Hoofdstuk 17

1K 60 21
                                    

{Wat is dit nu? Ik draag een hoofdstuk op? Ja, dat doe ik :-) Ik doe dit speciaal voor Nina-Gsxoxo omdat ze vanaf bijna het begin al heel lang MissWinterWonderland leest en ze schrijft zelf super goed. Dus als je de tijd hebt, kijk dan even bij haar en haar boeken.}

Het zijn twee soldaten die een tegenstribbelende Frederik vasthouden. 
'Frederik?!' roep ik verbaasd. 
'Avaline?' schreeuwt hij verbaasder. 
'Hoe the fuck kom jij hier?' zeg ik lachend terwijl Frederik zich los rukt uit de greep van de bewakers. Hij ziet er goed uit, een beetje beschadigd maar gezond. 
'Ik heb weliswaar geen flauw idee,' roept hij nog steeds verbaasd en hij omhelst me. 
'Jullie kennen elkaar?' vraagt Faustus nieuwsgierig. 
'Euh, ja Frederik dit is Faustus en Faustus dit is Frederik.' Ik wend me weer tot Frederik die verwondert om zich heen kijkt. 
'Waar heb je uitgehangen?' vraag ik. 
'Nou kijk, ik weet hoe je moet survivalen. Dus ik heb me wel gered in het bos maar toen zag ik dit en ging ik rondkijken. Toen kwamen die twee en toen werd ik bang.' 
'Jij en bang worden?' vraag ik spottend. 
'Ach houd je kop Avaline,' grinnikt hij. 
'Zijn er meer van ons hier? En dan bedoel ik niet meneertje Gothic.' Verbaasd kijkt Faustus naar Frederik die langzaam op zijn lip sabbelt. 
'Mitchel en Daniël zijn hier.' 
'Beide?' 
'Het is een heel lang verhaal, weet je waar Alice is?' 
'Ja die heb ik gezien.' 
'Ja?' roep ik verbaasd. 
'Nee natuurlijk niet. Haar haar is zo wit als de sneeuw, die vind je hier niet terug!' 
'Frederik, verkeerde moment voor grappen!' zucht ik. 
'Sorry, ik ben een tikkeltje nerveus...' 
'Geen reden voor,' zegt Faustus glimlachend. 'Je bent hier nu een gast.' 
'Nou misschien wil ik naar huis en geen gast zijn.' 
'Dat kan niet,' zeg ik en ik kan me wel voor mijn hoofd slaan. 
'Hoezo niet?' 
'We zijn hier gekomen door een storm. We kunnen alleen maar terug door een storm.' 
'Godverdomme,' zegt Frederik verbaasd. 
'Niet vloeken, ze zijn gelovig hier,' fluister ik. 
'Zijn Daniël en Mitchel hier, op deze plek?' 
'Daniël niet, Mitchel wel,' zeg ik rustig. 
'Oké, euh... ik wil even liggen denk ik.' Ik zie hem wit weg trekken. Dat heeft Frederik vaker wanneer hij extreem nerveus is. Hij haalt zijn hand door zijn rood, bruine haren en zucht even. Frederik is met zijn één tachtig niet bepaald de langste, vooral niet bij Faustus die gemakkelijk de één negentig haalt. Ik ben dan weer kleiner met mijn schamele één zeventig. 
'Neem maar wat rust, jullie beide, ik zorg dat je op de kamer komt bij Avaline en Mitchel. Vanavond Avaline, wil ik je nog een keer spreken.' 
Ik knik beleefd en loop samen met Frederik en de twee wachters de deur uit.


'Frederik!' roept Mitchel verbaasd als ik samen met Frederik de logeerkamer in loop. De bewakers knikt naar mij en sluit de deur achter me dicht. Mitchel springt Frederik zowat om de hals en ik glimlach als ik de twee vrienden weer verenigd zie. Wat had ik hen gemist. 
'Hoe the fuck kom jij hier?' 
'Wat grappig, dat vroeg Avaline ook,' zegt Frederik nuchter. 
'Precies dezelfde woorden?' vraagt Mitchel voorzichtig.
'Ja,' zeggen Frederik en ik lachend tegelijk. 
Frederik gaat op het bed zitten en ik ga op het bed daar tegenover zitten. 
'Waar denk je aan?' vraag ik rustig. 
'Aan dit, het is niet normaal. Is het een droom?' 
'Het is werkelijkheid,' zeg ik rustig. 'Deze plek doet iets met je, dat heb ik wel gemerkt.' Ik sta weer op en loop naar het raam. 
'Wat doet het met je?' vraagt Frederik voorzichtig. 
'Je wordt voorzichtig, je gaat anders om met je emoties, je wordt harder, kouder.' 
'Nou, ik blijf liever deze vrolijke rakker dan één of andere saaie oude hork.' Glimlachend draai ik me om naar Frederik. 
'Dat begrijp ik wel, als jij een oude hork bent moet iedereen wegvluchten,' zeg ik spottend. 
'Iedereen? Zelfs aliens moeten dan weg vluchten,' grapt Mitchel en Frederik gooit een kussen naar hem die hij maar net kan ontwijken. 
'Hé! Avaline begon!' zegt hij lachend en hij ploft op een bed neer. In de kamer staan vijf éénpersoonsbedden met grijze lakens. 
'Weet je welke dag het vandaag is?' zegt Frederik uiteindelijk als we allemaal op een bed zitten. 
'Nou?' 
'Het is precies een jaar geleden dat Celeste verdween. Of nou ja, in onze wereld is het precies een jaar geleden.' Ik zie zijn onderlip trillen. 
'Ik vraag me nog steeds elke dag af... waarom?' Frederik kijkt me recht aan. Zijn groene ogen staan waterig en ik zwijg. 
'Ik wil gewoon antwoorden. Is dat teveel gevraagd...' 
'Nee,' zeg ik zacht. 'Dat is zeer normaal, een mens wil dat als er geen antwoord is. Waarom denk je dat we nog steeds zoeken naar het begin van de aarde, naar het begin van de mens?' 
'Omdat we nieuwsgierige wezens zijn? merkt Mitchel nuchter op. 
'Zou kunnen...' fluister ik. 
'Jongens ik moet pissen,' zegt Mitchel ineens. 
'Pardon?' vraag ik lichtelijk geschokt. 
'Ik moet pissen. Ik ga kijken of ze iets van een toilet hebben.' 
'Zometeen moet je het op een krant doen,' grinnikt Frederik zacht. 
'Vieze jongesgrappen,' zucht ik en Frederik barst in lachen uit. Mitchel verlaat de kamer en ik kijk weer naar mijn vieze bruine schoenen. 
'Vieze jongensgrappen...' herhaalt Frederik mij.
'Je moet er van houden,' glimlach ik en ik merk dat Frederik weer zwijgt. 
'Waar denk je aan?' vraag ik nog een keer. 
'Aan Celeste, aan hoe wij met zijn zessen waren. Het is nu zo... stil.' Frederik begint te schokschouderen en ik ga naast hem zitten. 
'Ik wil gewoon even slapen. Even alles vergeten...' fluistert hij zacht, er stromen tranen over zijn wangen. Ik sla mijn arm om zijn schouders maar die legt hij terug. Hij kijkt me diep aan en ik veeg met mijn duim voorzichtig zijn tranen weg. 
'Doet me een beetje denken aan dat liedje,' fluister ik zacht. 
'Welk liedje?' 
'Stil in mij, van Dik Hout. Die zong je vroeger heel vaak.' 
'Oh ja...' Frederik begint te glimlachen. 'Ik zong vroeger die altijd in de douche. De buren kwamen dan altijd klagen.' 
'Je zingt dan ook wel ontiegelijk hard,' glimlach ik. 
'Dat valt wel mee...' 
'Kan je nog een klein stukje? Het was zo kalmerend,' fluister ik terwijl ik zijn hand vastpak. 
'Kom bij me zitten, sla je arm om me heen en hou me stevig vast. Al die gezichten, bekend maar beleefde of ik een vreemde was. En vanavond toont het leven z'n ware gezicht,' zingt hij zachtjes met een tedere stem. Ik geniet even van de kalmte. De rust die hij weer in zijn stem heeft en die hij gebruikt om het liedje ontspanned te maken. 
'En het is zo stil in mij. Ik heb nergens woorden voor. Het is zo stil in mij. En de wereld draait maar door. En het is zo stil in mij. Ik heb nergens woorden voor. Het is zo stil in mij. En de wereld draait maar door. Het is zo stil in mij.' Hij fluistert de laatste woorden en ik kijk hem glimlachend aan. 
'Je kan het nog steeds,' glimlach ik. 
'Ach...' zegt hij schouderophalend. We kijken elkaar weer even diep aan en ik leg mijn hand op zijn borstkas. Ik voel zijn hart kloppen maar ik kan mijn ogen niet weg wenden. Hij leunt achterover en we blijven een minuutje zo zitten. 
'Hee jongens, ik heb niet op een krant hoeven pissen maar...' Mitchel komt met veel bombarie binnen en schrikt als hij ons ziet zitten. 
'Kom ik... kom ik ongelegen?' Ik trek mijn hand terug en schud mijn hoofd. Ik zie de spijt in Frederiks ogen en ergens heb ik ook spijt. 
'Nee je komt niet ongelegen, totaal niet.' 

 

MissWinterWonderland {Voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu