1 - De coma.

972 15 15
                                    

Daar zit ik weer. Langs het bed. Mijn hand in de zijne. Met tranen in mijn ogen.

Het is al een jaar geleden. Een heel jaar. Een heel jaar loop ik al rond zonder mijn prachtige vriendje. Een heel jaar ben ik al zwaar depressief. Een heel jaar leef ik in angst dat hij misschien nooit meer wakker zou worden.

'Meneer, ik moet u vragen om naar huis te gaan' zegt de verpleegster zachtjes. 'We zullen bellen als er iets veranderd'

Ik leun naar voren en druk een kus op zijn lippen voor ik opsta. Ik geef de vrouw een neppe glimlach, waarna ik de kamer uitloop.

Ik haat ziekenhuizen. Het is er altijd zo stil en alle mensen die er liggen herinnering me aan Louis.

Ik loop het ziekenhuis uit en stap in mijn auto. Ik start hem en rijd meteen aan. Ik kijk een naar de weg en rijd naar huis. Ik parkeer de auto en loop naar de voordeur. Er loopt een traan over mijn wang en ik open de deur.

Ik en Louis zouden dit huis samen kopen, we hadden er al naar gekeken. Tot hij dat verschrikkelijke ongeluk had.

*Flashback*
'Ik ben er, een beetje laat maar ik moest afsluiten' zei Louis die vrolijk binnenkwam. Het was zijn zusje haar verjaardag. Ik zou komen en al Lottie haar vriendinnetjes zouden ook komen. Al waren haar vriendinnetjes niet gekomen.
'Waar is iedereen?' vroeg Louis verbaast.
'Ze zijn niet gekomen' zei ik zachtjes.
'Brenna geeft ook een feestje' zei Lottie zachtjes en Louis zucht. Zijn ouders waren toen ook niet thuis, al waren ze dat eigenlijk nooit vanwege het werk. Louis ging op zijn hurken langs Lottie zitten en glimlachte.
'Dan maken wij er gewoon een leuke avond van' zei Louis. 'Eerst gaan we pizza eten en dan naar de kermis'
'En een ijsje halen!' zei Lottie vrolijk.
'Dan een ijsje' lachte Louis en Lottie sprong meteen op om haar jas te pakken.
'Brother of the year' glimlachte ik en ik zoende hem op de mond.
'Ielw' zei Lottie nog waardoor we allebei grinnikte.
'Kom, we gaan naar de kermis' zei Louis vrolijk en hij pakte mijn hand.
Onze vingers waren in elkaar gevlochten, toen we over de kermis liepen. We hadden al 2 jaar een relatie en schaamde ons niet voor onze geaardheid.
'Ben je moe, Lot?' vroeg Louis toen Lottie moest gapen.
'Ja, kunnen we een ijsje halen en dan naar huis?' vroeg Lottie.
'Tuurlijk' zei Louis en we liepen naar de ijskraam. Louis betaalde 3 ijsjes en Lottie werd nog gefeliciteerd door de vrouw.
'Harry? Wil je me tillen?' vroeg Lottie nog toen we richting de weg liepen.
'Tuurlijk' antwoordde ik en ik tilde haar soepel op. Louis was ondertussen voor ons uitgelopen en stond bij het verkeerslicht. Ik zag dat het groen werd en Louis liep alvast door, aangezien we maar 10 meter achter hem liepen. Ik zag een auto aan komen en mijn hart maakte een sprongetje.
'Lou! Kijk uit!' riep ik nog maar het was al te laat. De auto reed met volle vaart door en schepte Louis. Hij viel op de grond terwijl de auto snel doorreed.
Tranen stroomde over mijn wangen toen ik mijn vriendje zo op de grond zag liggen. Ik was er meteen heen gerent en er stonden al meer mensen om ons heen.
'Bel een ambulance!' riep ik snel en veel mensen grepen meteen naar hun telefoon, terwijl ik naar mijn vriendje keek, die bewusteloos op de grond lag.
*Einde Flashback*

Die middag was ik er meteen achter gekomen dat hij in een coma was geraakt. Ik was opgelucht, maar ook doodsbang. Wat als hij niet meer wakker zou worden?

All over again...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu