Ethan begint in zijn slaap opeens om zich heen te slaan en te schreeuwen. Anna kijkt geschrokken naar achter en ik kijk haar bang aan. Ik pak Ethans armen stevig vast en zorg dat hij zich niet los kan rukken. 'Ethan,' schreeuw ik tegen hem, 'doe rustig! Ethan!' Hij wordt wat rustiger en doet moeizaam zijn ogen open. Hij gaat meteen rechtop zitten en kijkt verdwaasd om zich aan. 'Waar ben ik?' vraagt hij stamelend. 'In de auto van Anna, we zijn aan het liften. Weet je nog?' zeg ik, terwijl ik mijn hand even op zijn hoofd te leggen om te kijken of hij warm is. Ik trek mijn hand snel weg en kijk bang naar Anna. 'Hij heeft koorts.' Fluister ik tegen haar. Ze knikt geschrokken en kijkt even bezorgd naar Ethan. Ik leg mijn hand op zijn wang en hij grijpt hem meteen vast. 'Wat heerlijk koud.' fluistert hij zachtjes. ik leg mijn andere hand op zijn voorhoofd en glimlach even naar hem. Zijn lippen zijn helemaal droog en hij zweet helemaal. Hij probeert zijn shirt uit te trekken en heeft hem al halverwege, voordat ik het doorheb en hem snel naar beneden trek. Maar ik ben al te laat, ik hoor dat Anna geschrokken naar adem snakt. Ze heeft zijn buik gezien, die nog helemaal blauw is. Ik bijt even op mijn lip en kijk haar afwachtend aan. Ze kijk alleen even geschrokken en nieuwsgierig, maar ze vraagt er niks over. Ik zucht opgelucht en pak de rugzak. Ik pak een schoon shirt eruit en pak de bidon met water. Ik doe wat water op het shirt en leg die op zijn voorhoofd. Hij rilt even en pakt mijn hand vast. Hij knijpt er hard in en ik bijt weer op mijn lip om het niet uit te schreeuwen. Ik trek mijn hand voorzichtig los uit zijn stevige grip en aai hem even over zijn wang. Hij glimlacht en fluistert: 'Wat ben je mooi. Waarom moest mijn vader jou precies aanrijden?' ik verbaasd aan. Hij denkt dat ik nog buitenbewustzijn ben, anders zou hij dat nooit zeggen. Hij mompelt nog meer, maar dat kan ik niet verstaan. Ik leg mijn hand weer op zijn wang, die nog steeds ongelofelijk warm is. Ik kijk even naar Anna en vraag: 'Hoelang nog?' 'Hoogstens een half uurtje.' zegt ze terwijl ze een bezorgde blik naar achter werpt. Ik knik even en kijk dan weer naar Ethan, die nu loopt te rillen. Ik aarzel even, ik kan nu wel mijn trui uit doen, maar dan ziet Anna mijn armen en ik denk dat dat niet zo'n goed idee is. Dan bedenk ik dat er nog dekens in de tas zitten. Ik pak snel een deken uit de rugzak en leg die over Ethan heen. Hij kruipt er gelijk onder en valt in een onrustige slaap. Hij blijft de hele tijd mompelen en roept soms ineens om zijn vader. Ik word een beetje bang, maar probeer dat niet te laten merken aan Anna, die de hele tijd bezorgde blikken naar achter werpt. Na een tijdje begint Anna aarzelend: 'Red je het wel zo?' Ik probeer zelfverzekerd te knikken en hoop maar dat ze het gelooft. Het lijkt net of ze nog wat wil gaan zeggen, dus ik probeer allemaal argumenten te verzinnen. Gelukkig zegt ze toch niks, want al mijn argumenten faalde echt heel erg. Ethan wordt iets rustiger, maar blijft de hele tijd mompelen. Ik trek zijn telefoon uit zijn broekzak en kijk daarop hoe laat het is. Het is bijna zes uur. Kan ik Ethan vandaag nog met de trein laten gaan? Ik denk het niet, maar ik moet het proberen. Ik heb geen zin om ergens op een bankje te gaan slapen. Ik ben in gedachten verzonken, totdat Anna zegt: 'Demi, we zijn er.' Ik kijk verschrikt op en kijk dan naar buiten. We staan voor Utrecht centraal. Ik kijk weer naar Ethan en leg mijn hand even op zijn voorhoofd. Nog steeds heel warm, maar gelukkig wel wat minder warm dan eerst. Ik pak de rugzak en doe hem op mijn rug. Dan doe ik de deur open en stap ik uit de auto. Ik gooi de deur achter me dicht en loop naar de andere kant van de auto. Ik maak voorzichtig de autodeur waar Ethan tegen aanligt open en leg, vlak voor hij uit te auto valt, mijn arm om zijn lichaam. Ik schud hem een beetje heen en weer, maar hij wordt niet wakker. Ik zucht diep en roep zijn naam een paar keer. Hij blijft er door heen slapen. Ik zie dat Anna een beetje ongeduldig wordt, dus til ik Ethan met moeite uit de auto, knik ik dankbaar naar Anna en zeg: 'Heel erg bedankt voor het liften!' Dan draai ik me om en loop naar het station. Ik kijk nog een keer om en zie dat Anna bezorgd naar me kijkt. Ik ben bang dat ze de deur opendoet en me achterna gaat rennen, maar ze geeft gas en rijdt weg. Ik kijk even om me heen of er een plek is waar ik Ethan neer kan leggen, maar ik zie nog niets. Ik loop verder in de richting van het station en zie dan een bankje. Ik leg Ethan er voorzichtig op en rek me even uit. Ethan is toch wat zwaarder dan ik dacht. Ik til zijn bovenlijf op, ga op het bankje zitten en leg zijn hoofd op mijn schoot. We kunnen niet met de trein als Ethan zo ziek is. Ik heb m'n portemonnee niet mee. Hij wel denk ik, maar hij is te ziek om die op te zoeken en pinnen gaat dan natuurlijk helemaal niet. Ik zucht even diep. Dan moeten we de nacht op dit bankje doorbrengen! Ethan trillend adem en begint te woelen. Ik leg mijn hand op zijn voorhoofd en aai er over heen. Blij voel ik dat zijn voorhoofd weer wat kouder aanvoelt. Ik haal de rugzak van mijn rug af en kijk over nog wat eten in zit. Er zit nog een pak koekjes in, dat ik snel pak en openscheur. Nadat ik het pak koekjes heb opgegeten, rommelt mijn mag nog steeds. Ik kijk of er nog meer eten in de tas zit, maar we hebben alles al opgegeten. Ik kijk even naar Ethan en wil hem wakker maken, maar ik houd mezelf tegen. Dan wordt hij helemaal niet beter. Ik zucht nog een keer diep en ga op de rugzak zitten, zodat niemand hem kan stelen. Ik leg mijn hoofd op het bankje en doe mijn ogen dicht.
Ik hoor ver weg een stem zeggen: 'Demi, wil je alsjeblieft wakker worden?' Ik voel dat er wat zwaars op mijn schoot ligt en probeer het eraf te duwen. Dezelfde stem zegt schor: 'Hé, dat is mijn hoofd.' Ik doe gelijk mijn ogen open en kijk geschrokken in de ogen van Ethan. Ik kijk even om me heen en voel dat ik helemaal stijf ben. Tuurlijk, ik ben gister op dat bankje in slaap gevallen. Ik rek me even uit en probeer een klok te vinden. Ethan zegt: 'Het is iets voor acht, als je dat wilt weten.' Ik glimlach even naar hem en voel aan zijn voorhoofd. Ik zucht opgelucht en kijk hem blij aan. 'Wat is er?' vraagt Ethan nieuwsgierig. Ik kijk hem verbaasd aan en vraag: 'Weet je niks meer dan?' Hij gaat rechtop zitten en schudt zijn hoofd. 'Je hebt heel erg koorts gehad. Ik was echt heel bang!' vertel ik hem. Hij trekt zijn wenkbrauw op en kijkt me verbaasd aan. 'Ik heb wel een droge keel en voel me niet helemaal top, maar verder merk ik niet dat ik ziek ben geweest. ' zegt hij terwijl hij mijn hand vastpakt. Ik trek de rugzak snel onder me vandaan en rits hem open. Ik pak de bidon eruit en geef hem aan Ethan. Hij pakt hem aan en kijkt me dankbaar aan. Ik wijs glimlachend op mijn lippen. Hij lacht en geeft me een zoen. Dan doet hij de bidon open en begint te drinken. Hij drinkt zo snel en gulzig dat straaltjes water over zijn kin lopen en de bovenkant van zijn shirt nat maken. Ik lach hem uit en zeg: 'Iets te gulzig, Ethan.' Hij kijkt me lachend aan en dreigt mij ook nat te maken. Ik zeg snel: 'Laat maar, ik heb niks gezegd.' Hij knikt tevreden en stopt de bidon terug in de rugzak. 'Laten we gaan!' zegt hij enthousiast en hij staat op. Hij grijpt naar zijn hoofd en valt bijna op de grond. Ik ga snel naast hem staan en houd hem vast zodat hij niet op de grond valt. Ik zeg hoofdschuddend: 'Je moet niet gelijk zo druk doen. Je bent wel echt ziek geweest.' Hij knikt een beetje beschaamd en trekt me langzaam naar zich toe. Ik voel zijn warme lippen op de mijne en sluit mijn ogen.
Hey allemaal
Jullie zijn echt geweldig want ik heb nu zo bijna 300 views!!! Weeee, ik ben zo gelukkig. Daarom vandaag weer een hoofdstuk. Vooral omdat ik er zin in had, maar ik wilde ook nog iets mededelen. Mijn writersblock is weg! Ik heb eindelijk weer inspiratie. In aftp komen 2 delen voor en ik ben net klaar met de eerste.
Dat was het wel weer voor vandaag
Doegies
Anne
JE LEEST
Away from the past
Fiksi RemajaDemi loopt weg van huis. Een vrachtwagendeur komt tegen haar hoofd aan en ze valt flauw. Als ze weer bij komt weet ze niet waar ze is, maar wel dat er een jongen bij haar is die ze niet kent. Moet ze hem vertrouwen? En wat als ze het doet?