Hoofdstuk 2

1.8K 99 17
                                    

'Hehe, jullie zijn er.' Grijnzend kijkt Frederik mij aan.
'De sneeuw heeft alle wegen bedekt, je kan amper zien waar je heen loopt.' Ik sluit de voordeur achter mij dicht en ik zie Alice een sigaret opsteken. Haar witblonde haren vallen niet op door de witte sneeuw. 'Ik dacht dat je moest stoppen van je moeder,' zegt Daniel terwijl hij zijn handen in zijn zakken steekt.
'Ja, maar zie je mijn moeder hier ergens?' We kijken om ons heen.
'Ze staat daar,' zegt Frederik bloedserieus en verschrikt draait Alice zich om.
'Godverd de... Frederik, niet grappig.' Frederik barst in lachen uit en slaat zijn arm om de schouders van Alice.
'Ik heb ook helemaal niks aan jou,' snibt ze.
'Nee klopt,' grinnikt hij.
'Jongens voordat we helemaal gaan beffen hiero, zullen we gaan lopen ik heb het koud,' zucht Mitchel, de meest stille van ons groepje.
'Ja, is goed,' zucht Daniel en we beginnen te lopen. Het is raar dat we weer met zijn vijfen zijn. Ik ken Frederik, Alice, Mitchel en Daniel al mijn hele leven, en zij elkaar ook. Maar door de jaren heen gebeurde er veel, we waren namelijk niet altijd met z'n vijfen. 

'Denk je dat Celeste de sneeuw mooi had gevonden?' vraagt Daniel terwijl we door de sneeuw banjeren. 'Ze was gillend gek geworden, in haar hoofd was ze een klein kind,' zucht Alice terwijl ze de rook uit haar mond blaast. Ik slik, de gedachte van Celeste maakt mijn verdrietig. Ze behoorde bij ons groepje, we noemden ons altijd de zes musketiers. Maar toen verdween ze van de één op de andere dag en werd ze na twee weken in spanning gezeten te hebben gevonden door de politie. Dood, doodsoorzaak is nooit gevonden.
'Ze zou dolgelukkig zijn geweest,' lispelt Mitchel.
'Ik denk eerlijk gezegd dat ze wel vond dat haar haar niet goed zat,' grapt Frederik.
'Maar dat zat het nooit bij haar,' mompelt Alice. We zuchten met zijn allen tegelijk en ik merk dat ik ineens een stuk minder zin heb in het rondwandelen.
'Waarom sneeuwt het nu ineens?' vraag ik.
'De sneeuwkoningin,' fluistert Daniel in mijn oor. Ik duw hem weg en begin wrang te lachen.
'De sneeuwkoningin? Oh god, Daniel heeft weer iets in zijn hoofd,' roept Frederik.
'Oke, ik heb een idee, er is hier ergens zo'n houthakkerhutje waar nooit meer iemand komt. Daar steken we een fikkie aan en dan ga ik het verhaal vertellen, deal?' 

We warmen ons op bij het vuur en Alice steekt haar tweede sigaret op. Vroeger verafschuwde ze het. Nu doet ze het wanneer ze kan. Het helpt haar ontspannen vanwege alle stress die ze thuis heeft. Maar ergens denk ik dat ze bang is om toe te geven dat ze groot verdriet heeft.
'Wil je er ook eentje?' Alice houdt het pakje voor mij op en twijfelend pak ik er eentje uit. Het kan geen kwaad. Ze pakt haar aansteker en steekt de sigaret voor mij aan en ik mompel vaag dankje tegen haar. 'Als de rokers klaar zijn, wil ik ook graag een sigaret,' roept Frederik. Alice zucht en gaat met het pakje rond net zolang totdat iedereen heeft.
'Nou Daniel, vertel je verhaal over de sneeuwkoningin,' zeg ik spottend terwijl ik de rook uitblaas.
'Nou kijk.' Hij kijkt om zich heen. Zijn bruine haar is slordig en zijn lichtblauwe ogen zijn betoverend.
'Er is een andere wereld, hier ver vandaan. Daar is het altijd winter. En er is één iemand, één iemand die ervoor zorgt dat het er altijd winter blijft. De sneeuwkoningin.'
'Dat moet een verschrikkelijk mens zijn,' zucht Mitchel terwijl hij een teug neemt van de sigaret. Daniel grinnikt en schudt zijn hoofd rustig.
'Nee, ze doet het omdat de mensen daar niet tegen warmte kunnen. Er is vast wel ergens in een andere wereld, heel ver weg waar mensen niet tegen kou kunnen maar hier is dat hun zomer. Hoe meer sneeuw, hoe beter ze zich voelen.' Ik rol met mijn ogen en glimlach om Daniel zijn rare verhaal.
'Oké, goed maar wat heeft dat te maken met de echte wereld?' vraag ik.
'Wie zegt dat ik klaar ben? Dit wordt heel spannend.' Frederik en Mitchel kijken elkaar aan en barsten in lachen uit.
'Ik word hier verdomme niet serieus genomen,' zegt Daniel met een tevreden grijns. 'Maar goed, als hij bij ons winter is, is de sneeuw daar heel erg. Soms is het teveel en moet het geloosd worden en dat gebeurt in onze wereld. Maar...in de sneeuwwereld is een groot, groot gevaar. Want dit is mooie witte sneeuw niet waar?' We knikken en Daniel glimlacht mysterieus.
'Ja maar er is een vijand, met zwarte ridders. En die zwarte ridders maken sneeuw zwart en giftig.'
'Giftig?' Daniel knikt.
'Ja, wij, mensen uit deze wereld, kunnen tegen de sneeuw maar in die wereld maakt het mensen ziek. En hoe meer er ligt, hoe dodelijker het is. En om te voorkomen dat de zwarte sneeuw teveel wordt maakt de sneeuwkoningin extra veel sneeuw zodat haar land extra beschermd is.'
'Oke, Daniel, allemaal leuk en aardig maar verklaar eens waarom we de afgelopen jaren zo weinig sneeuw hadden?'
'De sneeuwkoningin was ziek. Ernstig ziek, ze kon amper sneeuw maken en haar rijk leek dood te gaan maar ze werd beter en kwam sterker terug dan ze ooit was geweest.' Alice schudt haar hoofd en zucht even diep.
'Ik wou dat Celeste hier bij kon zijn ze zou zich vast dood hebben gelachen,' fluistert ze. Ze trekt haar knieën op en sluit haar ogen.
'Denken jullie dat ze vrijwillig uit het leven gestapt zou zijn?' Ze kijkt mij doordringend aan met haar bruine ogen. 'Jij kende haar het best van ons allemaal Avaline, had ze het ooit over de dood?' Er wandelt een traan over haar wang, rustig alsof het een doodnormale dag is.
'Nee,' zeg ik met een rare knik in mijn stem. Ik ga dicht tegen haar aan zitten en sla rustig mijn arm om haar schouder. 'Nee Alice, daar heeft ze het nooit over gehad.' We zwijgen met zijn allen even, afwachtend of iemand weer iets gaat zeggen.
'Als ik eerlijk ben..,' begint Frederik. 'Hoop ik dat ze er zelf voor gekozen heeft. Want dan weten we tenminste dat ze nu gelukkig is.'
'Maar als ze echt depressief was... dan hebben wij het niet gemerkt,' zegt Michel zacht.
'Jongens, niet zo depressief. Het is gebeurd maar als we er jaren om rouwen dan..,' probeert Daniel om de sfeer op te vrolijken.
'Waar was jij eigenlijk vorig jaar?' vraagt Alice ineens.
'Ik was weg, hoezo?' Alice bijt op haar lip en ik zie iets in Daniel zijn ogen wat mij niet aan staat.
'Je was er niet toen wij je het hardst nodig hadden.'
'Beschuldig jij mij nu van de dood van Celeste?' snauwt Daniel.
'Het zou best kunnen wist je dat? Celeste verdween en jij was weg. Is dat nou toevallig.'
'Alice,' zeg ik zachtjes.
'Jongens, geen geruzie,' snauwt Frederik.
'Dit is de eerste winter zonder haar maar we moeten er mee leven. En we kunnen elkaar niet beschuldigen van iemand zijn dood Alice.'
'Sorry,' zegt Alice uiteindelijk zacht. 'Ik liet mezelf een beetje gaan. Ik ben de laatste tijd een beetje... paranoïde voor dit soort dingen. Ik wil gewoon dat het ons zessen weer was. Niet ons vijfen. Ik wil gewoon... een verklaring voor haar dood.'
'Het spijt mij ook,' zegt Daniel.
'Jongens, het is al donker,' roept Mitchel ineens.
'Wat? Verdomme, ik had allang thuis moeten zijn,' zeg ik nerveus. We doven het vuur en het is aardedonker in het hutje.
'Let's go,' zegt Mitchel maar voordat iemand het hutje in kan lopen klinkt er een verschrikkelijk geluid en spat één van raampjes uit elkaar. Ik word door de plotselinge hard wind om ver geblazen en ik hoor iemand anders ook tegen de muur aanknallen.
'Storm!' roept Daniel terwijl hij naar mij toe snelt om mij overeind te helpen.
'Een storm die net begint? Beter moet het niet worden,' schreeuwt Frederik boven de wind uit. Zijn donker blonde haren wapperen alle kanten op.
'We moeten nu weg. Wie weet wordt de storm erger en zitten we vast in het huisje door de sneeuw!' roept Mitchel die met moeite de deur opendrukt.'Frederik, Daniel, helpen!' roept hij. Daniel trekt mij met een soepele beweging overeind en ik voel een straaltje bloed uit mijn wenkbrauw stromen. Ik ben in het gebroken glas gevallen.
'Gaat het?' vraagt Alice.
'Ik ben fijn,' zeg ik zo kalm mogelijk. De jongens duwen met zijn drieën hard tegen de deur die ineens open vliegt. Ze vallen voorover en ik hoor Frederik luidruchtig vloeken als hij de grond raakt.
'Waarom? Waarom haat moeder natuur mij zo?' roept hij.
'Iedereen haat je Frederik, niks aan te doen,' zegt Mitchel met een grimas terwijl hij overeind krabbelt en Frederik overeind trekt. Daniel komt op eigen kracht overeind en ik ben verwonderd over het feit dat hij er nog behoorlijk kalm onder blijft. Alsof er niks aan de hand is.
'Avaline, kom je nog? Of wil je ingesneeuwd worden?' schreeuwt Alice die al het huisje is uit gerend.
'Ik kom.' Ik ren naar mijn vriendengroep toe en we rennen door het bos heen maar het pad is onder gesneeuwd en we moeten af en toe stil staan om te kijken of we nog wel op het pad zitten. Abrupt stopt Mitchel nog een keer om te kijken of we nog op het pad zitten.
'Mitchel, we hebben net een minuut geleden ook al gekeken,' snauwt Alice.
'Ja...' zegt hij met een trillende stem.
'Waarom stop je dan?' vraag ik ongeduldig.
'We zijn nu niet meer op het pad.' Hij wijst naar de uitgeveegde sneeuw waar alleen maar vies donker zand onder zit.
'We zijn verdwaald.'

MissWinterWonderland {Voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu