Hoofdstuk 13

6 3 0
                                    

Dorian

Dorian liep meteen een zijsteegje in, zodat niemand zag dat hij een poging deed zichzelf te kalmeren. Zijn ademhaling zat te hoog en met grote ogen staarde hij naar de straat waar hij net vandaan was gekomen. Alles was zo snel gebeurd; de soldaten die de straat doorzochten, de prins die vanuit het niets was verschenen. Dorian had niet geweten dat zelfs boodschappen halen niet meer kon, of in ieder geval niet meer op dit tijdstip. De zuivering was begonnen. Nu al. Hij moest voorzichtiger doen. Dit had zijn dood kunnen zijn.

Onwillekeurig trilden zijn handen. Met een diepe ademhaling wilde hij doorlopen, totdat hij hoorde: 'Hoe gaat het?'

Met een ruk draaide Dorian zich om, zodat hij verder de steeg in keek, en zag daar tot zijn geruststelling Chloë staan, volledig gehuld in het zwart om op te gaan in de schaduwen. Hij blies zijn ingehouden adem uit.

'We houden onder andere deze straat in de gaten. Ik zag dat de prins naar je toe kwam, maar we hoefden niet in te grijpen. Wat heeft hij je verteld?' vroeg Chloë. Ze bekeek Dorian onderzoekend van top tot teen, alsof ze zeker ervan wilde zijn dat hij ongedeerd was en ook mentaal in orde was.

'Niets bijzonders,' mompelde Dorian, en een beetje verward vervolgde hij: 'Hij heeft mij geholpen.'

Misschien was het dan toch wel waar wat Cayden over hem had verteld. Maar waarom? Dorian kon zich niet voorstellen dat mensenlevens ineens iets voor de prins betekenden als hij ze eerder zo gemakkelijk had kunnen beëindigen. Het was waarschijnlijker dat hij Dorian had gered, omdat Dorian bij zijn neef hoorde of omdat hij Dorian ergens voor nodig had.

Chloë dacht even na. 'Je zult een goede aanwinst zijn voor onze groep. Heb je er al over nagedacht?'

'Een goede aanwinst?' vroeg Dorian met opgetrokken wenkbrauwen. 'Dat werd nu al bijna mijn dood. Ik weet niet waarom ik dacht dat het veilig voor mij was.' Dorian mocht van geluk spreken dat hij nog leefde. De eerste zuivering had hij ternauwernood overleefd en ook deze zuivering zou een overlevingsstrijd worden.

'Als Caydens vriend hoor je bij de familie Chamos. Dat zorgt ervoor dat jij sneller aan belangrijke informatie kan komen en anders kun je er via Cayden aan komen. Dat is voor ons heel waardevol.' Haar blik verzachtte, evenals haar stem. 'Maar heb je nog met hem erover gesproken?'

'Ja,' zuchtte Dorian. 'Dus jij weet het?' Dorian gebaarde om zich heen, naar de duisternis om hen heen, voor als er afluisteraars waren.

Chloë knikte ernstig. 'Hoe kies jij ze toch uit, Dorian?'

'Dat vraag ik me ook af,' mompelde Dorian. Als Dorian iemand leuk vond, dan ging hij eropaf. Het had hem dit keer geleid naar Cayden Chamos. De achternaam had Dorian niet per se afgeschrikt, want zijn gevoel was groter geweest en nog steeds was dat zo. Het ging niet om de familie, maar om de persoon zelf. Cayden had zich echter wel iets te veel laten gaan gisteren. 'Ik heb tijd nodig om alles te verwerken. Ik heb het moeilijk met sommige dingen die hij heeft gezegd. In eerste instantie wilde hij me niet erover vertellen, dus ik ben over het boekje begonnen en toen is hij erachter gekomen dat jij zijn kamer bent binnengebroken en dat boekje hebt gezien. Hij was niet blij. Als Cayden je lastigvalt - ik denk niet dat hij dat gaat doen, maar voor het geval dat - zeg het even tegen mij.' Dorian had wel duidelijk gemaakt dat hij zulk gedrag van Cayden niet tolereerde, al begreep hij ook waar die paniek vandaan kwam.

'En hoe gaat het verder tussen jou en Cayden?' wilde Chloë weten.

'In de jaren dat ik hem ken, is er niets gebeurd waardoor ik twijfels over hem begon te krijgen. Hij is niet perfect, maar dat ben ik ook niet. Ik hou nog steeds van hem.' Die moorden waren in het verleden gebeurd. Cayden had aan zichzelf gewerkt zodat dat niet meer zou gebeuren.

Het ontwaakte vuur [HERSCHRIJVEN]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu