Hoofdstuk 13

17 4 0
                                    

Ik heb geen pijn meer, en ik weet dat ik niet dood ben, ik lig op een soort koude plaat, maar wanneer ik mijn ogen langzaam open merk ik dat het een harde metalen grond is.
En niet dat ik uit mijn ziekenhuis bed ben gedonderd maar ik ben op een plek die me vrij bekend voor komt.

En dan snap ik het en raak ik helemaal in paniek, ik ben in de kamer waar ik naar de Arena word gebracht, hoezo ben ik hier? En waar slaat al dit gedoe op? In plaats van dat ik ben Jorge in de Kamer ben ben ik geheel alleen, waarschijnlijk bewaakt door Vredebewakers maar die tellen niet mee.

Mijn wonden zijn weg, leeft Julie nog? Sinds de ontploffingen heb ik haar of iemand anders niet meer gezien. En hoeveel tijd is er verstreken? Een dag? Een week? Of misschien een maand...

Ik sta op en wanneer ik in de spiegel kijk heb ik het gevoel dat ik mijn Arena kleren al aan heb, wat dus betekend dat mensen mij hebben omgekleed, omgekleed in mijn slaap en dat is een walgelijk idee, een afgrijselijk idee. Dat anderen je omkleden terwijl je buiten bewust zijn bent.

Maar goed wat ik aan heb zit redelijk Comfortabel maar toch raar, het is een stevige trui met een soort pantser erin zonder mouwen, schouders bloot, een soort Jogging broek maar dan zwart, een Trainingsbroek met hoge bruine laarzen die erg fijn lopen.

De armband van mijn moeder zit strak om mijn polsen gebonden gelukkig ben ik die niet kwijt, de hanger uit 7 zit ook in mijn zak en mijn vingers klemmen zich om het bedeltje.

Ik merk dat mijn handen trillen, van kou maar ook van angst, het is eigenlijk niet koud maar doordat ik vrij moe ben heb ik het koud.

Ik besluit een groot glas water te pakken en die op te drinken, ik kan beter veel water drinken want je weet nooit wat er in de arena gaat gebeuren.

Wanneer ik op de comfortabele bank zit met het glas water komt er iemand binnen, het is een getinte vrouw met een ijzeren naald in haar hand, wat gaat u doen vraag ik? Ze negeert me compleet, zelfs geen oog contact.

Het enige wat ze doet is mijn arm stevig vast pakken en de naald erin duwen, wat overigens enorm veel pijn doet. Er blijft een klein straaltje bloed achter en dat dooft ze met een kleine pleister die ze hardhandig op mijn wondje plakt.

Succes zegt ze terwijl ze uit de kamer verdwijnt, Succes?! Was dat een hint? Een hint voor mijn pijnlijke dood, of juist voor de moeilijke tijd die ik krijg.

Een vrouwelijke robot stem beveelt me dat over 60 seconden lancering zal zijn.

60 seconden..
60..
Ik voel een vervelend gevoel opkomen in mijn buik en het lijkt alsof mijn maag zich omkeert, ik word misselijk en ik knijp mijn ogen tot spleetjes.

Over 60 seconden ben ik in handen van Snow, Snow's oude rimpelige bloeddorstige handen, en de Spelmakers die mij het leven zuur zullen maken in de Arena.

"Dertig seconden tot lancering"
30..
30 seconden nog veilig, warm en gezond, 30 seconden hier en niet daar.

30 seconden levend en niet dood..

De vrouw beveelt dat ik mijn buis moet betreden en dat doe ik, ik zet mijn laarzen in de metalen buis en meteen komt mijn Claustrofobie opkomen, helemaal wanneer de buis dichtschuift en mijn lichaam op sluit in de buis.

De buis die mij naar de Verschrikkelijkste plek in de wereld brengt: De Honger Spelen... Waar kinderen of in dit geval winnaars elkaar te lijf gaan tot er een overblijft en hij wint niet, want de Spelen win je niet. Die overleef je.

"Dit jaar vecht je niet tegen onschuldige kinderen" maar je vecht tegen ervaren moordenaars, moordenaars die gemaakt zijn je te doden.

Alle ogen zullen op mij en de andere "Verraders gericht zijn (zoals sommige winnaars ze noemen)

Selen, Brice en Rif, mijn team, mijn winnaars., tenzij ze omkomen bij het Bloedbas van de Hoorn.

De buis begint in beweging te komen terwijl ik een angstig gevoel in mijn maag krijg, een rilling schiet over mijn gehele lichaam, en ik blijf trillen.

De tweede keer in de Arena, tweede, tweede keer doden, kinderen en Volwassenen.

De buis schuift omhoog, en een Fel zonlicht schijnt in mijn ogen, heel fel, feller dan fel, alsof ik terug ben in de eerste arena met de bloedhete woestijn.

Het is enorm warm, ik knijp mijn ogen tot spleetjes en ik snap nog niet waar ik ben beland, ik probeer te bedenken waar ik ben maar ik snap het niet.

Het is zo enorm warm en er gaat nu al zweet over mijn gezicht, ik open mijn ogen langzaam en ik zie een helder blauwe lucht met af en toe een wolkje en een bloedhete zon die volop 48 Tributen schijnt.

Oké: een helder blauwe lucht, mijn ogen schieten naar de grond en ik hijg heel hard, ik adem eerst in en uit om mezelf tot rust te brengen.

Mijn metalen plaat staat op het mooiste zand dat ik ooit heb gezien, wit zacht zand dat over mijn benen stroomt alsof het de golfen zijn van een lustige Oceaan.

Zand, is het dan toch de woestijn?.

Nee dat is het niet, een soort van enorme rotblokkerige berg staat voor mijn neus, geen Hoorn? Geen Hoorn?!! Waarom is de gouden Hoorn Des Overvloeds hier niet? Met middelen die mij en mijn vrienden in leven houden, geen wapens? Waar is die verdomde Hoorn scheld ik hardop.

Ik bekijk mijn omgeving achter me waar een enorm meer licht met een keiharde stroming, er zijn af en toe een paar stenen maar die verplaatsen zich bijna door de enorme stroming, achter het meer is een open vlakte met af en toe een boom, het rustgevende geluid van water dringt mijn oren binnen, en daardoor word ik rustiger maar niet genoeg om mijn spanning te onderdrukken.

Maar die Hoorn is er nog niet, ik tril nog steeds heel erg en dan zie ik waar de Hoorn is, hij bevind zich op de enorme berg waar de holografische teller op dit moment op 30 seconden staat.

Zou iedereen dit door hebben? Of ben ik de enige? Of weet juist iedereen het? De tributen staan rondom de berg geplaatst en de enige die ik op dit moment zie zijn Rif en Gyvayno van ons Pact.

Oké blijf rustig beveel ik mezelf, ik moet dus eerst de berg op, ik moet eerst een wandeltocht of erger overleven om bij de Hoorn te komen, en dan nog hopen dat ik het daar overleef.

Ik maak mijn lichaam klaar voor beweging en dan galmt de stem van de Legendarische Commentator van de Honger spelen: Claudius Tempelsmith.

Laat de 90ste Honger Spelen beginnen, en dan gaat de gong..

De 89e hongerspelen: The RevolutionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu