Louis pov
Ik open de deur en loop naar binnen om vervolgens de deur weer dicht te doen. De bedrijfsleider zit met z'n rug naar me toe. 'Hallo' zeg ik dan maar. De man draait zich om. BAM. Een klap in mijn gezicht. Mag ik omdraaien en wegrennen? Mag ik huilend op de grond zakken? Mag ik hem vasthouden en...? Met opengevallen mond staar ik naar hem. Ook hij ziet er verbijsterd uit. Ik probeer iets te zeggen maar er komt geen geluid uit mijn keel. 'Jij...hoe...wat...jij...' stamel ik. Harry kijkt me nu aan met een strak gezicht. Ik kan mijn ogen niet geloven. Het helpt ook niet echt dat hij er beter uitziet dan ooit. Bijvoorbeeld, zijn groene ogen zijn nog groener, zijn wimpers langer en zijn lippen voller. 'Harry...' fluister ik. 'Hallo Louis.' Er klinkt geen enkele emotie in zijn stem. Hij ziet dat ik m'n mond open doe maar schud zijn hoofd. 'Jíj hoeft me niets te zeggen. Volgens mij heb je dat al genoeg gedaan.' Dan loopt hij langs me het kantoor uit. Ik ruik een lekker parfum. Ik ga op de stoel zitten. Nog steeds verbijsterd. Ik had niet verwacht hem zó en zo snel te vinden! Hij leek niet blij om me te zien though. Tranen wellen op in mijn ogen maar ik veeg ze weg. Niet nu! Waar is hij naartoe? Ik moet met hem praten, nu! Maar een tijdje later komt hij weer binnen. 'Dus jij komt hier werken?' Ik knik. Ik ben een beetje bang van hem. Hij lijkt qua innerlijk niet op de Harry die Ík ken. 'Lewis, waarom ben je hier.' Auw. Hij weet mijn naam best. Ik ga hem er niet op wijzen maar ik ga hem wel de waarheid vertellen. 'Je gelooft me toch niet.' Hij rolt met zijn ogen. 'Goed dan. Ik ging jou zoeken.' 'En dat moet ik geloven?' 'Ik zei het.' Weer rollende ogen. 'Ik kwam jou zoeken want ik moet dingen uitleggen.' Boos kijkt hij me aan. 'Dat moet je zeker ja!' Ik ben in shock. Wat is er met hem gebeurd. Hij draagt alleen maar zwart en heeft of een emotieloos of kwaad gezicht. 'Ik,' 'weet je. Ik hoef het niet te horen. Ga toch lekker naar je vriendin toe!' 'We zijn niet samen! Nooit geweest ook!' Hij lijkt 2 seconden verbaasd maar dan ongelovig. 'Dan kan je anderen misschien wijs maken maar mij niet.' 'Geloof me toch!' Roep ik, misschien iets te wanhopig. 'Moet ik jou nog geloven? Geloven nadat je zei dat je van me hield om me vervolgens uit te schelden, te slaan en weg te gaan met de vrouw die me weken vasthield?' Als hij het zo zegt... 'ja.' Hij gaat zitten. 'Ga toch weg. Het is nutteloos echt!' Ik schud mijn hoofd. 'Nee. En aangezien jij de leider bent hier moet jij me informatie geven.' Hij lijkt geërgerd. Dan is zijn gezicht weer uitdrukking loos. Hij staat op en loopt naar me toe zodat hij voor me staat. Wtf? Hij is langer dan mij. Wanneer is dat gebeurd? Hij buigt zich naar me toe zodat ik zijn adem op mijn gezicht voel. 'Weetje. Ik ga je niet vergeven. Dus je kan beter naar huis gaan en mij met rust laten voordat je je hart breekt met hopeloze pogingen. Want weet je. Daar ben je erg goed in, harten breken.' Vervolgens loopt hij van me weg en geeft me wat papieren met informatie erop. Dadelijk moet ik beginnen met de dossiers van de patiënten te sorteren en netjes maken. Alle informatie is op één hoop gegooid en ik moet er voor iedereen een net geheel van maken. Dat is oké. Ik kijk naar Harry die naar zijn laptop staart. 'Moet ik...' 'ga!' Ik knik en loop langzaam naar de deur.Eenmaal buiten kijk ik waar ik heen moet. Nergens staat het erop Dus ik moet maar weer naar de receptie voor informatie. Mijn hoofd duizelt. Ik heb Harry gevonden maar hij lijkt me te haten. Waar hij alle reden toe heeft though. Ik slik zachtjes. Margot komt weer mee. 'Dat is nou mijn baan.' Grinnikt ze. Dan ziet ze mijn hoofd. 'Wat is er? Geloof me. Je kan eerlijk tegen mij zijn!' 'Weet je nog dat ik zei dat ik mijn relatie nogal verpest heb?' Ze knikt en dan lijkt ze het opeens te begrijpen. 'Harry?' Ik knik. 'Ik kwam naar Amerika voor hem. Maar, hij haat me. Wat ik snap maar. Het doet pijn.' 'Zeker omdat je hem elke dag gaat zien.' Ik knik. 'Ik weet ook waarom hij zo emotieloos is Margot. Dat komt door mij. Ik brak zijn hart en door alle pijn, nou ja. Dat wil hij niet meer. Dus verbergt hij z'n emoties. Hij is er bang voor.' Ze knikt en kijkt meelevend. 'Ik hoop voor je dat alles goed komt met jullie.' 'Ik ook.' Zo, zo verschrikkelijk erg.