Ik snap er helemaal niks van.

187 8 27
                                    

<Beoordeel een boek nooit op zijn omslag>

POV Sanne
Lief Dagboek,

Halló! Ik ben Sanne... ik weet mijn achternaam niet... Heb ik wel een achternaam? Dat moet toch wel? Ach ja, dat is iets om later over te piekeren. Ik ben 14 jaartjes jong. Ik heb wéér een dag overleefd hier, ik werd eindelijk vandaag met rust gelaten, geen gemartel, geen vieze taakjes, niks. Dat is eigenlijk best raar als je erover na denkt. Zouden ze iets van plan zijn met mij? Ik weet niet wie mij heeft ontvoerd of waar ik ben. Ik weet alleen dat ik 6 jaar was wanneer ik werd ontvoerd. Al deze tijd zit ik in een toren opgesloten, je zou kunnen zeg dat ik Rapunzeltje speel. Wachtend voor mijn ridder op het witte paard...

Ik ben geconcentreerd aan het schrijven dat ik niet hoorde dat er iemand klopt op mijn deur.

*bonk, bonk*

Opnieuw wordt er op de deur geklopt. Dit keer hoor ik het wel. Ik schrik en sla een klein gilletje.

"Sanne! Kleed je om. Ik kom over vijf minuten terug en ik wacht geen seconde langer dus als je niet klaar bent is het je eigen schuld. Kleed je om in een nette jurk, je gaat iemand ontmoeten. Waag het niet om iets te flikken!" Schreeuwt de bewaker door de deur. In deze jaren hier heb ik meerdere pogingen gedaan om te ontsnappen, tot nu is het mij nog niet gelukt. Maar daar denk ik niet al te lang over. Wie zou mij willen ontmoeten? Niemand weet dat ik nog leef, toch? Ik kan niet klagen, ik hebt een best goede kamer voor iemand die ontvoerd is, ik heb een kledingkast vol kleding (ook kleding die ik waarschijnlijk nooit ga dragen) een tweepersoonsbed en een bureau, in mijn bureau liggen maar, een paar spullen: tekenblok met potloden en bijhorende spullen zoals een puntenslijper en mijn dagboek. Nou dat was ook meteen het toertje door mijn kamer. Ik kam mijn haar snel, doet een beetje make up op zodat je niet ziet hoe bleek ik ben. Ik doe de meest simpele jurk aan die ik in de kast vond.

Ik heb de jurk bijna aan als de deur opeens openvliegt. "Godverdomme! Klop voordat je binnenstormt!" Floept per ongeluk uit je mond.

Dreigend komt de bewaker op mij af en slaat mij. "Meelopen of je krijgt er nog een en die zal harder zijn."

"Alsof mij dat bang moet maken." Murmel ik zachtjes. Hij pakt pijnlijk mijn arm vast en sleurt mij mee, ik probeer te onthouden hoe we gaan want, ik herken het niet. Dit is een andere route dan die er normaal wordt genomen. Maar ik raak al snel de weg kwijt, na drie bochten heb ik geen idee waar ik bent. Ik word in grote hal ingegooid, ik val bijna. Ik steek mijn middelvinger op. Ik weet dat ik daar een klap krijgt voor maar, dat boeit mij niet meer. Daar ben ik gewend aan geraakt. Er staan allemaal mensen, ze fluisteren. Ik zie aan het eind van de hal een troon staan en er zit iemand in, de koning. Ik begin nerveus te worden, ik hoop dat niemand het ziet maar, dat is waarschijnlijk mislukt. Er staat een persoon naast de koning. Hij is knap, heeft lang zwart haar en draagt groene kleding. Zijn ogen zijn felgroen. Ik kijk achter mij, de grote deuren zijn dicht. Ik kan niet wegrennen als ik dat had gewild. Er is maar een ding dat ik kan doen en dat is naar voren lopen. Ik slik en neemt een diep adem voordat ik naar voren begin te lopen. Een paar meter voor de troon stop ik. Ik hebt geen idee wat ik moet doen. Moet ik buigen? Maar hoe willen ze dat ik buig? De man met het zwarte haar heeft door dat ik geen flauw idee hebt dus fluistert naar mij.

"Ga op een knie en doe je hoofd naar beneden." Ik knik als dankjewel en doe wat hij zei. Na een paar minuten dat wel uren lijken zegt de koning dat ik weer mag opstaan.

"Dus jij leeft in mijn kasteel? In mijn noordtoren? Wat is je naam?" Buldert de koning.

"I-ik heet S-Sanne U-uwe H-hoogheid. I-ik denk het Uwe Hoogheid. Ik ben hier gebracht toen ik 6 was." Ik vervloek jezelf voor stotteren. Gelukkig heb ik het snel weer onder controle en kom ik hopelijk niet over als een bang meisje.

"Je achternaam?" Vraagt de man met het zwarte haar. Sh*t! Dat is precies de vraag die ik niet kan beantwoorden.

"Ik weet het niet." Er is een lange pauze. Een pauze die te lang duurt als ik het zelf zeg. De koning zegt wat tegen de wachter naast hem en die wachter komt op mij afgelopen.

POV Loki

Vader vroeg of ik wou komen. Eerst had ik nee gezegd totdat hij zei dat het dringend is. Wat zou er nou zo dringend zijn? Ik loop door de deuren heen en er zijn echt belachelijk veel mensen hier. Waarom in vredesnaam?

Vader was al druk aan het praten met mensen. Hij ziet er echt machtig uit zo op zijn troon. Ik schraap mijn keel zodat mijn vader weet dat ik er ben. "Vader, waarom wilde u mij hier hebben? Wat is er zo dringend dat niet kon wachten?"

Hij draait zich om en de mensen waarmee hij aan het praten was lopen weg. "Ah, mijn zoon. Ik wil dat je iemand gaat ontmoeten." Ik draai mij zo snel mogelijk om omdat de twee grote deuren opengaan. Die hoor je altijd ze zijn nogal luidruchtig. Er loopt een prachtig jong meisje naar binnen. Ze draagt een prachtige jurk, simpel maar toch elegant. Ze ziet er bang en nerveus uit, in haar ogen kun je zien dat ze het niet probeert te laten zien. Dat is alleen een klein beetje mislukt. Ze heeft geen flauw idee wat ze hier doet en hoe ze zich moet gedragen. Ik leef met haar mee. Ik help haar een beetje op weg zodat ze niet voor paal staat tegenover de koning.

Ik fluister zo zacht mogelijk zodat mijn vader het niet hoort want, die zou ervan genieten als ze voor paal staat tegenover hem. "Ga op een knie en doe je hoofd naar beneden." Ze knikt naar mij in dankbaarheid. Ze lijkt mij echt heel lief. Ik word uit mijn gedachten getrokken door mijn vaders bulderende stem.

"Dus jij leeft in mijn kasteel? In mijn noordtoren? Wat is je naam?" Zoveel vragen dat het meisje niet weet met welke ze moet beginnen.

"I-ik heet S-Sanne U-uwe H-hoogheid. I-ik denk het Uwe Hoogheid. Ik ben hier gebracht toen ik 6 was." 6? Zo jong? Ik ben blij voor haar dat ze het stotteren snel onder controle heeft, ze murmelt iets onverstaanbaars wat op vloeken lijkt tegen haarzelf.

"Je achternaam?" Vraag ik, ik wil weten wie ze is. Ze heeft iets speciaals, ik kan er alleen mijn vinger niet op leggen.

"Ik weet het niet." Antwoord ze beschaamt. Hoe kan ze haar achternaam nou niet weten? Ik vraag dat later wel aan haar. Er is een hele lange pauze van stilte. Vader draait zich naar een wachter toe en zegt wat tegen hem.

Ik hoor maar één zin. "Breng haar terug en zorg ervoor dat ze zich gedraagt." De wachter loopt naar haar toe en trekt ruig aan haar arm. Dat levert vast een blauwe plek op...

Vader gebaart dat iedereen de zaal moet verlaten. "Ik wil dat je haar leert kennen. Echt goed leren kennen, ik wil dat je eigenlijk alles over haar weet. Maar Loki, pas op ze is gevaarlijk." Gevaarlijk? Hoe kan zo'n lief meisje gevaarlijk zijn? Sanne kwam tenminste lief over maar, misschien zit ik wel helemaal fout. Wat zelden gebeurt.

POV Sanne

Ik hoor de twee zware deuren achter mij dichtvallen. Die wachters greep begint al aardig zeer te doen. Hij loopt zo snel dat ik hem nauwelijks bij kan houden. Er blijven drie vragen in mijn hoofd die ik niet kan beantwoorden. Waarom wilde hij mijn achternaam weten? Wie is hij? En wat is zijn naam?

Terug in mijn kamer of cel, weet niet echt hoe ik het moet noemen. Pak ik mijn dagboek en ga verder met waar ik was gebleven.

Oké, waar was ik gebleven? Er is wat tijd verstreken en ik weet niet zo goed wat er nou eigenlijk gebeurd is daarnet. Ik zal het haarfijn opschrijven. Er klopt een bewaker op mijn deur. Niet zo spannend en hij geeft mij vijf minuten om een nette jurk aan te trekken. Ik natuurlijk haal dat weer niet en hij komt naar binnen terwijl ik nog mijn rits dicht probeerde te doen. Hij trok de rits voor mij dicht maar niet op een lieve manier, die rits is volgens mij kapot zo hard als hij hem dicht trok. Ik heb morgen een blauwe plek van hoe hard hij mijn arm pakt, echt kan hij niks zachtjes doen?! Ik word een zaal in gegooid en er staan zo véél mensen. Waarom weet ik niet. Aan het einde van de hal was er een troon, daar zat de koning op. Duh! Naast hem stond een man, hij is echt heel knap. Ik weet niet hoe hij heet maar, ik hoop dat ik hem vaker tegenkom. Er gebeurde niets speciaals, de koning vroeg wie ik was en of ik in de toren leef. Die blijkbaar ten noorden staat. De 'handsome guy' vroeg wat mijn achternaam was. Ik heb gewoon eerlijk geantwoord. Dat is het beste toch?

Niet veel later nadat ik klaar ben met schrijven in mijn dagboek word ik moe. Ik verstop mijn dagboek onder mijn bed.

Asgard's GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu