4. Candy

642 32 5
                                        

Mijn hele lichaam doet pijn. Helse pijn. Maar ik laat niks merken. Wie zou me geloven? Wie zou me helpen? Op school wordt ik weer nagestaart. Ik heb weer die kousen aan, maar met een rokje erboven. Ik heb mijn vestje niet uitgedaan, waardoor mijn buik nu zichtbaar is. Ik ben toch broodmager. Ik kan het lichamelijk niet aan. Ik strompel door de aula, nagestaart en uitgelachen. Ik ga niet naar mijn kluisje. Ik weet dat Lars, Mark, Katie en Aya me daar opwachten. Ze wachten maar tot gym vanmiddag, als ze me zo graag in elkaar willen trappen. Ik heb het koud, ik ben zonder jas aan vertrokken. 'Vader' en 'Moeder' waren vanochtend thuis. Overal op de grond lag alcohol, gebroken glas, kapot meubilair en gerookte sigaretten. Op de bank lag een comdoom en één van 'Moeders' slipjes. Ik pakte mijn spullen en ben gelijk vertrokken. De 2 sliepen nog, maar ik blijf niet in dat huis. Na school naar Poekie. Na school naar mijn beste vriend.

"Ey Sletje, wat zie je er weer mooi uit vandaag! " roept Katie overdreven. Ik geef geen aandacht aan haar en blijf toekijken hoe iemand de basketbal in de ring gooit. De gymleraar zag dat ik pijn had, en ik hoefde niet mee te gymen. Daardoor zit ik dus nog wel in dat vestje en die rok. De 4 spelen badminton, en roepen gemene dingen tegen me. Als de gymleraar er dreigt iets van te merken, spelen ze lief verder.

Zonder dat ik het doorheb, gaat Mark naast me zitten. De andere 3 kijken vals toe. Ik voel Marks arm om me heen. "Hey Sletje, waarom doe jij nou niet mee? " zegt hij vals. "Last van me rug" mompel ik snel. "Hé verdorie. Neem ik eindelijk een ballonnetje voor je mee, moet de slet weer gewond zijn" grinnikt hij gemeen. Hij stapt op en loopt weer naar zijn vrienden, die haast doodgaan van het lachen. Ik bijt weer op mijn onderlip. Met mijn armen om mijn middel heen kijk ik naar beneden. Mijn haar hangt voor mijn ogen. Het bijten helpt niet, er rolt een traan over mijn wang. De traan landt op mijn schoen. De 4 lopen op me af. "Ey Sletje wat is er nou? Nee, zit Sletje te huilen!?" zegt Lars pesterig. Ze gaan naast me zitten en duwen me heen en weer. "Sletje? Het Sletje? " blijven ze maar roepen. Met alle kracht die ik heb hou ik mijn tranen binnen. En gelukkig maar. De gymleraar komt naar ons toe. "Wat gebeurt hier? Laat haar met rust, nu!" zegt hij. Ik zou hem wel om de hals kunnenvliegen, als de 4 mopperend weglopen. De gymleraar slaat een arm om me heen. Ik leg mijn hoofd op zijn borst. "Ik ben niet lekker" mompel ik. "Moet ik je naar huis brengen? " bied hij aan. Ik schud mijn hoofd en sta op. "Goed, zie ik je volgende week weer? " zegt hij. Ik knik, en glimlach even naar hem. De gymleraar is misschien de enige man die een beetje om me geeft in deze wereld.

Ik ren het laatste stuk langs het spoor. Er ligt een dik pak sneeuw, maar ik blijf rennen. Als ik de hut in kom, zie ik Poekie liggen op de deken. Hij kijkt me aan met zijn mooie groene katten ogen, alsof hij zegt dat hij er voor me is. Een traan rolt over mijn ogen, als ik de kat zie. De pijn schiet als een klap binnen. Poekie staat op, alsof hij ruimte voor me maakt. Ik kruip naar binnen. Binnen is het lekker warm. Meer tranen rollen over mijn gezicht. Poekie komt troostend bij me zitten. Ik aai hem, terwijl ik een bakje kattenvoer voor hem tevoorschijn haal. Ik zet heg naast me neer, en Poekie begint kalm te eten. Ik pak een schrift onder het eten vandaan. Mijn dagboek. Uit mijn schoudertas haal ik een pen, lijm en een vannacht genomen foto die op de tafel lag. Het schrift id mijn dagboek. Ik schrijf er al mijn hele leven in. Alles wat er in mijn leven is gebeurt. Ik zoek een open bladzijde op, en plak de foto erin. En ik begin te schrijven. Over alles van gister. Over "de nationale schoolslet", over de dronken gasten, over de 'Doen' opdracht....

Het is al aardig donker als ik weer terugkeer in de hut. Thuis heb ik al mijn kleren, schoolboeken, wat eten, wat geld, wat bijzondere spullen en al het overige opgehaald. Ik heb een hele voorraad kattenvoer klaar staan, voor tenminste 3 maanden. Ik leef wel samen met Poekie. Poekie doet me geen pijn. Hij houdt van me, en ik van hem. Ik heb al eerder in dd hut geslapen. Toen was ik 10. Toen was Poekie er nog niet. 'Moeder' had me in een dronken bui het huis uit gestuurd, en ik heb een weekend in de hut doorgebracht. Dat kan ik nu ook. Het is toch weekend, dan komen er gasten en zijn ze naar feestjes. Voor ik de hut in ga, kijk ik naaf een voorbij schietende trein. Zat Katie daar nou in? Nee, dat kan niet. Ik heb het me vast verbeeld. Anders hoop ik het. Ik kruip naar binnen, waar Poekie me opwacht.

Candy, dat ene meisje.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu