Mijn benen voelden aan als lood terwijl ik de trappen af sjokte, mijn moeder aan mijn zijde als een stille metgezel in mijn strijd tegen de vermoeidheid die me als een verstikkende deken omhulde. De ochtendlucht voelde fris aan op mijn bleke huid, maar het was alsof ik het niet kon voelen, alsof alle gevoel uit mijn lichaam was weggetrokken door de eindeloze vermoeidheid die me opslokte.
We bereikten de dokterspraktijk en ik liet me zakken in een van de stoelen in de wachtkamer, mijn hoofd zwaar op mijn handen rustend terwijl ik staarde naar de betegelde vloer onder mijn voeten. Mijn moeder sprak zachtjes met de receptioniste, haar stem een verre echo in mijn verstoorde gedachten.
Toen werd ik opgeroepen, mijn naam klonk als een vage echo in mijn bewustzijn. Ik stond op, mijn lichaam protesterend bij de beweging, en volgde mijn moeder naar het kantoor van de dokter. De dokter was een vriendelijke man met een kalme stem en een rustige blik in zijn ogen.
"milo waar heb je last van" vroeg de dokter. "nou het begon allemaal dat ik met de afgelopen dagen al heel erg moe voel terwijl ik echt meer dan genoeg slaap" begon ik mijn verhaal. "maar sinds eergisteren ongeveer doet elke beweging pijn aan mijn spieren, voel ik me heel duizelig, heb ik veel hoofdpijn en heb ik overal blauwe plekken maar geen idee waardoor" leg ik uit. de dokter knikt en verteld me dat het goed is dat ik naar een dokter ben gegaan.
Uiteindelijk zei hij dat ik wat tests moest ondergaan, bloedonderzoek en andere procedures die me duizelig maakten bij de gedachte eraan. Maar ik knikte zwakjes, te uitgeput om te protesteren, te verzwakt om te weigeren. Ik wilde antwoorden, ik wilde weten wat er met me aan de hand was, zelfs als dat betekende dat ik me nog slechter zou voelen dan ik me al voelde.
De tests waren een beproeving, een reeks van pijnlijke prikken en ongemakkelijke procedures die me bij elke stap verder in de duisternis van mijn vermoeidheid duwden. Maar ik hield vol, mijn moeder aan mijn zijde als een stille bemoediging in mijn donkerste uur.
Toen het bloedprikken voorbij was, voelde ik me leeg en uitgeput, alsof al het leven uit me was weggevloeid met elke druppel die uit mijn aderen was getrokken. over drie dagen heb ik weer een afspraak staan om de uitkomst te bespreken.
Na het doktersbezoek gingen we terug naar huis, mijn moeder zwijgend aan mijn zijde terwijl we de lange weg naar huis aflegden. De stilte tussen ons was gevuld met een zwaarte die mijn vermoeide geest verpletterde, maar ik bleef volhouden, mijn gedachten verankerd in de hoop op genezing en herstel.
ik plofte neer op de bank en zetten mijn serie aan terwijl mijn moeder boven nog wat ging werken. na een tijdje ging de deurbel en liep ik rustig naar de deur.
Mijn vrienden stonden voor me, hun bezorgde blikken voelden als een bliksemschicht die dwars door mijn vermoeide lichaam sneed. Ik probeerde een glimlach te forceren, maar mijn lippen voelden stijf en mijn gezichtsuitdrukking kon de vermoeidheid en zorgen niet verbergen.
"Kom binnen," zei ik, mijn stem een zwakke echo in de lege ruimte.
"Milo, je ziet er echt slecht uit, gaat het wel?" vroeg Matthy, zijn stem gevuld met bezorgdheid.
Ik slikte moeizaam en haalde diep adem voordat ik antwoordde. "Het gaat niet zo lekker, jongens. Ik voel me al een paar dagen echt beroerd."
Er viel een stilte tussen ons, gevuld met onuitgesproken zorgen en vragen. Robbie keek me aan, zijn ogen vol bezorgdheid. "Misschien moet je naar een dokter gaan," opperde hij voorzichtig.
Ik knikte langzaam. "Ja, ik ben er vandaag geweest," antwoordde ik, mijn stem zacht en schor. "Ze hebben testen gedaan, zoals bloedprikken, maar de uitslag krijg ik pas over 3 dagen. Ik weet het echt niet."
"We zien wel wat eruit komt, toch?" probeerde Koen optimistisch, maar ik kon de twijfel in zijn stem horen. Zelfs hij kon de ernst van de situatie niet verbergen.
Plotseling viel het me op dat Robbie me onderzoekend aankeek, alsof hij iets opmerkte dat me was ontgaan. "Het lijkt ook alsof je bent afgevallen, of ligt dat aan mij?" vroeg hij voorzichtig.
Ik fronste, verward door zijn opmerking. "Ik weet het niet," mompelde ik, terwijl ik me plotseling bewust werd van een knagend gevoel in mijn maag. Misschien had Robbie gelijk. Misschien was ik wel afgevallen zonder het zelf door te hebben.
Besluiteloos stond ik op en liep naar de badkamer, waar de weegschaal tegen de muur leunde. Ik stapte erop en keek naar het cijfer dat me begroette. Mijn hart stokte toen ik zag hoeveel kilo's er waren verdwenen in de afgelopen dagen.
"Milo, wat is er?" vroegen mijn vrienden bezorgd toen ik terugkwam.
Ik slikte moeizaam en vertelde hen wat ik had ontdekt. "Ik ben in 3 dagen 7 kilo afgevallen," fluisterde ik, mijn stem nauwelijks hoorbaar boven het geluid van mijn bonzende hart.
Er viel een doodse stilte, gevuld met de dreiging van het onbekende. Ik voelde de angst als een knoop in mijn maag, verstikkend en verlammend. "Milo, dit is echt niet goed, weet je ma het?" vroeg Raoul, zijn stem trillend van bezorgdheid.
Ik knikte langzaam. "Ja, ze weet dat ik me slecht voel, maar niet dat ik ook afval zonder iets te doen."
"Milo, ik wil je echt niet banger maken dan je nu al bent, maar 7 kilo in zo'n korte tijd is echt heel veel. Het gaat echt niet goed, Miel," zei Robbie, zijn stem vol urgentie en angst.
Ik staarde naar de grond, overweldigd door gevoelens van wanhoop en machteloosheid. Hoe kon ik dit aan mijn moeder vertellen? Hoe kon ik haar vertellen dat ik elke dag zwakker werd, dat ik elke dag meer en meer afgleed in de duisternis van mijn vermoeidheid en zorgen?
"Milo, wij gaan wel naar huis, maar alsjeblieft, loop naar je moeder en zeg dat je zoveel bent afgevallen," smeekte Koen, zijn stem een fluistering van bezorgdheid en liefde.

JE LEEST
hoopvol - bankzitters
Fiksi Penggemarmilo heeft echt een droomleven. een leuke vriendengroep, een goedlopend youtube kanaal, alles gaat goed op school. het voelt alsof niks zijn leven kan verpesten. tot dat ene moment. trigger warnings - leukemie - gay