De Eerstejaars worden bij elkaar gedrongen door een enorme man met een wilde baard. Hij is sowieso twee keer zo groot als een normale volwassen man. Hij leidt de kinderen naar een oever met een steiger. Aan de steiger liggen allerlei bootjes, klaar voor gebruik. Trix schrikt, zouden ze nu moeten roeien naar het kasteel? Als een soort inwijding ofzo. Maar Trix ziet in geen een bootje roeispanen liggen. Zouden ze die moeten toveren ofzo? Door die gedachtes twijfelt ze opeens heel erg aan zichzelf. 'Goed,' zegt de Grote man. 'Hallo kinderen, welkom op Zweinstein, mijn naam is Hagrid, ik ben jachtopziener op t terrein,' Hij heeft een plat londens accent met een dikke 'L'. 'Jullie kennen me altijd in het houten huisie vinden, maar nu eerst gaan we naar het kasteel,' hij wijst naar het massieve gebouw aan de overkant. 'Allemaal in groepies van vier verdelen en in één van die bootjes gaan zitten, kom op! Opschieten!' Hij ziet er angstaanjagend uit, maar hij heeft toch iets liefs in zijn manier van doen. Trix stapt in de boot met Sirius, James en Natasha. Als alle leerlingen in de bootjes zitten gaat Hagrid zelf in het eerste bootje zitten. 'Goed, in die boot blijven zitten en niet met je handen uit de boot, Daar gaan we!' De lantarens van de bootjes springen aan en ze beginnen uit zichzelf te varen. Sommige kinderen geven een gilletje. Ze zoeken naar de motor. Ook Sirius en James. 'Zal ik eens in het water voelen?' Vraagt Sirius. Natasha schrikt, 'Nee! Dat mocht niet van Hagrind!' 'Het is Hagrid,' zegt Trix. 'Mij best, Hagrid, maar het mocht niet van hem!' 'Nou en,' zegt Sirius en hij haalt zijn schouders op. Grijnzend kijkt hij naar James. James grijnst terug en haalt zijn schouders op. Sirius buigt zich over de rand van hun bootje en doet zijn hand in het water. Na tien seconden haalt hij hem er weer uit. 'Koud zeg!' Zegt hij. Hij droogt zijn hand aan zijn gewaad. 'En het is zomer!' 'Nu ik,' zegt James. Ook hij buigt zich over de rand. Even houd hij zijn hand in het water. 'Ja,' zegt hij als hij hem eruit haalt. 'Dat is zeker koud, ik denk dat het betoverd is ofzo,' hij kijkt naar het water. Ook hij droogt zijn hand in zijn gewaad.
Ze komen aan bij de oever. 'Allemaal hiero heen!' Roept hagrid. Hij gaat hen voor naar een deur. Achter de deur is een kamer. Ze moeten daar wachten van Hagrid. Hij spreekt de kinderen nog één keer toe voordat hij vertrekt; 'jongens, niet zenuwachtig zijn, je komt sowieso op de juiste plek terecht, laat je hart het werk doen! Veel succes!' Dan verlaat hij de ruimte. Er ontstaat geroezemoes in de zaal. 'Kijk eens,' zegt James. Hij haalt zijn toverstok uit zijn zak. Oh nee, denkt Trix, ik ben de mijne in mijn jaszak vergeten. James laat zijn toverstok zien. 'Drieëntwintig-en-een-halve centimeter, essenhout met een kern van drakenbloed,' zegt hij joviaal en hij showt hem aan de rest. 'Die van mij is achtentwintig centimeter, met een soort eenhoorn kern ofzo,' zegt Natasha. 'De mijne is vijfentwintig centimeter, eikenhout, met een kern van bloed uit een drakenhart,' zegt Sirius. Hij haalt zijn stok uit zijn zak. Het is een mooie stok, ook donker bruin, met een mooi, recht model. 'Die van mij is drieëntwintig centimeter, Jadehout, met een kern van Drakenbloed en feniks staartveer,' Trix haalde niks uit haar zak. 'Waar is hij?' Zegt James. 'Waar is wat?' Zegt Trix. 'Je stok,' 'Oh, in mijn jaszak ' zegt Trix. 'Moet je die niet bij je hebben dan? Misschien moet je wel toveren bij die indeling,' Daar had Trix nog niet aan gedacht. 'Eh ja, dan doe ik het zonder, dat kan ik vast wel,' 'zonder? Dat kan niet eens,' zegt James ongelovig. 'Ik heb het anders jaren gedaan hoor,' zegt Trix trots. 'Hoe dan?' Vraagt Sirius. Maar tijd om dat uit te leggen heeft Trix niet, want een vrouw met een vierkante bril en zwart haar dat is opgestoken in een strakke knot in haar nek, en een groene puntmuts komt binnen. 'Stilte!' Roept ze. Meteen valt de hele zaal stil. Het is duidelijk dat je met deze mevrouw niet moet spotten. Sirius, James en Natasha doen snel hun toverstokken weer weg. 'Goed, welkom nieuwe leerlingen, op Zweinstein. Zometeen gaan we de grote zaal binnen, Jullie moeten dan allemaal achter elkaar aan lopen en in een rij vóór de lerarentafel gaan staan.' De leerlingen kijken haar aan. 'Komt er nog wat van? In een rij allemaal!' Het is alsof ze een schok hebben gekregen, ineens beginnen alle leerlingen zich te bewegen en ze gaan snel in een rij staan. Trix staat achter Sirius en voor Natasha. Uit haar ooghoek ziet ze het roodharige meisje Lily ook plaats nemen in de rij, samen met haar vriend Severus. Door de actie stijgt het nervositeit gehalte en komt het geroezemoes terug. 'Nu gaat het gebeuren!' Zegt Trix blij tegen Natasha. Sirius antwoordt; 'Ja! Veel succes, en als ik je niet meer terug zie bij Griffoendor: veel succes,' James achter hem lacht. 'Ja, want dat gaat nog zwaar worden zonder ons,' ze geven elkaar een high five. 'Maar hoe weet je nou zo zeker dat je in Griffoendor komt?' Zegt Trix. 'Misschien kom je wel bij Ravenklauw of huffelpuf,' 'nee,' zegt Sirius. 'Ik kom in griffoendor, dat weet ik,' 'oké,' zegt Trix. Maar zij zelf is niet zo zeker van haar zaak. En als je twijfelt ga je aan de dingen denken die zouden kunnen gebeuren. Zo ook Trix. Wat als, denkt ze, wat als ik in Zwadderich kom. Dat is iets wat ze ècht niet wilt. Dan zou ze waarschijnlijk van school gaan. Naar Beauxbattons ofzo. Of wat als ik bij Ravenklauw kom en dan de domste ben ofzo. Of wat als ik bij griffoendor of huffelpuf kom en dan gepest wordt om mijn haren of om iets wat ik niet kan helpen? Ze wordt misselijk van de zenuwen. Maar, denkt ze, het kan ook goed gaan, en tenslotte moet het een keer gebeuren, die indeling. Misschien komt ze bij Griffoendor, dat zou ze wel willen, of Ravenklauw. Misschien zou ze wel helemaal niet gepest worden... En dan komt de naarste gedachte bij haar op: Wat als het blijkt dat ze toch een snul is? Ze huivert. Wat als Perkamentus dan zou zeggen; 'Sorry, maar er is geen plek voor jou hier, je bent een stomme snul,' dan mocht ze niet blijven en zou ze per direct moeten vertrekken naar huis!
JE LEEST
Sylvester
FanfictionTrixette Elizabeth Victoria Sylvester is de dochter van de Minister van toverkunst. Ze studeert aan Zweinstein en trekt daar op met onder andere Lily Evers en Marlène Zwavelhout. Als buiten Zweinstein een onbekende dreiging ontstaat besluit Trix om...