De wegisweg

380 20 0
                                    

S'Avonds kwamen meneer en mevrouw Sylvester Thuis. Eerst mevrouw Sylvester. 'Hallo lieverd, hoe was je dag,' Trix wappert met de brief van Zweinstein voor haar neus. 'Oh,' lacht mevrouw Sylvester. Ze zet haar tas neer en bekijkt de Brief.

Later die avond komt ook haar vader thuis. Moeder en Trix zitten al te eten als hij breed lachend met zijn armen wijd de eetkamer in komt. 'Het is gelukt!' Zegt hij. 'Wat?' Vraagt Trix. Maar moeder springt op en omhelst haar man. 'Oh Henri,' zegt ze. 'Wat geweldig!' 'Ik weet het my love, ik ben ook verheugd!' Haar ouders geven elkaar een zoen en Trix kijkt vies weg. 'He getver, niet zo klef doen zeg, wat is er nou gelukt pap?' 'Jouw vader is sinds vanmiddag minister van toverkunst!' 'Wauw papa...' ZegtTrix. 'Dat is echt geweldig,' ze staat op en omhelst haar vader. 'ik heb ook goed nieuws,' zei ze terwijl ze elkaar los laten. 'Zoals wat?' Zegt haar vader. 'Zoals een brief van Zweinstein,' ze pakt de brief, die ze de hele tijd in haar zak had gehouden, uit haar zak en geeft hem aan haar vader. Hij bekijkt de brief aandachtig en geeft haar een kus op haar hoofd. 'Top lieverd,' hij geeft de brief terug. 'Wanneer gaan we dan naar de wegisweg?' 'Binnenkort, laten we zeggen, van het weekend,' Antwoordt haar moeder. Trix springt in de lucht. YES, denkt ze. Eten doet ze daarna niet meer. Ze is te opgewonden. 'S avonds ligt ze uren wakker in haar bed. Ze kijkt maar haar brief. Ze bedenkt zich hoe Zweinstein eruit zal zien. Dan bedenkt ze zich iets. In de bibliotheek is er vast wel een boek dat over Zweinstein gaat! Ze stapt uit haar bed, trekt haar pantoffels en ochtendjas aan, maar bedenkt zich dat ze eigenlijk niet zo laat op mag zijn. Ze werpt een snelle blik op de grote klok in haar kamer. Al half één! Dat is al best wel laat... Denkt Trix. Maar toch besluit ze te gaan. Ze moet wel stil zijn. Op het moment dat ze haar kamer uit stapt hoort ze haar ouders beneden lachen. Haar moeder met haar harde kakelende lach die heel aanstekelijk is en haar vader met zijn blaffende harde lach. Ze moet er zelf van lachen. Maar niet meer dan een glimlach, anders hebben ze door dat ze uit bed is. Ze trippelt zachtjes over de overloop naar de trap. Ze loopt de trap op en nog een. Dan komt ze bij de bibliotheek. Hij ligt als een gapend gat voor haar. Trix stapt naar binnen en draait de olielampen naast de deur aan. Ze pakt een lucifer en maakt een kaars aan. Ze loopt met de kaars in haar hand langs de rijen boeken. Uit de kasten hangen letters op naam van het boek. Ze volgt ze. Ze moet bij de Z zijn. Ze ziet de Z! Maar het is boven in de kast. Ze kijkt eerst of een boek over Zweinstein ziet. Daar op de op een na hoogste plank ziet ze er een staan. Ze pakt de schuifladder aan het begin van de kast en rolt hem naar de z. Snel pakt ze het boek. Als ze terug op de grond is slaat ze het gelijk open. Ze ziet een foto van Zweinstein, ernaast staat een stukje tekst, met als kopje; proloog. Ze blijft even zitten en lezen, maar dan hoort ze iets wat haar doet verstarren. Een harde knal en een soort krassend geluid. Verschrikt kijkt ze naar de deuropening. Wat was dat? Ze slaat het boek dicht en neemt het in haar hand mee. Ze sluipt de gang op. Volgens haar kwam het uit de dieren-kamer. Ze loopt de kamer in en draait de gaslamp aan. Wat ze ziet doet haar verstarren. In Fenix' kooi zit een nieuwe, Jonge Feniks. Hij kijkt haar vrolijk aan en begroet haar met een keiharde kras. 'Fenix?' Zegt Trix verbaast. De Jonge Feniks krast opnieuw. Dan hoort Trix voetstappen achter zich. 'Trix?' Hoort ze haar moeder zeggen. Oh nee. Denkt Trix. 'Jaaaa...' Zegt zegt ze dan maar. 'Ik hoorde eeh... Fenix roepen, maar ik dacht dat hij dood was,' 'oh ja, dat hoorden wij ook! Lief hè, zo'n klein feniksje,' 'wanneer hebben jullie hem gekocht?' 'Gekocht? Hij is gewoon herrezen,' Trix kijkt haar moeder ongelovig aan. 'Doen Feniksen dat dan?' 'Jazeker, ze herreizen uit hun eigen as,' ze blijven even stil naar de nieuwe Fenix kijken. 'Wil je hem hebben?' Zegt haar moeder dan. 'Hoe bedoel je?' Antwoord Trix. 'Nou, als je naar Zweinstein gaat kan je wel een mooi huisdier gebruiken toch?' Weer staat Trix versteld. 'Ik? Fenix?' 'Ja jij! Je moet natuurlijk wel een beetje laten zien dat je van stand bent,' 'mam. Kom op,' rood kijkt Trix weg. Ze vind het altijd zo vervelend als haar moeder uit de hoogte doet. 'Zullen weer naar bed gaan,' zegt ze. 'Je bent dronken en ik ben moe, komop,' ze trekt haar moeder mee terug naar beneden.

SylvesterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu