×× 26 ××

2 0 0
                                    

Cyborg Linoleic

Ik rende door het bos, op de hielen gezeten door een stel agenten. Ik keek vluchtig achterom of ik ze kon zien, maar ze waren te ver om ze te zien, ik kon ze enkel horen. Uiteindelijk belande ik op een open plek omringt door een hoog hekwerk. De verf die het hek siert was volledig aan het afbladeren waardoor het er verwaarloost uitzag.

Binnen de hekken zag ik één klein gebouwtje. Iets wat leek op een elektriciteit hok. Met enige moeite klom ik het hek over het terrein op, op mijn gemak liep ik richting het kleine betonnen gebouwtje terwijl de agenten achter me tegen het hoge hek stoten. Pas zodra ik bij het gebouwtje aangekomen was wisten de eerste agenten over het hek te klimmen. Met pistolen en schok apparaten in de aanslag kwamen ze op me af geslopen, iets wat ik een grappig zicht vond.

Ik klikte het klepje aan mijn polsen weer los en schoot richting de eerste paar agenten, maar het leek geen invloeit op hen te hebben. Ik zag op de gezichten van de agenten hier een daar een grijns verschijnen zodra ze dichterbij kwamen. Ik voelde achter me aan de klink van de deur die toegang boot tot het gebouwtje, mijn laatste toevlucht oord. Ik trok en sleurde, maar er kwam geen beweging in. Daarna zette ik groter geweld in. Ik schoot een paar keer rond het slot van de deur en ging toen met al mijn gewicht aan de klinkt hangen.

De scharnieren begaven het en ik viel met deur en al op de grond. Ik duwde de ijzeren plaat van me af en liep het gebouwtje binnen. Zoals ik had verwacht zat daar het luik naar de bunker. Maar ook deze was afgesloten. Ik probeerde dezelfde techniek als met de deur maar het hielp niet. Achter me hoorde ik een stem die ik kende.

"Dus nu probeer je weg te kruipen in dat donkere oord van je. Je zou je beter schamen en je over geven. Misschien zal je straf dan minder zwaar worden.", Ik draaide me met een ruk om en stond oog in oog met Jim. Deze keek me woedend aan. Geschrokken zette ik een paar stappen achteruit totdat ik tegen het afsluitdeksel van de bunker stoten en geen kant meer op kon.

Jim zijn walkie talkie kraakte zodra hij een mededeling deed:" Verdachte in het nauw gedreven, versterking gevraagd, coördinaten verzonden." Ik keek niet begrijpend naar het toestel op Jim's schouder wanneer een andere stem een bevestiging gaf.

Achter hem zag ik meer agenten verschijnen die me de weg versperde. Ook merkte ik dat een aantal agenten al handboeien vast hielden.

"Zal ik hem arresteren, chef?", vroeg de man die het dichte bij Jim stond. Jim knikte en zette een stap opzij om hem door te laten.

Ik kroop nog verder achteruit totdat ik bovenop het deksel zat, helemaal weggedrukt in de hoek van het gebouwtje. Ik zag Jim grijnzen zodra ik in deze benauwde positie zat.

"Het is over, Lino.", zij hij met een grijns.

De andere man greep ruw mijn polsen beet en sloeg de handboeien om, ik probeerde in paniek hem te schoppen, ik schoot nog een paar keer totdat de handboeien in de weg zaten om nog langer te kunnen schieten. De agent trok me het gebouwtje uit, waarna Jim me de messen afnam.

Langs de rand van het terrein zag ik een vrachtwagen staan, volledig in politie stijl. De agenten duwde me erheen terwijl ik me uit alle macht verzette met mijn bennen.

Ze mochten me niet opsluiten in die doos, het mag gewoon niet.

Ik schreeuwde met overslaande stem tegen alles en iedereen om me heen, mijn stem onnatuurlijk mechanisch, oorverdovend en vol pijn.

Blijkbaar werd het de agenten te veel, aangezien ze me ineens iets over het hoofd schoven dat mijn mond dichthield. Ik worstelde nog harder zodra we steeds dichter de vrachtwagen naderde. Ik stond er nu naast, ik zou het heus kunnen aanraken.

De agenten sleurde me tot achter het grote gevaarte. Met geweld werd ik opgetild en in de vrachtwagen gezet. Vier agenten duwde me een kleinere kooi van traliewerk in waar ze me tegen de want van de vrachtwagen met ijzeren ketens vastzette. Ik kon mijn armen niet meer volledig naar beneden doen wat zeer oncomfortabel was, mijn benen konden niet meer dan een halve stap verplaatsen en het ding dat mij enkel nog toestond woordloos te mopperen deden ze niet af.

Het ijzerwerk voor me werd gesloten en op slot gedraaid. Ik merkte dat twee van de vier agenten achter in bij mij bleven zitten tegenover de kooi waar ik in stond. Beide zaten ze op comfortabele stoelen, de andere twee waren vermoedelijk vooraan in de cabinet van de vrachtwagen gaan zitten.

Schokkend kwam het gevaarte in beweging, hierdoor viel ik bijna om en sleeden de ketens diep in mijn enkels en polsen.

Het is gedaan,

Het is definitief gedaan...

Nu rest me enkel een hel,

Waar ik nooit om heb gevraagd.

the monster cannibalWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu