Hoofdstuk 4: A drunk man's words...

4.6K 383 114
                                    

Liz lag met haar benen in de lucht op mijn bed. Op haar buik lag een grote zak Doritos en om de paar tellen stopte ze een chipje in haar mond.

'Oké, dus het komt er nu eigenlijk op neer dat je moet doen alsof jullie een stel zijn.'

Ik maakte een bevestigend geluidje.

Ze draaide haar hoofd zodat ze me aan kon kijken. 'Ah, dan kunnen jullie dus ook in het openbaar zoenen.'

'Ieuw,' kaatste ik terug, maar zo verkeerd klonk dat niet eens.

Liz maakte een snurk geluidje. 'Maar hoe ga je dat nu dan op school doen?'

'Wat?' Ik draaide een rondje op mijn bureaustoel.

'Gewoon,' zei Liz. 'In de pauzes en zo, en onder de les.'

'O.' Verschrikt keek ik haar aan. 'Daar heb ik helemaal nog niet over nagedacht.'

Ze schoot in de lach terwijl ze zichzelf op haar buik rolde en de zak chips naar me toe gooide.

'Ar, ik moet zo gaan.' Met een zucht keek ze op de grote klok naast de deur. Het was elf uur.

Voor het geval ik opeens scheel werd, had ik een extra grote klok opgehangen.

Ik stond op van mijn bureaustoel. 'Ik fiets wel even een stukje met je mee.'

'Geweldig!' Ze klapte in haar handen en stond op van mijn bed. Terwijl ze haar voeten in haar paarse All Stars wurmde, pakte ik mijn telefoon van mijn nachtkastje en stopte hem in mijn broekzak.

Toen ik mijn fiets uit de garage gehaald had, stond Liz al ongeduldig met haar fietsbel te rinkelen. Aangezien het al over elven was, nam ik aan dat de buurt dat niet zo prettig vond. Dus peerden we hem snel voordat iemand ons in elkaar kwam slaan.

Toen we even onderweg waren en rustig aan het praten waren, kwam het gespreksonderwerp op één of andere manier op het weer.

'Het wordt morgen lekker weer, joh!' vertelde Liz enthousiast.

Ik keek haar schuin aan. 'O?'

Ze knikte. 'Ja. Ik zat dus te denken... We zouden morgen naar het strand kunnen gaan?'

'Goed idee!' zei ik vrolijk, terwijl we haar woonwijk in reden. 'Maar denk je niet dat het heel druk zal zijn?'

'Ach,' merkte Liz achteloos op, 'dat zien we dan wel.'

Toen Liz thuis was, en we afscheid hadden genomen, vertrok ik weer naar huis. Ik besloot om de binnendoor route te nemen, langs de wijk waar River woonde.

Ik zat te twijfelen of ik nu verplicht was om hem gedag te zeggen, aangezien we nu een 'stel' waren, maar ik schudde die gedachte weg, aangezien het alleen in het openbaar duidelijk moest zijn en vooral als Miranda in de buurt was.

Toen ik net de wijk uitgereden was, zag ik opeens iets tegen de rand van de welkomstpoort zitten. Aangezien het donker was buiten, en de lantaarnpalen de straat slechts schaars belichtten, kon ik niet goed zien wat het was.

Voorzichtig zette ik mijn fiets neer, en sloop nieuwsgierig en een beetje angstig richting de poort. Toen ik een stuk dichterbij kwam, zag ik dat het een mens was. Er stak een been uit en de linkerarm hing laveloos naast het lichaam. In een hand een fles.

'Arie?' vroeg de stem verbaasd. 'Ben jij dat?'

Het was River.

Zodra ik me dat realiseerde, knielde ik bezorgd naast hem neer. Ik pakte zijn kin beet, zodat hij me aan kon kijken.

'River! Gaat het wel?'

Hij greep mijn arm met verbazend veel kracht, terwijl hij mompelde dat het prima ging, of in ieder geval iets dat er op leek.

Zonder omhaalWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu