Ik kijk even naar Demi, die in slaap gevallen is. Ik zie dat Anna het een beetje ongemakkelijk vindt, dus begin ik snel een gesprek: 'Woont u in België?' Ze schudt haar hoofd en antwoordt: 'Nee, mijn dochter woont met haar man en kinderen onder in België.' 'Gaat u er vaak naar toe?' vraag ik belangstellend. Haar gezicht betrekt meteen en ze zegt: 'Nee, maximaal twee keer in het jaar. Mijn dochter heeft het te druk om naar mij toe te komen en voor mij is de lange autorit niet fijn. Ik vind auto rijden al niks, helemaal niet in mijn eentje. Daarom vind ik het fijn dat jullie er zijn.' Ik kijk haar begrijpend aan en voel medelijden voor het vrouwtje. Ik denk dat haar man gestorven is, maar daar vraag ik maar niet naar. Ik zeg tegen haar: 'Ik zou super graag voor u willen rijden, maar ik heb mijn rijbewijs nog niet.' Ze glimlacht naar me en zegt: 'Dat maakt niet uit hoor, Ethan.' Ik glimlach terug en ga iets dichter naar Demi toe zitten, zodat ze geen stijve nek krijgt. Het blijft een tijdje stil, totdat Anna nieuwsgierig vraagt: 'Is dat je vriendinnetje?' Ik begin gelijk te blozen en knik. 'Hoelang zijn jullie al samen?' vraagt ze verder. Ik denk even na en zeg dan, terwijl ik nog roder word: '2 dagen.' Ze begint te lachen en zegt: 'Smoorverliefd of niet?' Ik knik en leg mijn kin even op Demi's hoofd. Ze blijft lachen en zeg: 'Ik herken het gevoel en hoop dat jullie bij elkaar blijven.' Ik glimlach naar haar en zeg: 'Dank u, ik hoop ook dat we heel lang bij elkaar blijven.' Ze kijkt even achterom en let dat weer op de weg, maar ik zie dat ze echt meende wat ze zei. Ik krijg tranen in mijn ogen van ontroering en word een beetje boos op mezelf. Sukkel, begin je nou te janken? Je bent wel wat softer geworden de laatste tijd. Ik veeg de tranen boos uit mijn ogen en hoop dat Anna ze niet gezien heeft. Als ik naar de spiegel kijk zie ik dat ze naar me kijkt. Shit, ze heeft het dus wel gezien. Ze kijkt me verbaasd aan en vraagt: 'Gaat het wel, jochie?' Dan begin ik echt te huilen. 'Je hoeft het niet te vertellen hoor,' zegt ze liefjes. 'Nee, nou, kijk,' begin ik stotterend, 'mijn vader noemde mij ook altijd zo, maar mijn vader leeft niet meer.' Ik begin harder te huilen en word weer een beetje boos. Ik ben nu echt aan het janken! Mijn schouders schokken en mijn shirt wordt helemaal nat. Demi wordt wakker van het schokken van mijn schouders en kijkt me geschrokken aan. Ze trekt mijn hoofd naar zich toe en schudt me heen en weer. Ik baal echt van mezelf. Demi zal we denken dat echt een watje ben en veel huil, maar dit is voor het eerst in een lange tijd dat ik huil. Ik heb zelfs bij de dood van mijn vader niet gehuild! Misschien is het wel gewoon opgekropt verdriet, maar ik moet er echt even mee kappen. Ze woelt door mijn haar en veegt zachtjes mijn tranen weg. Ze zegt tegen Anna: 'Sorry, het zal wel een beetje ongemakkelijk voor u zijn zo.' Anne kijkt verontschuldigend naar achter en zegt snel: 'Nee, ik moet sorry zeggen. Ik had er misschien niet naar moeten vragen.' Ik schud snel mijn hoofd en zeg nog een beetje nasnikkend: 'Dat kon u niet weten. Het maakt echt niet uit.' Ze knikt opgelucht en kijkt nog even in de spiegel naar ons. Ik veeg mijn laatste tranen weg en zoek de blik van Demi. Ze kijkt naar me en aait me even over mijn wang. ik leg met een zucht mijn hoofd op haar schouder en pak met mijn hand die van haar. Ze knijpt er zachtjes in en aait met haar duim handpalm. Ze pakt met haar andere hand de rugzak en probeert die met een hand open te maken. Ik laat glimlachend haar hand los en haal mijn hoofd weer van haar schouder. Ze lacht terug en maakt de rugzak open. Ze rommelt er een beetje in en pakt dan haar telefoon eruit. Ze probeert hem uit te doen, maar hij is op. Haar gezicht vertrekt even, maar dan gooit ze haar telefoon weer achteloos terug in de rugzak. Ik kijk haar even verbaasd aan, maar ze gaat er niet op in. Ze pakt haar tekenblok en potlood en begint te tekenen. Ik probeer met haar mee te kijken, maar ze trekt gelijk haar tekenblok omhoog, zodat ik het niet kan zien. Ik rol lachend met mijn ogen, maar zij blijft zo zitten dat ik het niet kan zitten. ik weet dat ze het me toch niet laat zien, dus ga ik maar tegen de autodeur zitten. ik haal zelf ook mijn telefoon uit mijn zak en gelukkig is die van mij nog niet op. Ik voel nog even in mijn zak en voel helemaal onderin mijn oortjes zitten. ik steek mijn hand uit naar Demi en ze kijkt me verbaasd aan. 'Een blaadje alsjeblieft.' zeg ik daarom. Ze geeft me een paar blaadjes en kijkt belangstellend naar wat ik aan het doen ben. Ik trek net als haar mijn blaadje omhoog en steek even kinderachtig mijn tong uit. Ze begint te lachen en gaat weer verder met haar tekeningen. Ik steek mijn oortjes in mijn telefoon en doe een oortje in. Ik teken vijf lijntjes op mijn blaadje en zoek mijn piano-app op. Ik begin met componeren. Ik begin met een nootje en een akkoord en ga zo langzaam verder. Ik zie dat Demi de hele tijd probeert te zien wat ik aan het doen ben, maar ik zorg ervoor dat ze het de hele tijd net niet kan zien. Ik kijk even naar Demi en wenk haar. Ik fluister in haar oor: 'Zal ik mijn moeder nog een keer bellen.' Ze knikt even en pakt gelijk mijn arm vast. Ik ga naar contacten en druk op 'mama'. Hij gaat een paar keer over, maar dan hoor ik mijn moeder zeggen: 'Ethan, ben jij dat? Ik antwoord: 'Ja, mam. Ethan hier.' Ik hoor dat ze begint te huilen en vraag geschrokken: 'Mam, wat is er?' ze probeert te stoppen, maar ik hoor dat het niet echt lukt. Ze zegt: 'Ethan, ik was zo bang dat je iets was overkomen.' Ik zeg geruststellend: 'Het gaat helemaal goed met mij, mam. Echt.' Ik hoor niets dus vraag ik: 'Mam, waar ben je nu?' 'Bij een ver familielid in Amerika.' Ik zucht opgelucht en zeg: 'Heel fijn mam, ik ben blij dat u ons vertrouwd heeft.' Ze begint gelijk weer te snikken en zegt: 'Ethan, je vader belde me net. Ik heb hem nog nooit zo boos gehoord. Hij begon te schelden en te tieren en vroeg waar ik was. Ik heb niets geantwoord en snel de telefoon opgehangen. Ik ben zo blij dat je me gewaarschuwd heb. Ik schaam me zo dat ik het niet eerder gezien heb.' Ik kijk Demi even aan en ze knikt even bemoedigend naar me. Ik zeg snel tegen mijn moeder: 'Het maakt echt niet uit mam, maakt u zich maar geen zorgen maar geen zorgen over mij. Heel veel plezier daar in Amerika. Ik bel nog wel.' Ik hoor mijn moeder nog net zeggen: 'Doeg lieverd.' Ik haal de telefoon bij mijn oor vandaan en zucht even diep. Demi kijkt me vragend aan en ik denk even na hoe ik het makkelijkst over het gesprek kan vertellen zonder al te veel prijs te geven aan Anna. Aarzelend zeg ik: 'Ze was een beetje overstuur en zit nu in Amerika. Ik denk dat ik wel moet blijven bellen, maar niet te vaak, want ik denk dat elke keer als ik bel, ze een beetje in paniek raakt.' Demi knikt begrijpend en slaat haar arm om mijn schouder. Ik zucht en kijk haar aan. Ik zie dat ze wil weten wat er gebeurd is, maar ik moet zorgen dat Anna niet denkt dat er iets raars aan de hand is. Ik moet even na denken en begin dan aarzelend: 'Alles gaat goed met mijn moeder. Ze maakt zich wel zorgen dus daarom, ga ik haar maar niet te vaak bellen. Ze zit nu in Amerika bij een ver familielid.' Demi knikt even en trekt haar arm dan langzaam terug. Ze pakt haar tekenblok weer op en gaat verder met tekenen. Ik probeer verder te gaan met mijn liedje, maar dat lukt voor geen meter. Ik blijf maar aan mijn moeder, vader, stiefvader en natuurlijk aan Demi denken. Ik stop mijn telefoon weer in mijn zak en scheur het blaadje door midden. Demi kijkt me verbaasd aan, maar zegt niks. Ik ben ook wel blij dat ze niks zegt, want straks was ik heel boos geworden. Wat echt niet handig nu we net een goede lift hebben gevonden. Ik leun tegen de autodeur aan en doe mijn ogen dicht. ik probeer te slapen maar dat lukt niet echt. Ik zucht even diep en ik voel meteen Demi's hand op mijn been. Ik kijk even naar haar, terwijl ze naar me glimlach, en ik sluit mijn ogen weer. Ik zak langzaam weg.
JE LEEST
Away from the past
Fiksi RemajaDemi loopt weg van huis. Een vrachtwagendeur komt tegen haar hoofd aan en ze valt flauw. Als ze weer bij komt weet ze niet waar ze is, maar wel dat er een jongen bij haar is die ze niet kent. Moet ze hem vertrouwen? En wat als ze het doet?