Hoofdstuk 5

1.4K 89 11
                                    

Mijn ogen knipperen in het felle witte licht. Een schim beweegt ergens in mijn ooghoek en ik hoor haar vaag praten.
'Ze heeft een winterstorm overleeft, ha, wat geweldig.' De stem klinkt jong en ergens ook vrolijk. Ik probeer mijn ogen verder te openen maar het lijdt tot een hoestbui. Hoe? Dat weet ik ook niet.
'Oh, ze is wakker.' De meisjesstem klinkt opgewonden en de schim komt dichterbij terwijl mijn ogen steeds verder opengaan.
'Goedeavond lieve schat.' Ik kijk voorzichtig in de richting van het geluid. Er staat een jonge vrouw in een witte jurk met een strak corset en een uiteenlopende rok. Ik kom rustig overeind en kijkt verbaasd naar de vrouw.
'Verbaasd?' zegt ze terwijl ze de kussens goed legt tegen een witte muur. Ik lig in een bed. Een bed in een vensterbank. Ik lig zowat in het raam.
'W-wie bent u?' vraag ik verbaasd. De jonge vrouw maakt een rondje en haar lange bruine haren zwieren mee.
'Ik, ik ben Maria, de winterkoningin.' Haar stem is kalm en ik kijk vol verbazing naar haar.
'Wat?' roep ik verbaasd. Het klopt niet. Dit is niet echt, er bestaat geen winterkoningin. Ik droom, ik droom, ik droom.
'De winterkoningin, ja. En jij, Avaline, de overlever. Bent mijn nieuwe linkerhand, hofdame van dit rijk.' 'Wat?' roep ik nog een keer.
'Zo, je bent erg enthousiast merk ik.'
'Nee,' zeg ik. 'Nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee.' Maria schudt haar hoofd heen en weer.
'Of extreem verward dat kan ook,' zegt ze nuchter.
'Waar ben ik?'
'In WinterWonderland.' Paniekerig kijk ik om heen. Alles is wit, alles.
'Nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee,' schreeuw ik. 'Dit kan niet, waar zijn mijn ouders, mijn vrienden?' Maria trekt haar wenkbrauwen op.
'Je was kalmer toen je bijna dood was. Je mag wat dankbaarder zijn jongedame,' zegt de koningin streng.
'Ik wil best dankbaar zijn, dankuwel voor het redden maar waar.... en....kan ik terug?'
'Terug? Waarom zou terug willlen?' vraagt Maria verbaasd. Ik slik kort, wat was er aan de hand? Was dit een zieke grap?
'Kan ik terug?' Dit was waar Daniel het over had. Dit is waar hij het over had.
'Je kan pas terug bij de volgende sneeuwstorm. Maar dat kan nog maanden of misschien zelfs jaren duren...' zucht Maria.
'Oh mijn god...' Ik begin te trillen. Ik ben in een gehele andere wereld. Waar sneeuw ligt, waar mijn familie niet is. Waar mijn vrienden niet zijn. Er biggelt een traan over mijn wang en zacht begin ik te snikken.
'Meisje toch.' Maria gaat naast me zitten en trek me tegen haar aan.
'Je gaat het hier heel goed hebben hoor, er zijn maar weinig mensen die de sneeuwstorm overleven. Maar jij kon het, je bent speciaal hier.' Ze wrijft troostend over mijn bovenarm. 'WinterWonderland is niet zo slecht. Je bent waarschijnlijk moe, dat maakt meisjes van jouw leeftijd erg emotioneel.' Het lijkt alsof Maria niet door had dat ik huilde om de gedachte dat ik niet naar huis kon, niet naar mijn familie, wat moet mama ongerust zijn. Met de gedachte aan mijn moeder begin ik harder te huilen.
'Stil maar, het komt wel goed.' We blijven een paar minuten op het bed zitten en wanneer ik het gevoel heb dat mijn tranen op zijn laat Maria mij voorzichtig los.
'Droog je tranen lieverd, want het leven gaat nou eenmaal verder.' Ik wrijf met de rug van mijn hand mijn tranen weg en droog met mijn mouw mijn ogen.
'Eerst moeten we van je rare kleren af zien te komen. Dus.... ' Maria staat op en opent de op glas lijkende kamer deur. Ik kijk vlug de kamer rond en zie dat er nog een bed staat. De kamer is ongeveer net zo groot als die van een woonkamer.
'Furie, kan jij de openhaard aanzetten?'
'U gaat mijn kleren verbranden?!' roep ik verbaasd.
'Ja natuurlijk. Die kleren trekken de verkeerde mensen aan. Dat moet niet.'
'En moet ik dan naakt rondlopen?' vraag ik ontzet. Maria barst in lachen uit.
'Natuurlijk niet schat. Het is alleen lang geleden dat ik een hofdame heb gehad.' Ze denkt even na en begint dan te glimlachen.
'Ik kan de kleermakers vast wat kleren laten maken. Jij moet eerst even lekker in bad, je haar uitkammen en ze misschien ook wel laten knippen. Ze zijn wat te lang.' Ik pak de punten van mijn haar beet. Ze zijn inderdaad lang en het komt bijna tot aan mijn achterste maar afknippen?
'Dus uitkleden jij, dan maak ik een bad klaar.' Maria gaat naar de kamer hiernaast en ik wacht tot ze weg is. Mijn verdriet is omgeslagen in verbazing en lichtelijk angst. Ik ga hier niet blijven. Voordat ik op kan staan komt Maria mijn kamer weer binnen.
'Nog niet omgekleed?'
'Je was echt nog geen minuut weg,' stamel ik.
'Ah, je dacht eraan om weg te gaan, deed je niet?'
'N-nee.'
'Niet liegen, Avaline. Het is een natuurlijk reactie, maar ik zou je één ding zeggen: Als je weet weg te komen, er is niemand hier die naar je gaat zoeken, er is niemand hier die je ergens binnenlaat om te schuilen, hooguit zou sterven door de wolven die je opeten of de zwarte ridders die een zwaard door je hart prikken.' 'Z-zwarte ridders?' 'Dat leg ik later uit, maar snap je wat ik bedoel?' Vluchten heeft geen zin, ja dat begrijp ik. 'Ik begrijp het,' zeg ik zacht. 'Mooi, en nu uitkleden want je bad is al klaar.' 

Na een, eigenlijk best wel lekker warm, bad te hebben gehad loop ik weer de slaapkamer in waar ik wakker werd met een handdoek om me heen geslagen zodat die als jurk dient. Maria sorteert wat kleren op het tweepersoonsbed bed in het midden van de kamer.
'Dit is mijn bed,' zegt Maria kalm.
'In de vensterbank is jouw bed.' Ik kijk vlug naar het bed waarin ik wakker werd. Nu pas viel het me op dat het raam gigantisch is en het bed dus ook. Het bed dient eigenlijk als vensterbank. De gordijnen vallen achter het bed en komen waarschijnlijk helemaal tot de grond.
'Mag... mag ik even uit het raam kijken?' vraag ik kalm.
'Ga je gang,' zegt Maria glimlachend. Rustig loop ik naar het raam toe en kijk vol verbazing naar buiten. Vanuit het raam heb je prachtig uitzicht op een grote stenen stad, veel schoorstenen die branden. Je kan vanuit het raam uitkijken over alle daken. 'Wauw, wat zitten we hoog,' zeg ik verbaasd.
'Dat is Winter, de hoofdstad van WinterWonderland en ook de enige stad die je ooit zal zien van WinterWonderland.' Ik knik en blijf uit het raam staren.
'Nou, kom kom, ik heb hier wat betere kleren voor je.'
'Waar zijn mijn andere kleren?'
'Verbrand,' zegt Maria schouderophalend.
'Je maakt een grapje, right?' Ze schudt haar hoofd.
'Ik heb iets beter, om te beginnen met dit.' Ze gooit met een setje met ondergoed en een bh.
'Dat lijkt me wel zo fijn.' Vlug trek ik dat aan en daarna gooit ze me een soort van hemd toe. Nadat krijg ik lange jurk in mijn arme gedrukt, die aan de bovenkant wit is en jurk is een mengeling van de kleur koper en bruin. Ik trek die aan en Maria maakt de knopen en rits aan de achterkant dicht.
'En een corset, dat is beter anders lijk je zo dik.' Geschokt kijk ik haar aan.
'Niet dat je dik bent, maar ach...' Ze pakt een wit corset uit haar kast en doet hem me om. Ze trekt hem erg strak aan en bindt de touwtjes vast.
'Beter, niet waar?' Ik kijk voorzichtig in de spiegel.
'Wauw...' Er staat ineens een heel ander persoon voor de spiegel. De jurk laat me langer lijken en de corset dunner. Ik voel me ergens elegant en ergens... niet mezelf.
'En nu je haar.'
'Die gaan we niet afknippen!' Maria zucht.
'Vooruit, ik maak wel een knotje.' 

'Ziet er toch veel beter uit?' Ik sta voor de spiegel voor de laatste keer. Mijn haar is gevlochten en er zit een nette knot in.
'Het is niet... wat ik ben.'
'Nou zolang je hier bent blijft er niet veel Ik over, en geloof me, dat is ook beter.' Maria geeft me een klopje op de schouder.
'Nou... nu heb ik honger. Volg mij Avaline...' Ze staat abrupt stil.
'Ik vind je naam eigenlijk helemaal niks.'
'Je wilt mijn naam veranderen?'
'U lieve schat, ik ben wel je baas hé.'
'Ik volg het niet meer...'
'Ik leg alles uit aan tafel, wat vind je van de naam Amora?'
'Houd het maar bij Avaline,' zeg ik.
'Mmh, ik ga er toch even over denken. Volg mij.' 

MissWinterWonderland {Voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu