Hoofdstuk 28

7 1 0
                                    

Ik neem het geluid van knetterend vuur in me op, ik adem de rook van het vuur binnen maar het enige waar ik aan denk is Rif, 4 dagen geleden stierf ze. Sinds rif stierf en vele anderen is er niemand meer gestorven, geen aanvallen van de Arena. Het is al vier dagen stil.
Met een mes in mijn hand staar ik naar het oranje vuur dat als licht brand in onze grot. Al 4 nachten lang ben ik wakker en houd ik de wacht, ik heb nog geen oog dicht gedaan. Wanneer ik mijn ogen sluit zie ik haar weer voor me, niet Rif hoe ik haar ken, maar de Rif die Mex redde en stierf.

De ochtend breekt langzaam aan en mijn bondgenoten slapen nog, Brice snurkt al de hele nacht en Mex is een paar keer wakker geworden uit een nachtmerrie. Selen is zo stil en beweegt niet dat ik af en toe haar hartslag controleer (gewoon voor de zekerheid)

Rif heeft Mex gered, voor mij. Maar ik zie liever Mex sterven dan Rif hoe hard het ook klinkt, mijn leven is niet compleet zonder Rif. Sorry Mex, zeg ik in gedachten ook al weet ik dat niemand me hoort.

De dag breekt aan en net toen we dachten dat de rust was wedergekeerd hebben de spelmakers iets nieuws en dit keer iets interessants bedacht.

We zitten met z'n vieren rond het vuur, en niemand heeft wapens vast. Als iemand ons nu aanvalt zijn we er allemaal geweest. Niemand zegt wat en het is muisstil waardoor je zelf een paperclip nog zou kunnen horen vallen. En er gebeurt iets heel raars. We horen een groot gedonder door de Arena loeien en we kijken allemaal gelijk naar de opening van de grot. Ik neem het voor touw en ik grijp mijn boog en pijlen koker en ren de grot uit.

Het eerste wat ik zie is bomen die in elkaar storten, maar ze zakken niet tegen de grond maar door de grond, allerlei planten dieren en bomen zakken door de grond. We kijken allemaal stomverbaasd en ik grijp een pijl naar mijn boog ik richt op verschillende stukken Arena maar ik laat de pijl niet los.

Ik zet hem rustig terug in mijn pijlenkoker.

Ik voel de grond onder ons bewegen en trillen en Selen schreeuwt: ren!!! De grond zakt weg. Ik voel de grond als een tapijt onder me vandaan glijden. Ik grijp naar de grond en krijg mezelf overeind, ik klim de grot in die ook langzaam onder me vandaan zakt, de rotsen vallen onder me vandaan en als ik het tempo niet bij houd stort ik de afgrond in.

Mijn vrienden rennen ver voor me en ik moet hun tempo bijhouden want een verkeerde stap en ik ben dood.
Een verkeerde keuze en ik ben dood.

Ik hoor Mex mijn naam schreeuwen en heel even concentreer ik me alleen op haar stem, door mijn hoofd galmt de stem van Mex die mijn naam roept. Door dat gedroom raak ik mijn concentratie kwijt en ik klap met een harde knal tegen vallende stenen. "Ik geef het op" denk ik, en dat doe ik. Maar ik geef misschien op, mijn vrienden niet.

Ik voel dat een andere hand mijn hand vastpakt en me snel omhoog trekt, ik grijp mijn boog weer stevig vast en zie dat Mex me heeft gered, Selen en Brice zijn op dit moment nergens te bekennen maar mijn oriëntatie is nogal slecht in deze situatie.

Overal om me heen brokkelen dingen het enorme gat in en Mex sleurt me met haar mee. Zonder enige gevolgen smijt Mex een van haar messen in het gat, maar het is nutteloos. De spelmakers willen ons dood, morsdood. Wie weet wat ons daar beneden wacht. 

Mijn voeten gaan snel bewegen en ik spring bijna de hele tijd want de gehele grond zakt onder ons vandaan, het voelt alsof de arena op zijn kop is gezet.

'We halen het niet'
'We halen het niet' hoor ik Mex herhalend zeggen.
'Het gat is te snel, in nowtime zitten wij in dat gat'
'Mex, rustig, rustig, we halen het wel' zeg ik tussen mijn gehijg door.
'Dat beloof ik je, we redden het samen'

Ik kan mijn belofte niet waar maken. Nog geen minuut daarna rollen er minstens 6 enorme rotsen onze kant op en ze versperren onze gehele weg, de enige optie die we op dit moment hebben is het gat in of verpletterd worden door stenen. Ik hoor Mex gillen, en ik pak haar hand, ze stribbelt tegen maar ik ben sterker. Ik heb geen tijd om te denken dus het enige wat ik doe is met Mex in mijn hand het dodelijke gat in springen.

Herinneringen van over mijn hele leven schieten door mijn hoofd, mijn moeder, haar werk, school, rif, Tella, mijn broertje, Brice en Mex, de arena, de tweede arena, district 7. Alles als een soort plakboek dat mijn hoofd door schiet, het is fijn om dit te zien want ik vergeet dat ik in een dodelijk gat val.

Mex en ik schreeuwen allebei en het gat lijkt oneindig want er komt geen einde aan, na een tijdje word ik ligt in mijn hoofd en voel ik mijn ontbijt opkomen. Mijn handen worden slap en laten Mex los, we zijn overgelaten aan het lot. En het lot wilt dat we sterven. Nog geen dertig seconden lager voelt het alsof ik verlamd word en raakt mijn bewustzijn weg.

Mijn laatste gevoel is een pijnlijke klap.

De 89e hongerspelen: The RevolutionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu