Hoofdstuk 17: Blauw oog

3.8K 388 91
                                    


Ik kon het niet laten om tijdens het eten steeds stiekem naar River te gluren. Mijn ouders hadden heus wel door dat er iets aan de hand was, en mijn moeders ogen transformeerden tot schoteltjes toen River opeens – uit het niets mijn hand beetpakte.

Het was in enige mate grappig hoe betrokken mijn moeder zich tot mijn relatie voelde, maar aan de andere kant ergerde ik me er kapot aan. Het was dus ook het moment dat we klaar waren met eten dat ik mededeelde dat River en ik nog even een avondwandeling gingen maken, zodat we even konden ontsnappen aan de zielen zuigende blikken van mijn moeder.

Waar ik wel blij mee was, was dat mijn ouders vanavond nog niets beschamend hadden gedaan of gezegd.

'Even een jas pakken,' zei ik tegen River en rende snel de trap op naar mijn slaapkamer. Ik kon het niet helpen om even snel een blik te werpen op mijn bed, waar River en ik net speeksel hadden zitten uitwisselen.

Ik beet op mijn lip om mijn lachen in te houden en pakte snel een vestje uit mijn kast alvorens ik de trap weer afdenderde en River met me mee naar buiten sleurde. Ik had mijn moeder namelijk alweer zien gluren en wilde hier zo snel mogelijk weg.

Een beetje ongemakkelijk liepen we naast elkaar en onze armen raakten elkaar telkens net niet. Uiteindelijk pakte River mijn hand en drukte er glimlachend een kus op. 'Waar gaan we naartoe?'

Ik haalde mijn schouders op. 'Geen idee.' Ik deed mijn best de kriebels te negeren die hij me gaf als hij zo mijn hand vasthield. 'Wat wil jij?'

'Ik heb wel een idee,' zei hij met een onheilspellende grijns.

Ik trok een wenkbrauw op.

'Je zult het wel zien,' antwoordde hij op mijn ongestelde vraag.

Toen we een tijdje gelopen hadden, zag ik dat River richting de Italiaan liep. 'Je bent af en toe zo voorspelbaar.'

'Weet ik, dat moet ook wel. Anders dan ren je straks gillend weg omdat je mijn gedachtegang totaal niet snapt.' Hij knikte erbij alsof zijn woorden ergens op sloegen.

Ik kneep mijn ogen tot spleetjes. 'Wat zat er in jouw eten?'

'Vast een hele hoop liefde,' suggereerde hij, 'omdat je moeder zo ontzettend veel van me houdt.'

'Fout,' antwoordde ik, 'mijn moeder houdt niet van je, ze vind je gewoon ontzettend charmant.'

'Ach, ze gaat vast nog van me houden. Dat móét wel.'

Ik liet zijn hand los. 'Wat ben je toch wálgelijk vol van jezelf.'

'Dank je, Arie.'

Ik schoot in de lach. 'Die had ik alweer een tijdje niet gehoord.'

We waren inmiddels aangekomen bij de ijssalon en het was tamelijk rustig, waardoor we al snel aan de beurt waren.

'Eén chocolade en één citroensorbet, graag.' River wierp een blik op mij. 'Want gelukkig ben jíj niet voorspelbaar.'

Ik grijnsde omdat ik wist dat hij gelijk had.

Met onze ijsjes in ons hand, liepen we weer verder. Ik had echt geen idee waar we heen gingen, maar dat interesseerde me ook niet zoveel want het was gezellig en het weer was goed.

Toen we onze ijsjes al lang en breed opgepeuzeld hadden, vertrokken we weerrichting huis. Toen we de Dorpsstraat passeerden, zag ik opeens twee héle bekende figuren.

River zag ze ook en zij zagen ons ook.

'Kom we gaan,' fluisterde ik snel tegen River. Voordat de jongens ons iets konden maken, liepen we vlug de andere kant op.

Zonder omhaalWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu