21. Alles weer zoals het was

41 5 0
                                    

Het gebouw begint ook langzaam te trillen, net zoals Kyan. Voor mijn ogen zie ik het tralies langzaam verdwijnen, alsof het wegsmelt. Het verdwijnt in het niets! Om me heen verdwijnen ook alle andere tralies tot dat ik gewoon weer in een lege ruimte sta. Ik kijk verbaasd om me heen en zet een aantal stappen vooruit om er zeker van te zijn dat hetgeen wat ik gezien heb wel echt gebeurd is. Dan begint de hele ruimte plots nog heftiger te trillen. Het lijkt sterk op een aardbeving maar dan onophoudelijk. Ik kijk angstig toe hoe er stenen uit de muren beginnen te vallen. Steen na steen verdwijnt totdat er zo veel gaten in de muren zitten dat ik er haast zeker van ben dat hij ieder moment in kan gaan storten. Ik kijk radeloos omhoog. Voor Kyan kan ik niks meer doen, ik kan hem met geen mogelijkheid bereiken. Met pijn in mijn hart besef ik me dat mezelf in veiligheid brengen op dit moment het belangrijkst is. Als dit hele gebouw instort, ziet het er voor mij in de kelder niet best uit. Mijn hart klopt in mijn keel als ik opzoek ga naar een uitweg. Ik kan natuurlijk via de deur gaan maar die is meters van mij vandaan en ik heb geen idee waar ik dan uit kom en waar ik daarna heen zou moet.
Dan valt mijn oog weer op de gaten in de muur. Ze zijn zo groot geworden dat er een mens doorheen zou kunnen kruipen. En dat brengt me op een idee. Misschien niet het beste idee, maar het is wel het enige wat me op dit moment zou kunnen redden.
Terwijl de grond onder me trilt trek ik een sprintje naar de muur. Met al mijn krachten trek ik me op aan een richel en hijs mezelf door het gat heen. De stenen voelen ruw aan en maken schaafwonden op mijn knieën maar dat geeft niet. Mijn sprong naar beneden is gelukkig niet al te groot, de kelder is gelukkig de laagste verdieping. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik al die dagen spieroefeningen gedaan heb.
Als ik om kijk zie ik dat zijn fort inderdaad gigantisch is. Minstens 5 verdiepingen hoog en verschillende torens met uitkijkposten en vlaggen. Het steekt imposant af tegen de rest van de omgeving die er maar verwaarloosd uitziet. Het gras is dor en nergens zie ik ook maar een vorm van leven. Geen vogel of eekhoorntje, zelf geen vlieg! Ook zie je bijna geen bomen of struiken. De paar bomen die er nog wel staan, zien er eerder uit als een hoopje brandhout. Verder zitten er overal kuilen en gaten in de grond die er voor zorgen dat je maar moeilijk een pas kunt zetten zonder het risico je enkel te verzwikken. De enige kleuren die je ziet zijn donker en grauw. Deze plek lijkt in de verste verte niet op het platteland waar ik eerder was om Kyan op te zoeken. Het is een helse donkere plaats geworden waar ik de kriebels van krijg.

Met grote ogen kijk ik toe hoe het fort langzaam afbrokkelt. Ik zie stenen naar beneden vallen alsof het regen is maar vlak voordat ze de grond aan kunnen raken verdwijnen ze in een soort regen van vonken. Voor mijn ogen zie het het gebouw langzaam verdwijnen. Dan besef ik me met een schok dat er daarbinnen waarschijnlijk nog honderden mensen zijn die op dit moment gevaar lopen. Mijn moeder, Fred, mijn vrienden en allemaal andere onschuldige mensen die zo'n vreselijk einde niet verdienen. Ik luister gespannen. Misschien kan ik gillende of schreeuwende mensen horen. Misschien kan ik nog wat mensen helpen! Maar het enige wat ik hoor is hoe het fort zichzelf langzaam afbreekt. Geen schreeuwende mensen die naar buiten komen rennen of roepen om hulp. Niks.
Ik blijf verbaasd staan toekijken en na 2 minuten, of misschien zelfs minder, staat er alleen nog maar een deel van de onderste 2 verdiepingen overeind en nergens is puin te zien. Als uiteindelijk ook de laatste paar stenen verdwenen zijn sta ik alleen op een open veld. Ik slaak een zucht van verlichting als ik in de verte de ongedeerde gestalte van Kyan zie. Hij hangt weliswaar nog steeds in de lucht, maar er lijkt verder niks aan de hand te zijn.
Dan steekt er opeens een harde wind op waar ik spontaan kippenvel van krijg. Gelijk merk ik dat de wind een nieuw proces in gang zet. Het zo even nog dorre gras veranderd nu voor mijn ogen in vers, groen gras. Sprietje voor sprietje verkleurd het en ik kijk verbaasd toe hoe ook de bomen langzaam weer groene bladeren krijgen en de dorre struiken plaatsmaken voor struiken met bloemen met de prachtigste geuren en kleuren. Ook zie ik hoe er uit het niets nieuwe bomen en struiken verschijnen en dat de donkere wolken plaats maken voor een blauwe, heldere lucht. De zon schijnt nu helder aan de hemel en zorgt er meteen voor dat het minder koud is. In de verte zie ik een groep vogels vliegen die ik met een lach op mijn gezicht na kijk. Ik zie hoe kleine huisjes aan de horizon zichzelf opnieuw opbouwen en hoe er weer kleine madeliefjes en klavertjes in het gras groeien. Wat er voorheen eerst als een deprimerende plek uitzag is nu weer een vrolijke weide geworden. Precies zoals de plek er eerst uitzag voordat Kyan er te werk was gegaan. Ook krijg ik mijn oude kleren weer terug. Het voelt zo ontzettend vertrouwd en fijn dat ik spontaan een schaterlach laat horen. Het gebeurd allemaal zo snel dat het net lijkt alsof iemand een video terugspoelt.
Dan zie ik een eindje verderop hoe Kyan's lichaam minder licht is gaan geven. Het gouden licht wordt steeds zwakker totdat het meer een soort gloed is. Als ook zijn lichaam langzaam begint te dalen ren ik vlug naar hem toe. Ik hou hem nauwkeurig in de gaten en merk dat met elke centimeter die hij dichterbij komt, zijn omtrekken steeds duidelijker worden. Langzaam daalt hij neer op het gras als of hij op een bed ligt. Hij ligt onbeweeglijk met zijn ogen nog steeds gesloten, de enige beweging die ik zie is het trillen van zijn oogleden. Aarzelend ga ik naast hem zitten. Dichtbij genoeg om hem in de gaten te houden maar ook veraf genoeg voor het geval er ineens iets vreemds gebeurd.
Dan stopt ook het trillen van zijn oogleden en dooft de gouden gloed compleet. Het enige wat ik nu nog zie is een kwetsbare Kyan die er echter dan ooit uitziet. De zenuwen gieren door mijn lichaam als ik met iedere vezel in mijn lichaam hoop dat hij zijn ogen weer open zal doen. Het zal toch niet zijn dat ik hem nu kwijt ben? Niet nadat ik dit alles heb aanzien. Dit was allemaal zo ongewoon dat het gewoonweg niet mogelijk is dat Kyan nu... Ik wil de zin niet eens afmaken in mijn hoofd. Het is te gruwelijk om er over na te denken. Ik begon net te geloven dat ik hem weer een beetje terug kreeg.
Bezorgd kijk ik nogmaals naar het roerloze lichaam dat naast me op de grond ligt. In stilte zit ik denk ik wel 5 minuten naast hem terwijl er ergens in mijn achterhoofd de gedachte rondspookt dat het misschien wel verspilde tijd is. De stilte begint haast ondragelijk te worden maar dan schieten Kyan's ogen ineens wijd open en haalt hij rochelend adem. Van schrik val ik achteruit en bezeer ik mijn elleboog in een poging om mijn val te stoppen. Maar ik lach opgelucht. Kyan leeft nog!

Achter Slot en Grendel {VOLTOOID}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu