Ik werk verder aan mijn huiswerk en zeg een tijdje niks meer. De stilte voelt niet ongemakkelijk, het voelt eerder alsof ik dit al tijden doe. Dan, na een paar minuten, zegt Kyan 'Om eerlijk te zijn heb ik nog niemand ontmoet die ik leuk vond.' Ik kijk hem verbaasd aan. 'Over je vraag van net.' Zegt hij lachend en ik kan de kuiltjes in zijn wangen weer zien. 'Ooh... Hoezo niet?' vraag ik zo beleefd mogelijk ook al kan mijn hoofd geen goede zinnen meer vormen. Ik had geen antwoord meer verwacht.
'Nou vooral omdat de meeste mensen van me wegrennen zodra ze me zien. Ik zit in dat kistje hè.' Zegt hij alsof hij me er aan probeert te herinneren. Zijn blik glijdt er somber naartoe. 'Ja.' denk ik. 'Dat is niet iets wat ik zomaar vergeet.' Ik heb het enorm met hem te doen. Het lijkt me ontzettend eenzaam om eeuwen achter elkaar alleen opgesloten te zitten. Ik kijk op van mijn werk en probeer oogcontact te maken. Met zijn lichtblauwe ogen kijkt hij me al aan dus het is niet zo lastig. Ik bloos en ruik een vleugje van honinggeur.
Dan voel ik opeens een vlaag van boosheid door me heen gaan, het is al de derde keer vandaag. Ik wil naar hem schreeuwen, boos wegstampen en de bladzijdes van mijn boek er een voor een uitscheuren en uit het raam gooien. Zo erg is het. Weer voel ik het kokende gevoel vanbinnen. Ik knijp hard zo in mijn pen tot mijn vingers er wit van zien en probeer mezelf er aan te herinneren dat ik me had voorgenomen om niet meer zo kwaad te worden. Waar komt die verdomde boosheid toch steeds vandaan? Dit is toch geen moment om boos te worden? Stemmingswisselingen kunnen het niet zijn, daarvoor is het veel te heftig. Ik blijf strak naar mijn boek staren en vergeet compleet dat Kyan er ook nog is. Na minder dan 30 seconde is de boosheid weer weg en kan ik me weer ontspannen.
'Even de chagrijnig momentje?' hoor ik Kyan begripvol vragen en ik vang weer een vleugje rozengeur op. Als ik hem aankijk zie ik dat zijn ogen van geïrriteerd naar verbaasd gaan en dan pas naar begripvol. Vreemd, zijn blik past helemaal niet bij de toon van zijn stem. Het maakt me verward en ik knik alleen. 'Als je even weg wilt rennen mag het wel hoor.' zegt hij dan, maar ik schud mijn hoofd. Weer die verbaasde blik. 'Ik had mezelf voorgenomen om niet meer weg te rennen als ik kwaad was. Of het nou wel of niet door jou komt.' leg ik hem uit.
'En waarom zou je dat doen?' De vragen die hij stelt vind ik maar vreemd. Wat maakt het nou uit waarom ik die beslissing gemaakt heb? Het is toch juist iets goeds?
'Nou omdat ik je aardig vind. Ik wil gewoon niet steeds boos weg hoeven lopen. Dus daarom doe ik mijn best om zo kalm mogelijk te blijven. Ik ben graag bij je in de buurt.' geef ik toe. Het is de eerste keer dat ik het met zo veel woorden uitleg en het voelt beter dan verwacht. Misschien is het dan toch niet zo'n slecht iets.
Het laatste wat ik verwachtte was dat hij opeens op zou staan. Ik had daarvoor steeds naar mijn boek gekeken dus ik had niet gemerkt dat hij was opgestaan totdat ik op keek en hij er niet meer was. Ja, natuurlijk is hij geluidloos. Ik merk er niks van als hij zich verplaatst. Er daalt weer een golf van teleurstelling over me heen. Zijn gezichtsuitdrukking is ontzettend grimmig. Hij staat doodstil tegenover me en voor een paar seconde lijkt het net alsof ik naar een lege huls staar. Het is maar voor even, dan wordt zijn uitdrukking alleen maar neutraal, doods bijna.
Dan hoor ik beneden, vanuit het niets, mijn moeder schreeuwen. Ik sta zo vlug op dat ik er duizelig van wordt. Terwijl ik nog steeds sterretjes zie, hoor ik buiten ook schreeuwende stemmen. Als ik naar buiten kijk zie ik 3 mensen in een gevecht. Verward schud ik mijn hoofd. Zo'n groot gevecht had je toch aan moeten horen komen? Verschillende discussiërende stemmen of misschien een schreeuw. Was ik dan zo verdiept in mijn gesprek met Kyan of op mijn huiswerk?
Nu hoor ik beneden ook van alles misgaan. Ik hoor mijn moeder boos de trap op stormen en ik hoor de sloffende voetstappen van Fred volgen. Mijn moeder schreeuwt dingen naar Fred die ik liever niet wil herhalen en ik hoor Fred wanhopig zijn excuses aanbieden in een poging mijn moeder te sussen. Ik hoor een snik als mijn moeder weer in discussie gaat omdat ze het niet eens is met "wat Fred allemaal uitkraamt".
Dan raak ik in paniek. Wat als ze naar boven komen? Dan zien ze Kyan! Vlug richt ik mijn blik op hem. Hij heeft een scheef, geheimzinnig lachje op zijn gezicht. Plotseling ruik ik weer een sterke honinggeur die de geur van rozen compleet doet wegvagen. Waar komt die toch steeds vandaan? Ook zijn ogen worden weer donkerblauw. Op dat moment, tussen alle chaos, zie ik plotseling een verband. Het feit dat zijn ogen van kleur kunnen veranderen vond ik altijd al wel een beetje vreemd. Het was bijzonder en het maakt hem tot wat hij is, maar pas nu besef ik me dat de kleurverandering tot nu toe altijd samen gaat met verandering van geur. Waar hij normaal altijd een soort rozengeur heeft, ruikt hij, als zijn ogen donkerder worden, naar honing. De enige vraag nu is: waarom veranderen zijn ogen van kleur?
JE LEEST
Achter Slot en Grendel {VOLTOOID}
Fantastik❤️Watty's Award Winner Paranormal! ❤️ *COMPLETED STORY* De sleutel tot iemands hart vinden is erg romantisch, maar wat nou als je op een dag de sleutel van iets anders vindt. Iets wat net zo goed je leven op zijn kop zet... ~~~ Als Jessica na een ve...