Hoofdstuk 1

57 4 3
                                    

Cast:
Sjoerd Coldplay: winnaar van de 89e Honger Spelen
Julie green: ook winnaar van 89e Honger Spelen.
Jorge Jones: mentor van Sjoerd en Julie.
Rif fall: winnaar van de Hongerspelen, vriendin van Sjoerd.
Judge down: stylist van Sjoerd en Julie en later van alle winnaars.
Mitch: vriendje van Julie, winnaar van de Hongerspelen.
Selen: winnaar uit D3 slim en toch sluw. Vriendin van Julie/Sjoerd.
President Marcus: president van District 13.
Mex: winnaar uit District 4, word later vriendin van Julie.

Mijn ogen openen vrijwel uit zichzelf, ik voel mijn handen strak om mijn lichaam gebonden en ik probeer te bedenken wat er is gebeurt, zet alles op een rijtje zeiden ze dokters toen ik de eerste keer wakker werd, dus dat besluit ik te doen:
Ik heet Sjoerd Coldplay, ik kom uit district 7, ik ben 15 jaar oud, ik deed mee aan de hongerspelen, ik ontsnapte, ik ben in district 13, ik weet niet wat er allemaal gebeurt.
Ik krabbel overeind maar dat gebeurt niet met succes, mijn middel en borstkast zijn ook met speciale rubberen linten vastgebonden.

Mijn vingers draaien de hanger van District 7 rond en rond en dat is het enige wat ik doe, er hangt een pluk haar voor mijn ogen die me mateloos irriteert, ik probeer hem weg ga blazen maar het valt niet bepaald mee.

Ik bekijk mijn kamer, een ziekenhuis bed met allerlei apparaten eromheen die mij in leven houden, verschillende slangetjes doorboren mijn rechterarm, de gehele kamer is wit en de grond en muren lijken van een soort harde kussens gemaakt te zijn, waar je makkelijk op kan staan en lekker zacht.

Na een paar uur nutteloos niks hebben te doen ben ik het wel zat en herhaal nogmaals mijn lijstje:
Ik heet Sjoerd Coldplay, ik kom uit district 7, ik ben 15 jaar oud, ik deed mee aan de hongerspelen, ik probeerde Snow te vermoorden, ik ontsnapte uit de arena, ik ben in 13, ik weet niet wat er allemaal gebeurt.

Ik bedacht me dat ik een aanval heb gepleegd op President Snow en die heb ik toegevoegd aan mijn lijstje.
Na nog een paar uren verveling begin ik te schreeuwen dat ik eruit wil, ik roep Julie's naam, op een begeven moment klinkt er een lichte zoemer door de kamer, het houd een paar minuten aan en dan gebeurt er iets heel vreemds.

Uit de muur verschijnt een soort van beeldscherm uit de muur die langzaam eruit word getrokken, het beeld is zwart en het gezoem is gestopt.
Op het beeld verschijnen een paar witte streepjes die heen en weer bewegen, en dan komt er een persoon in beeld.

Een wat oudere man, een kleine baard en een snor, zijn grijze haren zitten net naar achteren gekamd en hij heeft heeft een grijs gewaad aan en grimmige grijzen ogen, zijn zware stem begint te praten:

Hallo meneer Coldplay,
Wat leuk u weer te zien, ook al heb ik u tot nu toe alleen beeldschermen gezien net als nu, ik kijk er naar uit u eens in het echt te ontmoeten, morgen komt er een Dokter testjes met je doen en daarna kun je naar het Hoofdkwartier komen. Vervolgens kun je herstellen in ziekenhuis hier in 13.
Ik knik, en vraag: wie bent u eigenlijk? En wat is er allemaal gebeurt?
Hij antwoord: het spijt me dat ik me niet voorgesteld heb, ik ben Marcus Crane, President van district 13 en leider van de revolutie.

Revolutie? Denk ik, en u bent de president, dus als ik het goed begrijp gaan we een einde maken aan de spelen? Hij knikt maar we hebben jou hulp ervoor nodig haakt hij erop in. Oké ik zal erover na denken.
Het beeld gaat op zwart en zijn gezicht verdwijnt.

Doei zeg ik zacht, wil ik een opstand beginnen? Wil ik nogmaals een gevecht meemaken maar dan tien keer erger? Misschien zet ik het leven van mij of mijn dierbaren op het spel?
Waarom word ik in dit soort beslissingen meegenomen? Ik moet mijn hele leven lastige keuzes maken maar ik weet niet of ik de opstand wil helpen, van mij mogen ze er een beginnen maar ik wil er niet betrokken in worden.

Ik besluit even tot rust te komen en wacht gewoon tot mijn avond eten word toegediend, voor de eerste keer in dagen komt er een vriendelijke jonge vrouw binnen, ze heeft rode haren en een mooie uitstraling, ze heeft een dienblad vast met een glas water, eet smakelijk zegt ze terwijl ze het neer zet, ze heeft het zelfde grijze gewaad aan als de President had.

Net voordat ze de kamer uit wil lopen vraag ik of iedereen die gewaden hier draagt? ze antwoord ja en dat dat een wet in 13 blijkt te zijn.
voordat ze vertrekt maakt ze de leren banden van mijn lichaam los en verdwijnt ze door een enorm Luik in de muur.
Het is gek maar tegelijkertijd fijn om weer eens mensen te zien.

Ik bekijk mijn eten aandachtig en het ziet er niet zo verrukkelijk uit als in het Capitool, het bord is verdeeld in vier delen, in het grote groot deel ligt en halve biefstuk, met daarnaast een soort aardappelpuree prak, een paar kleine worteltjes en een soort van bruinachtig sausje die verdacht veel op uitwerpselen lijken.

Ik heb plastic bestek gekregen want met ijzer bestek zou ik mezelf van het leven kunnen beroven en de artsen in 13 vinden me emotioneel niet erg stabiel, tenminste dat is wat er op het bandje dat om mijn pols hangt staat.
Het vlees is erg lekker maar de aardappel puree is veel te glibberig, de wortels smaken niet erg vers maar aangezien 13 onder de grond licht zal dat wel kloppen, en dan die saus: die probeer ik niet eens, niet eens een likje.

Wanneer mijn dienblad is opgehaald word er door een van de artsen een kalmeringsmiddel ingebracht zodat ik geen nachtmerries krijg in de nacht, want terug denkend aan de arena dan schreeuw ik het al bijna uit, de nacht verloopt soepel en in de ochtend komt een van de artsen me mijn schaarse ontbijt brengen, en mijn vele medicijnen, mijn ontbijt bestaat uit een halve Toast met jus d'oranje, de dokters raden me aan met kleine porties eten te beginnen aangezien ik anders alles gelijk uitkots omdat ik zo weinig at in de arena,

Mijn medicijnen bestaan uit verschillende zalven en pillen en een of twee prikken in mijn been en arm, pijnlijk is het allemaal niet meer want ik krijg het al zo'n vier of vijf dagen.

Ik ben enorm opgelucht want vandaag mag ik eindelijk uit deze kamer, alhoewel ik wel ga opvragen waarom ik hier in ben gezet maar dat is een bijzaak, eerst ben ik nog steeds verward door wat er allemaal in de arena is gebeurt.
En waarom hebben ze exact mijn hulp nodig voor de opstand? Waarom niet een ander?

Door de spanning kan ik mijn been de hele ochtend niet stil houden, er komt nog een arts langs die zegt dat ik rustig aan moet doen vanwege mijn gekneusde long, mijn ene verlamde been die binnen een paar dagen weer zal kunnen functioneren en de zware hersenschudding die ik heb op gelopen.

Na uren lang wachten komt eindelijk een arts me bevrijden uit deze isoleercel, voordat ik weg mag moeten we een paar testen gaan doen, ze drukt een paar keer een pen in mijn been maar daar voel ik geen fluit van, ze helpt me met wat oefeningen zodat mijn ademhaling soepeler verloopt en die slaan al gelijk aan.
Na verschillende geheugentesten merkt ze dat ik niet aan geheugen verlies leid en dat mijn hersenen daar niet aangetast zijn, door de vele informatie die ik krijg voel ik een pijnlijk kloppend hoofd en er ontstaat een brandende hoofdpijn.

Het spijt me zegt ze, je mag vandaag nog niet naar het Hoofdkwartier en mensen om je heen al helemaal niet, je krijgt een kamer toegewezen met een bekende in het ziekenhuis, morgen helpen we je verder, ik knik ook al ben ik het er niet mee eens maar ik vraag toch waarom ik niet mag?

Ze vind dat door de lichte testjes die we deden mijn lichaam er te veel onder te lijden viel en waardoor mijn hoofdpijn steeds erger werd, mijn hersenschudding is erger dan ze dacht en ze gaat met de hoofd arts overleggen, als het goed is krijg ik morgen de uitslag.

De 89e hongerspelen: The RevolutionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu