Trix en Lily staan voor een groep druk pratende mensen. 'Oké, mag ik even de aandacht? Hallo?' Zegt Trix luid, maar haar stem geraakt niet boven het tumult. Ze zijn in de zwerkbalkleedkamer en zitten met z'n allen om een tafel. 'Hallo!' Schreeuwt Lily. De kinderen worden stil. 'Bedankt dat jullie hier allemaal zijn,' zegt Lily. 'Deze groep is opgericht door mij en Trix, omdat we veel vreemde dingen hebben zien gebeuren de laatste tijd. We kunnen dit natuurlijk niet zomaar laten gebeuren. Mensen zijn in gevaar, Trix' ouders bijvoorbeeld. Dit gevaar bedreigt ook de school. Ik denk dat we daarom alles eraan moeten doen om dit gevaar tegen te gaan,' Severijn Zonderland, een blonde jongen uit Huffelpuf steekt zijn hand op. 'En wat willen jullie doen?' Vraagt hij. Veel mensen mompelen instemmend. 'Dat is een goede vraag,' zegt Lily. 'We willen nu achter Wiggelaar aan,' gaat Trix op haar verder. 'Hebben jullie ook allemaal opgemerkt hoe vreemd hij zich gedraagt? Als ik mijn verdenkingen uitspreek: ik denk dat hij bij de dreuzeljager hoort,' enkele mensen beginnen driftig te fluisteren. 'Ik denk het ook,' zegt James, die dicht bij haar zit. 'Die test die hij de eerste les deed is echt niet normaal,' 'Ik heb een plan,' zegt Sirius. Iedereen draait zich naar hem toe. 'Wacht even,' zegt Lily. 'We gaan geen plannen maken! We weten niet eens zeker of hij het is,' 'Maar Lily, zo komen we erachter,' zegt Marlène. 'Ik denk dat we beter eerst kunnen observeren,' zegt Lily. 'Ik ben het met Lily eens,' zegt Esther van Ravenklauw. Trix vindt het leuk dat ze is komen opdagen. 'We moeten rustig aan doen,' zegt Esther. 'Maar dat kan niet,' James beukt op de tafel. 'Mijn ouders zijn ook al bedreigd, mensen worden vermoord daarbuiten! Als die Wiggelaar is wie wij denken dat hij is, dan is hij echt heel gevaarlijk. Ik zeg actie,' 'Ja, goed idee,' zegt Trix. Ze weet haast zeker dat het Wiggelaar is. 'Jongens, hij raakt vermist, vervolgens duikt hij op en gaat hij solliciteren voor docent en precies als hij terug is begint alle ellende,' zegt ze. Veel kinderen knikken. 'Maar-' stamelt Lily nog. 'Sirius, wat is je plan,' onderbreekt Trix haar. 'Goed,' begint Sirius. 'Er is dus een koffer met daarin een boeman op het kantoor van Wiggelaar. Althans, hij zegt dat het een boeman is. Trix en ik moeten vanavond weer nablijven. Als jullie door de hele school onrust stoken, dan zal Wiggelaar erheen komen en dan kunnen wij rustig in zijn kantoortje snuffelen,' legt Sirius uit. 'Een prachtplan,' zegt Trix enthousiast. 'Ja wacht even, wij krijgen sowieso allemaal strafwerk,' zegt Lily. 'Nee, jullie zijn op tijd weg,' zegt James. 'Met de goede timing gaat het prima lukken,' 'Een topidee sluipvoet,' zegt Remus. 'Maar hoe weten we zeker dat iedereen op tijd weg is?' 'Daar gaan we een schema voor maken,' zegt Sirius. Hij tikt Esther op haar schouder. 'Heb jij een Perkament voor me?' Vraagt hij. 'Natuurlijk,' antwoordt Esther. Ze haalt een rol perkament uit haar tas. Sirius begint een schema op te schrijven.
"Dus als we gewoon..." Begint hij. Iedereen kijkt mee over zijn schouder. Soms wordt er een mening gedeeld. Een meesterplan komt naar boven.Die avond om acht uur lopen Trix en Sirius naar het kantoor van Wiggelaar. Vanavond moet het gebeuren, dit kan doorslaggevende informatie geven.
Als ze de deur doorlopen zit Wiggelaar al aan zijn bureau. Hij kijkt even op als het duo binnen komt, wijst naar de tafel waar ze weer mogen gaan overschrijven en gaat verder met zijn bezigheden. Sirius en Trix kijken elkaar even aan en beginnen dan braaf met overschrijven. Na zo een kwartier te hebben gezeten wordt er op de deur geklopt. Trix, Sirius en Wiggelaar schrikken op. 'Binnen', roept Wiggelaar. Esther komt naar binnen gelopen. 'Eh, professor', zegt ze met een stalen gezicht, 'Er is een probleem met Severus Sneep, hij eh-' ze gaat wat dichter bij Wiggelaar staan en zegt iets zachts en onverstaanbaar tegen hem. Wiggelaar knikt. 'Kan professor Slakhoorn daar niet beter bij helpen?' Vraagt Wiggelaar. Trix versteend, daar hadden ze niet op gerekend. Gelukkig pakt Esther het soepeltjes op. 'Nou, we vertrouwen u iets meer professor, want professor Slakhoorn is soms nog wat- hoe zeg je dat- warrig. Snapt u?' Wiggelaar lijkt hierdoor gevleid en gaat dan toch mee. Esther geeft hen een knipoog en vertrekt.
Zodra de deur sluit staan Sirius en Trix op. Ze gaan naast de kist staan en trekken hun stokken. Even kijken ze elkaar aan. Sirius knikt. Dan doen ze de kist open. Vlug doen ze een stap naar achteren voor de zekerheid. Er gebeurt niks. Sirius nadert de kist langzaam en kijkt voorzichtig over de rand. Trix gaat achter hem staan en gluurt over zijn schouder. 'Bij Merlijns baard', mompelt ze. De kist lijkt geen bodem te hebben. Een zwarte holte is het enige dat zichtbaar is. 'Lumos' fluistert Sirius. Een lichtje wordt zichtbaar aan het einde van zijn toverstok, maar de ruimte in de kist wordt niet verlicht. 'Nox. Wat vreemd dit,' zegt hij bedenkelijk. 'Wat is dit?' Vraagt Trix zich hardop af. Sirius steekt langzaam zijn hand in de kist. Hij gaat dieper en dieper. 'Sirius zou je dat wel-' en net op dat moment, wanneer Sirius' hele arm in de kist zit, verdwijnt hij. Trix knippert even verdwaasd met haar ogen voordat ze beseft wat er net gebeurd is. 'Sirius!' Schreeuwt ze. Ze tuurt in de kist. Een halve minuut staart ze alleen maar naar de donkere kist. Dan steekt ze haar hand naar beneden. Ze kijkt nog even achter zich naar de deur en dan laat ze zich in de kist vallen. Even is het zwart maar dan hoort ze zacht; 'Au!'. Ze voelt een stel benen onder haar bewegen. Ze is op Sirius gevallen. Ze wil haar mond openen om iets te zeggen, maar Sirius doet snel zijn hand voor haar mond. Trix wil bewegen maar Sirius houdt haar vast. Als ze even gesparteld heeft, wijst Sirius naar het enige streepje licht dat in de ruimte te zien is. Ze lijken in een kast te zitten. Trix zit abrupt stil en gluurt naar buiten. Daar ziet ze een tovenaar, totaal in het zwart gekleed, die klaarblijkelijk een bezwering richting de kast uitspreekt. Trix kijkt Sirius aan. 'Wie is hij?' Vraagt Trix zachtjes. 'Dat is Emile Krach, een vriend van mijn ouders,' fluistert Sirius, 'En ik ben er bijna honderd procent zeker van dat hij bij de dreuzeljager hoort'. 'Hij spreekt een bezwering uit via de kast...', fluistert Trix. Sirius knikt. Trix zit erg ongemakkelijk en probeert zachtjes haar voet te verplaatsen. En dan, tegen alle verwachtingen in, kraakt de kast. Een luide kraak. Trix en Sirius blijven stokstijf zitten. Het bloed stolt in hun aderen. Krach kijkt verbaasd naar de kast. Hij vertrouwt het niet en komt wantrouwig dichterbij. Hij komt met zijn oog dicht bij de kier. Sirius grijpt zijn kans! Hij trekt zijn stok en roept: 'Dispulso!'. De vloek raakt Krach recht in zijn oog. Trix en Sirius rollen uit de kast. 'Expelliarmus!', roept Trix. Krach's toverstok vliegt in de lucht en beland een eindje verder in de kamer. Krijsend rolt Krach op de grond. Trix rent naar de toverstok en pakt hem snel op. Als ze opstaat kijkt ze in de ogen van een lange man met ijzige ogen en platinablond haar. Abraxas Malfidus. Ze krabbelt een stukje naar achteren. Sirius probeert hem te vervloeken maar Abraxas is iets behendiger dan zijn collega. Hij kaatst de vloek af en schiet snel een nieuwe op Sirius af. Sirius vliegt door de lucht en komt met een knal tegen een kast aan. Hij blijft doodstil liggen. 'Sirius!', schreeuwt Trix. Ze wil naar hem toe rennen, maar Abraxas houdt haar tegen. 'Niet zo snel dametje', mompelt hij. Trix voelt dat dit foute boel is. Abraxas stroopt langzaam zijn mouw op. 'Dit gaat de heer van het duister vast leuk vinden', sist hij genietend. Trix ogen worden groot als ze op zijn pols een soort tatoeage ziet, van een slang die door een schedel heen kruipt. Hij zet zijn toverstok erop en de afbeelding licht op. In de kamer beginnen allemaal mensen te verschijnselen. Ze hebben zwarte gewaden aan met zilveren maskers. Als laatste verschijnt er een man waardoor Trix' gezicht wit wegtrekt. De angstaanjagende man komt naast Abraxas staan. Hij is lang en mager en heeft fel rode ogen die Trix kil aankijken. Het meest opvallende aan zijn uiterlijk is het kleine stompje vlees wat zich op de plek van zijn neus bevindt. Het lijkt alsof zijn neus langzaam weg aan het groeien is. Rustig tilt hij zijn toverstok op en richt hem op Trix. 'Wie ben jij?', vraagt hij sissend en zijn stem snijdt als een mes door Trix' lichaam. Ze voelt een rilling over haar ruggengraat lopen. 'Trixette Sylvester', antwoordt Trix. 'Aha, een goede vangst', lacht hij, met een lach die alles behalve vrolijk is. Trix' vuist houdt haar toverstok stevig vast. 'Maak haar af', zegt één van de maskers met een kakelende stem. 'Hou je mond', zegt de enge man fronsend. Trix heeft een vermoeden dat hij de dreuzeljager is. Hij draait zich langzaam richting Sirius. 'En als dat niet de zoon van Orion Zwarts is', zegt hij. Hij loopt op Sirius af. 'Blijf van hem vandaan!', roept Trix zonder na te denken. De dreuzeljager schrikt en kijkt haar boos aan, wat nog enger is dan zijn lach. 'Hoe durf je zo te spreken tegen Heer Voldemort!' zegt hij zacht en koel. 'Voldemort?' Herhaalt Trix langzaam, ze herinnert zich dat Perkamentus haar dat een tijd geleden verteld had na de aanvaring met de dementor in Zwijnsveld. Voldemort's ogen flikkeren als ze zijn naam herhaalt. 'Dat hoor je goed, binnenkort zal iedereen mijn naam kennen, iedere tovenaar en iedere heks zal smeken om vergiffenis als ik aan de macht kom en ons ras zal eindelijk gezuiverd worden. Oh, hoe lang heb ik daar op gewacht! Hoe lang kijk ik daar al naar uit. Modderbloedjes vrezen mij al, maar jij, jonge dame hebt lef. Ik zal je hierom sparen, en om het feit dat je zuiver van bloed bent, ik probeer zo min mogelijk van onze mensen te laten sterven, maar toch is het soms een moeilijke taak, vooral als ze zo dwars zijn. Om dit lef dat je toont laat ik je leven, maar ik kan het niet onbestraft laten...' Hij haalt een magere, bleke hand langs een lange zwarte toverstok. 'Bellatrix...' Hij maakt een gebaar met zijn hoofd. 'Bellatrix?' zegt Trix, die kent ze! Die zit bij hen op school op Zwadderich, wat doet zij hier? Trix draait haar hoofd snel en kijkt tegen Bellatrix' zilveren masker. Door twee gaten ziet ze sadistisch fonkelende ogen. 'Crucio!' kakelt een stem van achter het masker. Meteen voelt Trix een ondraaglijke pijn in haar hele lichaam. Alsof al haar botten tegelijk gebroken worden en haar hoofd uit elkaar gaat springen. Het meisje lacht hard. Voldemort loopt op Sirius af en bekijkt zijn hoofd. Hij checkt of hij nog leeft. Trix schreeuwt het ondertussen uit van de pijn. 'Genoeg Bellatrix', zegt Voldemort uiteindelijk. Trix valt neer op de grond. Ze huilt. Voldemort knielt naast haar neer. 'Ik hoop dat je je de volgende keer bedenkt', fluistert hij. Trix bijt op haar lip en geeft geen antwoord. 'Ik hoor je niet', zegt Voldemort snerend. 'Moet Bellatrix je nog even duidelijk maken wat ik bedoel?' Trix schud haar hoofd. 'Nee, dat dacht ik al. Wat zeg je dan tegen de heer van het duister?' Trix geeft geen antwoord, ze weigert ja te zeggen. Voldemort raakt geïrriteerd van de stilte en staat nijdig op. 'Goed.' Zegt hij alleen koeltjes. Even later voelt Trix opnieuw die helse pijn. Alsof haar hele lichaam uit elkaar getrokken wordt. Ze schreeuwt en huilt en spartelt. Bellatrix lacht en dan laat haar Voldemort stoppen. 'Goed, meisje. Wilde je nog wat zeggen tegen de heer?' Grijnst hij. 'S-sorry', fluistert Trix. 'Wat zei je? Ik verstond je niet', zegt Voldemort. 'Sorry', brengt Trix snikkend uit. 'Goed zo. Zo mag ik het horen. Malfidus, kijk of die jongen wakker wordt.' wijst Voldemort en Malfidus loopt naar Sirius toe. Hij schud hem heen en weer en als hij niet wakker wordt spreekt hij een betovering uit.
JE LEEST
Sylvester
FanfictionTrixette Elizabeth Victoria Sylvester is de dochter van de Minister van toverkunst. Ze studeert aan Zweinstein en trekt daar op met onder andere Lily Evers en Marlène Zwavelhout. Als buiten Zweinstein een onbekende dreiging ontstaat besluit Trix om...