde bemoedigend.

Ze ontspande een beetje. Wat ze gezegd had, was immers waar; de Dwalers wilden iets van háár, maar zij hoefde niets van hen. Zij stond op dit moment in een positie tegenover de Dwalers waarin ze zichzelf boven Ezechiël kon stellen. Hij was degene die iets zou moeten opgeven om te krijgen wat hij wilde; zij niet.

Ezechiëls blik was donker. Hij had zijn handpalmen plat op de tafel gelegd en staarde Piper aan alsof ze zijn aartsvijand was. Piper probeerde zich wel bewust te blijven van haar houding, probeerde zich wel te concentreren op het volhouden van dit plan, maar voelde toch echt een stemmetje binnenin haar gillen van angst.

Het SysteemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu