3. Een chagrijnige ochtend

70 5 0
                                    

De volgende dag lig ik al om 6 uur 's ochtends met wijd-open ogen in bed. Ik kon gisteravond de slaap al niet vatten omdat ik lag te piekeren en nu ben ik ook al zo vroeg wakker. Het is me niet gegund. Ik zal halverwege de dag waarschijnlijk al weer ontzettend moe zijn. Ik kan mezelf nu al garanderen dat ik vandaag vroeg naar bed ga.
Vergeefs probeer ik weer in slaap te komen zodat ik misschien nog een klein beetje rust kan krijgen. Ik draai mijn hoofd naar het donkerste hoekje van de kamer en trek de deken ver over mijn hoofd. Het enige wat ik hier mee bereik is dat ik ontzettend ga zweten. Helaas, na een half uur van woelen heb ik nog steeds geen succes en ben ik niet eens meer een heel klein beetje moe. Het is nutteloos om nu nog in bed te blijven liggen want zelfs de kleinste dingen leiden me af en irriteren me. Voor mijn gevoel fluiten zelfs de vogels te hard en dus ik ga chagrijnig rechtop in bed zitten. Zodra de dekens van me af vallen loopt er een koude rilling over mijn rug. Ik krijg sterk de behoefte om weer te gaan liggen met de dekens opgetrokken tot aan mijn kin maar mijn laatste beetje warmte is al weg en dus sta ik met tegenzin op. Als mijn voeten de grond raken gaat er een nog grotere golf van kou door me heen. 'Niet vergeten het matje naast mijn bed te leggen als ik terug uit school kom.' zeg ik ter herinnering voor mezelf.

Nu ik toch zoveel tijd over heb kan ik net zo goed gaan douchen, bedenk ik me. Zo vlug mogelijk, zodat ik het niet te koud krijg, raap ik alle spullen bij elkaar die ik nodig heb. Een handdoek, een washandje en mijn kleren. Dan snel ik zo zachtjes mogelijk naar de badkamer, hopend dat ik niemand wakker maak. In de hallen ligt nog geen tapijt dus plakken mijn voeten onaangenaam aan de grond. In het halfdonker vind ik al snel mijn weg naar de badkamer.
De badkamer is nog niet volledig ingericht zoals het grootste gedeelte van het huis. Overal staan nog aparte doosjes waar alle shampoo en crèmepjes in zitten. In een van die doosjes vind ik mijn eigen shampoo. Ik gebruik al bijna 4 jaar hetzelfde merk, ik hou van deze shampoo. Hij ruikt naar aardbeien, mijn favoriete fruit, en hij zorgt er voor dat mijn haar glanzend, sterk en zacht blijft. 
Het duurt even voordat ik door heb hoe onze nieuwe douche werkt maar uiteindelijk kan ik dan, na een gevecht met de doucheknoppen, toch lekker onder het warme water gaan staan. Ik knap er aardig van op en voel me gelijk een stuk frisser als ik het warme water over mijn rug laat spoelen.
Als ik klaar ben ga ik naar beneden. Ik ben natuurlijk nog steeds te vroeg maar ik zie dat mijn moeder ook al wakker is. Zou ik haar wakker hebben gemaakt? En dat terwijl ik heb nog zo mijn best gedaan om stil te zijn. Mijn moeder heeft donkere wallen onder haar ogen die er uitzien alsof ze al meerdere dagen niet goed geslapen heeft. Het ziet er eerlijk gezegd zelfs ongezond uit. Het is me eigenlijk nog nooit opgevallen. Waarschijnlijk heeft ze de wallen altijd verborgen met make-up die ze iedere ochtend zo zorgvuldig aanbrengt en zelfs aan haar humeur valt vaak niets te merken.

Voorzichtig loop ik verder maar besluit nog even niks tegen mijn moeder te zeggen want ze heeft me nog niet gezien. Vreemd, het lijkt net alsof ik voor haar onzichtbaar ben.
In de keuken maak ik zo langzaam mogelijk mijn brood klaar in een poging om wat tijd te rekken. Ik twijfel over welk beleg ik wil kiezen en ik besluit uiteindelijk voor kaas te gaan, dat is altijd goed. Veel meer keus was er eigenlijk toch niet, iemand moet nodig boodschappen gaan doen.
Ik pak mijn bord en ga naast mijn moeder op de bank zitten aangezien de stoelen van de keukentafel nog in het plastic zitten. Mijn moeder heeft nieuwe bestelt die beter bij het interieur van dit huis passen. Mijn moeder schrikt op van mijn plotselinge aanwezigheid. 'Hoi mam, goedemorgen.' Groet ik haar maar ze geeft geen antwoord en staart me alleen met glazige ogen aan. 'Heb je goed geslapen?' vraag ik dan nog voor de vorm, het antwoord is me eigenlijk al wel duidelijk. Mijn moeder mompelt iets onverstaanbaars wat nog het meest lijkt op 'Ja, het zal wel.' Ik vraag me af wat er met haar aan de hand is en ik eet in stilte mijn ontbijt op terwijl ik haar vanuit mijn ooghoek in de gaten hou. We zeggen niks meer tegen elkaar.
Als ik klaar ben met eten ruim ik mijn bord op en kijk ik op de klok die nu tijdelijk op een kast staat. Over 20 minuten moet ik op school zijn dus ik besluit dat het tijd is om me klaar te maken voor vertrek. Het moet niet zo zijn dat ik na al dat tijdrekken toch nog te laat kom. Ik pak mijn boeken uit een doos op tafel en doe ze in mijn tas die aan de kapstok hing. De tas voelt zwaar aan nu. Op het moment dat ik mijn schoenen aan wil doen, komt Fred naar beneden. Met een slaperig hoofd kijkt hij de kamer rond, ontdekt mijn moeder op de bank en schuifelt naar haar toe. Zijn sloffen bedekken maar de helft van zijn voeten en zijn badjas staat half open. Niet perse iets waar ik graag naar kijk dus focus ik me op mijn schoenveters.
Mijn moeder staat vlug op, verliest daarbij bijna haar evenwicht en loopt daarna richting het toilet. Ik weet niet wat ze daar wil gaan doen, het toilet beneden werkt nog niet helemaal goed. Misschien hebben Fred en mijn moeder gisteravond ruzie gehad of zoiets want het lijkt er op dat ze hem probeert te ontwijken. Ik besluit me er verder niet drukker om te maken dan nodig is. Ik schiet in mijn jas en zwaai mijn rug zak over mijn schouder. De band snijd pijnlijk in mijn schouder maar dat negeer ik. Tijd om naar school te gaan!

De korte wandeling naar school is erg saai. Er is op een paar andere scholieren na geen enkel teken van leven in de straten en er zijn bijna nergens auto's te zien. Als je ze wel ziet, rijden ze vaak niet harder dan een paar kilometer per uur. Een slakken gangetje dus. Het is zo ontzettend stil dat het voor mijn gevoel wel zondag lijkt. Echt veel te stil voor mij, ik ben de drukte van de grote stad gewend. Maar deze stilte geeft me wel de gelegenheid om in alle rust eens na te denken over wat er vandaag op school fout kan gaan. In het ergste geval haat iedereen mij, laat ik mijn lunch vallen in de pauze, ben ik ineens slecht in alle vakken, kom ik te laat in de les en kom ik verder niet levend terug van school. Ergens moet ik wel om mezelf lachen bij deze gedachten. In het beste geval mag iedereen me gelijk, inclusief de leraren, en krijg ik een hoop vrienden waarmee ik in de pauze een lunchtafel kan delen. Ook al is dit een waarschijnlijker scenario, toch kan ik de vervelende kriebels in mijn buik niet onderdrukken.

Dan sta ik al veel te snel voor de schoolpoorten. De grote ijzeren hekken stijgen hoog boven me uit en intimideren me. Er loopt een rilling over mijn rug ondanks dat het helemaal niet zo koud is. Achter deze hekken ligt het schoolplein wat er niet erg uitnodigend uitziet. Het is kaal met hier een daar een enkel bankje. Achterin zie ik ook nog een boom staan maar daar houdt het ook op. Ik besef me nu dat ik van geluk had moeten spreken op mijn oude school. Daar waren helemaal geen hoge hekken en was alles veel vrolijker aangekleed met bloemen en gezellige picknicktafels, daar voel je je veel meer welkom.
Een heleboel leerling zijn al aanwezig en hebben zich verzameld in verschillende groepjes die her en der over het schoolplein zijn verspreid. Natuurlijk. Dat viel te verwachten, het schooljaar is immers al begonnen en deze mensen kennen elkaar waarschijnlijk al vanaf de brugklas. Als ze daarvoor niet al buren zijn geweest of hun ouders bevriend waren met elkaar. Ik pas er totaal niet tussen bedenk ik me met grote spijt. Ik kan nog zo mooi en vriendelijk zijn, ik zal altijd "de nieuwe" zijn omdat mijn ouders vroeger niet met die van hun in 1 zandbak hebben gespeelt.

De grote klok boven de deur geeft aan dat de bel ieder moment kan gaan en dus ik ren zo vlug als ik kan, zonder al te veel aandacht te trekken, richting de receptie. In de aanmeldingsbrief die ik heb gekregen, stond dat ik me daar kon melden voor wat algemene informatie. Het werkt niet echt. Door mijn vreemde loop-ren tempo zie ik vanuit mijn ooghoeken dat er een aantal leerlingen zijn die me aanstaren. Ik ben blij als ik binnen ben en de zware deur achter me dicht kan trekken. Binnen is het enigszins benauwd maar beter dan buiten waar de wind mijn haren door de war heeft gemaakt. De vrouw achter de balie kijkt me met een grote glimlach aan alsof ze me al verwachtte. Ze zit zo stil dat ik bijna zou denken dat ze al 10 minuten naar de deur heeft zitten kijken, het ziet er zelfs een beetje eng uit.
'Uhm... Hallo.' Mompel ik wat opgelaten terwijl ik verder naar voren schuifel. 'Ik ben nieuw op deze school. Jessica Veen is de naam.' zeg ik en ik kan het eindelijk opbrengen om de vrouw achter de balie aan te kijken, ze staart vriendelijk terug en ik zie dat ze een beetje uitgelopen mascara heeft. Ik snap niet wat er met me aan de hand is. Sinds ik hier ben durf ik helemaal niks meer, ik ben continu verlegen en wil ik het liefst niet gezien worden zodat ik geen gesprekken hoef te voeren met mensen die ik niet ken. En dat terwijl ik gisteren mezelf nog wel heb voorgenomen om me nergens iets van aan te trekken! Op mijn oude school gedroeg ik me wel anders, het tegenovergestelde om precies te zijn. En dat is pas vier dagen geleden! Ik besluit hier en nu om mijn houding wat op te krikken en iets van de oude Jessica terug te halen. Ik hou mijn hoofd omhoog en vecht me hier wel doorheen!
'Goedemorgen, wat leuk dat je op deze school komt!' De receptioniste praat uitgelaten en haar warme glimlach werkt aanstekelijk. Je zou bijna denken dat hij permanent op haar gezicht geplakt is. Ik glimlach terug en zet mijn laatste passen richting de balie. Mijn schoenen maken een piepend geluid op de gladde vloer. Ik leun met mijn armen op de balie en de vrouw begint tussen wat papieren te rommelen en in laatjes te zoeken. Het ritselende geluid verbreekt de stilte die er in deze kleine ruimte hangt. Na een paar minuten houdt ze een klein bundeltje, bij elkaar gezochte papieren in haar hand. Een rooster, een kleine plattegrond van de school, een reclamefoldertje als promotie voor de school en nog wat andere dingetjes die ik allemaal zo snel mogelijk in mijn tas prop. Ze legt me alle routes naar mijn lokalen uit en overhandigd me de sleutel van mijn kluisje. Ik krijg nummer 320, een mooi rond getal. Ik wordt er vrolijker van dan waarschijnlijk de bedoeling was.

Dan gaat de bel. Het is een hard, schel geluid en ik schrik er van. De vrouw glimlacht nog een keer en zegt 'Ik hoop dat je het naar je zin zult hebben.' Dan wendt ze haar blik van me af en gaat ze verder met iets anders alsof ik het kantoortje al uit ben. Ik mompel nog vlug een dankjewel en merk dat ik precies hetzelfde hoop. Dan glip ik het kleine kantoortje uit, terug naar buiten, terug de kou in, op weg naar mijn eerste les. Wiskunde.

Achter Slot en Grendel {VOLTOOID}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu