Remus' geheim

309 23 0
                                    

Als de boterbier op is, blijven Trix en de jongens nog even zitten. Ze praten uitbundig over school, zwerkbal en vrienden. Als op een gegeven moment op de deur wordt geklopt. Ze kijken elkaar aan. Dan kijken ze naar Zarith. Zarith geeft een gebaar dat ze onder de tafel moeten gaan zitten. Snel gaan ze onder de tafel zitten en zijn doodstil. 'Doe die mantel om,' fluistert Sirius alleen. James gooit de mantel over hen heen. Ze horen voetstappen. Vier nette mannenschoenen komen binnen. De een met een krijtstreep broek, de ander met een groene broek. 'Goedenavond heren, kan ik iets voor u betekenen?' Vraagt Zarith. 'Jazeker, één ouwe klare alsjeblieft,' zegt een zware bromstem. 'Doe mij maar een lekker boterbiertje,' zegt een lichtere stem. Ze lopen naar een tafeltje. 'Zo te zien waren wij niet de enigen zo laat op de avond?' Vraagt de Bromstem aan Zarith. 'Nee, er waren net nog een paar dorpsbewoners, die vinden het fijner om 's avonds te komen,' antwoord Zarith. 'Aha,' zegt de lichte stem. Ze zien hoe Zariths voeten dichterbij komen. Hij ruimt de tafel af. James en Trix kijken elkaar aan. Zarith tikt zachtjes tegen hen aan met zijn voet. Hij maakt een klein gebaar met zijn hoofd dat ze moeten volgen via de andere tafels. Remus begint zich opeens heftig te krabben. James stoot hem boos aan. Maar Remus stopt niet. 'Ik moet weg,' zegt hij zacht. 'Nu!' Hij begint te lopen. De rest volgt snel. Ze stappen onder het tafeltje vandaan en rennen op hun tenen achter Zarith aan. Die slaat een deur open, kijkt om zich heen, niet begrijpend waar de kinderen zijn. Hij wacht even, maar slaat dan bezorgt toch de deur dicht. Hij schrikt zich een hoedje als de kinderen hem lachend aankijken vanuit de keuken. 'Hoe- nouja, wat deert het ook, kom mee!' Zegt hij, hij leidt hen voor naar en deur. Remus krabt zich heftig aan zijn nek en armen. 'En wees voorzichtig!' Zegt Zarith. Hij laat hen de deur uit. De kinderen hollen naar de straat. En daar, midden op de straat, blijft Remus staan. Hij ziet er niet normaal uit. 'Lupos?' Vraagt Trix. 'Je mag hem Remus noemen hoor,' zegt James. 'Zeg Remus! Kom mee man!' Roept Sirius. 'Nee!' Zegt Remus fel. Trix schrikt van zijn felheid. 'Kom mee Remus!' Roept Trix. 'We moeten terug naar school,' Remus maakt rare bewegingen met zijn hoofd. 'Wat doet hij nou?' Vraagt Trix. Ze vind dat hij wel een beetje eng doet. Opeens ziet Trix dat er haren uit zijn lijf groeien. Zijn armen beginnen te groeien en zijn hoofd verandert. 'REN,' brult hij nog. Trix deinst naar achter. Sirius pakt haar arm en trekt haar achter zich. 'Rennen!' Zegt hij. 'Nee, ik blijf bij jullie! Samen uit, samen thuis,' zegt Trix. 'Shit,' zegt James hij Trekt Sirius mee. Trix wordt achteruit geduwd en valt op de grond. James en Sirius pakken haar op. Maar Trix is verkeerd gevallen. Haar enkel doet vreselijk pijn. De tranen staan in haar ogen. Ze probeert te lopen, maar valt gelijk weer. 'Kom op!' Roept James. Hij trekt haar omhoog. Sirius tilt haar op. 'Dat hou je nooit vol!' Roept James. 'Kom op mijn rug,' zegt hij, James is de langste van de twee. Sirius helpt Trix om op James zijn rug te komen. Ondertussen scheuren de kleren van Remus lichaam af. James, met Trix en Sirius rennen naar de snoepwinkel. Remus begint achter hen aan te gaan. 'RENNEN,' roept James. Ze rennen de benen uit hun lijf, en doordat Sirius geen meisje op zijn rug heeft, ligt Sirius al gauw een groot stuk voor James en Trix. Ze zijn er nog lang niet! 'Oh help,' zegt James hijgend. Remus komt steeds dichterbij. James probeert nog harder te rennen. Trix kan alleen maar 'sorry' jammeren. James rent naar het winkeltje. Sirius houd de deur open, maar slaat die net op tijd dicht voor Remus. Remus beukt tegen de deur, die Sirius vergrendelt. Hij blijft ertegenaan staan. James rent naar beneden en laat Trix door het luik zakken. Voorzichtig gaat ze op de grond zitten. Sirius volgt al snel en daarna James. Het luik klapt dicht en het enige wat je hoort is het gehijg van de jongens. Ze kijken elkaar aan. Trix begint te huilen. 'Wat is er?' Zegt James. 'Rustig nou,' hijgt Sirius. 'Het komt goed,' gênant gaat hij naast haar zitten en hij aait vreemd over haar schouder. 'Wisten jullie dat-' hikt Trix. 'Dat- dat Remus...' 'Nee,' zegt James. 'Dat wisten we niet,' Hij kijkt Sirius aan. 'Wat erg...' hijgt Sirius. 'Wat kan hij eraan doen? Hij is zo ongelukkig geweest om door een ander gebeten te worden,' zegt James. 'Hij had zeker lekker bloed,' zegt Sirius. 'Jezus Sirius, doe nou niet zo dom,' zegt James geïrriteerd. 'Ik weet wat weerwolven zijn, James, ik kom uit een zwadderaarsras. Duistere magie is zo'n beetje hun hobby,' zegt Sirius. 'Wat zeg je nou, je was toch gewoon vrienden met Remus geworden,' zegt James boos. 'Oké rustig aan,' snottert Trix. 'Ik ben hier toch niet de dupe van een echtelijke ruzie?' Sirius kijkt haar nors aan. 'Wat moeten we nu dan,' zegt James. 'Geen idee,' zegt Sirius. Hij krabt zich over zijn nek. 'Jij ook al,' grapt Trix. 'Zeg, jij bent op dreef he? Echtelijke ruzies en weerwolfgrapjes,' zegt Sirius grijnzend. 'Jongens, wat moeten we doen was de vraag,' zegt James. Trix kijkt pijnlijk naar haar zere enkel. 'Goed, we moeten iets met Remus,' zegt James. 'Ja, zullen we hem binnenhalen en hem een bot geven. Hij zou het vast fijn vinden als we zijn vachtje kammen,' zegt Sirius. 'We moeten terug naar school,' zegt Trix. 'We moeten naar Anderling, of misschien wel Perkamentus,' 'Nee! Dan komen ze er toch achter dat we weg waren,' Zegt James. ' Jullie zeggen gewoon dat jullie wakker werden van zijn vertrek, en ik was op weg naar de wc,' zegt Trix. 'En hoe verklaren we dan dat we weten dat Remus een weerwolf is,' vraagt James. 'We waren hem gevolgd,' zegt Sirius. 'Precies,' zegt Trix. James kijkt haar ongelovig aan. 'Oké dan,' zucht hij 'Laten we gaan dan,.' James en Sirius staan op en beginnen te lopen. 'Eh hallo?' Roept Trix. Ze kijken om. 'Oh ja,' zucht Sirius. Ze sloffen terug en pakken haar op. 'Waar heb je eigenlijk pijn?' Vraagt Sirius. 'Mijn enkel,' antwoord Trix. 'Oh wacht, doet dit pijn?' Hij drukt tegen haar enkel aan. 'Nee,' zegt Trix. 'Je hebt hem verzwikt, maar daar weet ik iets voor,' hij zwiept met zijn toverstok en mompelt iets. Trix gaat op beide benen staan. De pijn is weg. Blij kijkt ze Sirius aan. 'Hoe deed je dat?' Vraagt ze. 'Geheim,' knipoogt hij. Ze lopen verder de gang in. Als ze bij het einde zijn en de bochel door kruipen doen ze de mantel weer om. Ze sluipen door de gangen. 'Anderling of Perkamentus,' fluistert Sirius. 'Perkamentus, dit is echt serieus,' fluistert Trix terug. 'Ja, inderdaad,' fluistert Sirius. James zegt niks en loopt mee, hoewel hij het er niet mee eens is. Ze komen mevrouw Norks, de kat, nog een keer tegen. Ze ziet hen bijna. Gelukkig rent ze net langs hen en kunnen ze weer normaal ademhalen. Ze komen bij de stenen waterspuwer waarachter zich het kantoor van het schoolhoofd bevindt. 'Shit, we moeten natuurlijk een wachtwoord hebben,' zegt Sirius zachtjes. 'Niet aan gedacht,' zegt Trix. 'Nou, wat gaan we nu doen slimmerds,' zegt James zuinig. 'Ik weet het niet,' zegt Trix. Iemand tikt op hun rug. Ze draaien om, de mantel valt af. Ze kijken recht in twee vonkelende, blauwe ogen. 'Het wachtwoord? Suikerstokje,' zegt de zware stem. 'Professor...' stamelt Trix. 'Wat is er Trixette?' 'We wilden even met u praten,' springt Sirius in. 'Natuurlijk, maar is het niet iets aan de late kant?' Vraagt Perkamentus. 'Eh, ja maar-' zegt Trix. 'Kom maar mee naar boven,' zegt hij rustig. De kinderen volgen hem. Ze gaan tegenover Perkamentus zitten. Ze vertellen het hele verhaal van Remus zoals ze het bedacht hadden. Perkamentus knikt alleen maar. Als ze klaar zijn is hij even stil. Maar dan zegt hij: 'Ik wist het al,' de monden van de kinderen zakken open. 'U- u wist het al?' Stamelt Trix. 'Ja,' zegt Perkamentus alleen. 'Jullie hadden dit eigenlijk niet mogen zien. Helaas is het zo gegaan. Hebben jullie verwondingen opgelopen?' De kinderen schudden hun hoofden. 'Goed, dan is het beter dat jullie weer naar jullie leerlingenkamer gaan, maar vertel aan niemand wat je gezien hebt. We willen niet dat Remus eventuele pesterijen op zijn deurmat krijgt door zijn ongeluk,' Ze knikken. Perkamentus staat op en gaat hen voor naar de deur. 'Hier,' zegt hij. 'Geef dit maar aan vilder, mocht hij jullie snappen,' zegt Perkamentus. Hij geeft hen een briefje en een knipoog. 'Goedenacht professor,' zegt Trix. 'Goedenacht Trixette,' zegt Professor Perkamentus. 'En doe de groeten aan je vader,' Hij verdwijnt weer naar zijn kantoor.
Ze gaan terug naar de leerlingenkamer. Ze ploffen op de stoelen. 'En Remus?' Vraagt James na een tijdje. 'Wat Remus?' Vraagt Sirius. 'Die halen ze zo terug,' 'zullen we maar gewoon naar bed gaan?' Vraagt Trix. Ze wrijft met haar hand in haar ogen en gaapt. 'Ja, we kunnen moeilijk op hem gaan wachten, hij zal de hele nacht getransformeerd zijn,' zegt Sirius. James knikt. 'Ja, laten we gewoon gaan slapen,'
Trix struint naar de slaapzaal. Ze kleed zich om in haar Pyjama en gaat in haar bed liggen. Snel valt ze in een onrustige slaap met veel enge dromen over Remus Alter-ego.

SylvesterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu