De jonge jaren.

458 26 0
                                    

Trix groeide als kool. Het was niet te geloven. Ze was nu net zeven jaar. Haar ouders waren altijd druk bezig met dingen die ze niet begreep. De laatste tijd was haar vader alleen maar op zijn werk of in zijn studeerkamer. Haar moeder was soms thuis, maar dan moest ze thee met haar drinken en zei ze niet veel omdat ze moe was. In de tussentijd werd Trix opgevoed door een Nanny. Een kindermeisje. Ze had er al vier versleten. Allemaal konden ze de pesterijen en het kattenkwaad van Trix niet aan. Waar ook nog eens bij kwam dat ze dreuzels waren. Ze begrepen niet veel van het kind. Het meisje had een enorme fantasie vonden ze. Zo bedacht Trix dat haar vader en moeder tovenaars waren en dat ze op een soort kantoor voor tovenaars werkten. "Ik zeg je," zeiden ze dan, "dat is toch klinkklare onzin!" Of "Jaja, maak dat de kat wijs," en daarna stuurden ze haar weg en zeiden dat ze moest gaan spelen.

Trix ging dan meestal naar buiten. Ze had vriendjes en vriendinnetjes gemaakt. Allemaal dreuzels. Maar het makkelijke van dreuzel kinderen was dat ze niet zo zeurden over fantasie. Zij geloofden Trix en vonden het helemaal te gek. En Trix ook, want die wist dat ze de waarheid vertelde, papa had het immers zelf gezegd! Ze speelden vaak verstoppertje en tikkertje, ook haalden ze ontzettend veel kattenkwaad uit bij de buren. Nu moesten ze vooral meneer en mevrouw Ashton hebben.

Meneer en mevrouw Ashton waren een koppel op leeftijd. Meneer Ashton ging volgend jaar met pensioen, maar nu had hij nog een baan als boekhouder bij het museum. Mevrouw Ashton werkte soms voor de groenteboer om de hoek. Daar stalen de kinderen vaak een paar frambozen of aardbeien. Maar het koppel was ondanks hun perfecte, rustige leventje altijd ontzettend chagrijnig. Ze hielden niet van kinderen. Vaak als de voetbal in hun tuin kwam, kregen de kinderen hem niet meer terug. Of wel, maar dan was hij al lek gesneden door mevrouw Ashton.

Trix en haar vrienden pestten het koppel altijd. Een keer hadden ze twee emmers koud water over de schutting gegooid. Toen waren ze zo snel mogelijk weg gerend toen ze mevrouw Ashton hoorden gillen en meneer Ashton hoorden vloeken. Ze waren net op tijd om de hoek en hoorde meneer Ashton mopperend de tuindeur achter zich dicht trekken.

Een andere keer hadden ze het geflikt om de drie katten van de Ludsons over de schutting heen te krijgen. Die katten waren geen lieverdjes en als er honden bij kwamen - in dit geval de honden van de Ashtons zelf- gebeurde het ergste. Een enorme ruzie van katten en honden vond plaats en de hele buurt kon het horen. Meneer Ashton had zelf de schutting en heg kat-vrij gemaakt door hekjes te plaatsen en gaatjes te dichten dus helaas had hij gelijk door wie dit had geflikt. Hij had boos op de stoep van de Sylvesters gestaan met zijn vrouw en had duidelijk gemaakt dat, als dit nog eens gebeurde hij er persoonlijk voor zou zorgen dat de politie hen zou komen ophalen en hij hen zou aanklagen voor onrust in de buurt en het disrespectvol behandelen van ouderen. Dat vonden de Sylvesters een hele mond vol, dus spraken ze hun dochter aan op dat ze het niet meer zou doen. 

Geloof maar niet dat Trix zich daar iets van aantrok. En om de Ashtons eens flink te pakken te nemen omdat ze haar ouders zo bezorgd hadden gemaakt, besloot Trix hen weer een poets te bakken. Ze wist dat meneer Ashton enorm veel waarde hechtte aan zijn auto. Als er iets met die auto gebeurde, dan was hij in alle staten. Hij waste hem iedere zaterdag. Maar die auto, wist Trix, was dus ook zijn zwakke plek.

'S nachts ging Trix naar buiten. Om een uur of elf. Ze had lijm en schoensmeer bij zich. Eerst smeerde ze onder de autowielen een dikke klodder lijm. Daarna begon ze met de schoensmeer op de bumper van de auto te schilderen. Ze had de glanzende zilveren bumper besmeerd met het zwarte spul. Alle zilveren stukjes van de auto besmeerde ze. Toen ging ze weer naar huis.

De volgende dag, maandag, werd ze wakker van een enorme brul die door de hele straat galmde. Gevolgd door een hoge gil. Snel racete Trix naar het raam. Ze zag hoe de Ashtons haast huilend voor hun auto stonden en met hun vuisten richting hun huis zwaaiden. Toen zag ze hoe meneer Ashton naar hun huis toe rende en naar boven keek. Hij zag haar! Hij werd nog roder dan hij al was, haast paars, en beukte met beide handen op de mooie, donker groene deur van huize Sylvester. Haar moeder, die op het punt stond te vertrekken, deed open. 'MEVROUW,' brulde meneer Ashton in haar opgemaakte gezicht, 'KIJKT U EENS EVEN,' hij wees naar de, nu zwart met gele auto. 'WAT ZIET U?' 'Een mooie auto,' zei mevrouw Sylvester niets vermoedend. 'MOOI? MOOI? MIJN AUTO WAS GEEL MET ZILVEREN RANDEN, MIJN AUTO IS NU VERPEST,' bij het laatste woord sproeide hij een walm van spuug uit. 'Meneer rustig aan, wat bedoelt u?' 'IK BEDOEL,' zei hij, nu echt paars, 'DAT JOUW DUIVELSE DOCHTERTJE MIJN AUTO HEEFT ONDERGESMEERD MET IETS ZWARTS,' 'Duivels?' Zei mevrouw Sylvester nu scherper, 'mijn dochter is niet duivels en hoe weet u nou meteen dat het mijn dochtertje was?' Meneer Ashton zweeg even, maar keek haar vernietigend aan. 'Omdat...' Begon hij. 'Omdat zij het enige kind is dat zoiets zou doen, ze is- DAAR IS ZE' Trix was naar beneden gekomen en was achter haar moeder gaan staan, nu had meneer Ashton haar gezien. Hij greep haar vast en trok haar hardhandig naar zich toe. Woedend siste hij: 'kom hier rat, jij gaat mij nu zeggen wat je gedaan hebt en ik breng je naar de politie,' hij sproeide ook haar helemaal onder. 'Getver,' zei Trix en probeerde zich los te rukken. 'Zeg meneer!' Zei Mevrouw Sylvester, 'Laat haar los!' Ze begon aan Trix' arm te trekken, maar meneer Ashton liet niet los. Hij bleef ook trekken. 'DIT KIND GAAT NAAR DE POLITIE!' Schreeuwde hij. 'MIJN KIND GAAT NERGENS HEEN,' schreeuwde mevrouw Sylvester. 'NEE IK GA NERGENS HEEN,' schreeuwde ook Trix. Meneer Ashton keek haar aan alsof hij haar wilde vermoorden.

De Nanny kwam ook de gang in. Ze schrok zich wild en rende de huiskamer weer in. Daar wachtte ze tot het voorbij was.

Trix riep om haar hulp. 'ANNET! ANNET HELP!' Maar natuurlijk kwam Annet niet. Die was te bang voor meneer Ashton.

Trix kreeg pijn aan haar armen van het trekken van haar moeder en meneer Ashton. Ze was woedend op hem. Hoe durft hij zo tegen haar moeder te praten! Ze keek hem boos aan. Het is net een vervelende, chagrijnige, wrattige pad met haaruitval, Dacht ze. En op dat moment gebeurde er iets. Meneer Ashton leek groen te worden. Zijn handen kregen vliesjes en dopjes op zijn vingers. Zijn ogen gingen verder uit elkaar staan en werden groter. Hij kreeg nog meer wratten dan hij al had. Hij leek wel op een - 'hij wordt een pad!' Riep mevrouw Sylvester uit. Meneer Ashton probeerde haar af te snauwen, maar er kwam niks anders uit zijn mond dan gekwaak. Hij sloeg zijn zwemvliezen voor zijn mond en zag wat zijn handen waren geworden. Hij probeerde verwoed te gillen maar alleen een hees gekwaak kwam uit zijn mond. Hij viel om. Hij ging op handen en voeten zitten. En keek bang om zich heen. Hij was een gigantische pad. Trix schaterde het uit; 'Net goed,' zei ze lachend. 'Kunt u eindelijk uzelf zijn,' hij keek haar boos aan, voorzover een pad boos kan kijken, maar deed niks. Meneer Ashton was bang geworden. Mevrouw Sylvester vond het echter niet zo grappig. 'Komt u maar even mee naar binnen, dan zal ik u terug veranderen,' ze trok hem mee naar binnen. Daar zette ze hem in de keuken en pakte haar toverstok. Trix had die natuurlijk wel vaker gezien, maar meneer Ashton kwaakte angstig. Ze veranderde hem terug en modificeerde zijn geheugen, maar één herinnering liet ze wel achter; met de Sylvesters valt niet te spotten.

Nadat dit voorval gebeurt was, en mevrouw Sylvester ervoor gezorgd had dat iedereen was gemodificeerd die ook maar iets had opgevangen van de gebeurtenis, deed meneer Ashton nooit meer iets tegen hen. Hij dacht wel een tweede keer na voordat hij woedend aanklopte. Hij bleef altijd bang voor Trix. En die bleef hem plagen.

Haar ouders waren niet zoals andere ouders boos geworden, ze waren juist trots! Ze zeiden dat ze er nu echt bij hoorde en dat ze werkelijk magisch was. Trix was ook blij. Ze had haar ouders al eens horen praten over een soort school voor hun soort. Mocht zij daar nu ook heen? Ze hoopte het vurig.

SylvesterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu