Hoofdstuk 15

1.4K 31 2
                                    

Mijn familie schreeuwde naar de wolf, smeekte hem om te stoppen. Toen ik zijn tanden op mijn keel voelde zag ik opeens een hand die het gezicht van de wolf weg sloeg.

'Sam, let nou toch eens op wat je doet, je bent zo geobsedeerd door vampiers dat je gelijk alles en iedereen die anders is als een vampier ziet.'

De wolf wendde zijn kop van mij af, ik kon toen eindelijk zie wie er sprak. Vlak naast me stond een jongen, van ongeveer een jaar of zestien, hij had een zon gebruinde huid, kort zwart haar en warme bruine ogen. Hij droeg alleen een afgeknipte spijkerbroek, wat ieder meisje niet erg kon vinden, zijn bovenlichaam was enorm gespierd en het was totaal niet erg om naar te kijken. De wolf leek iets naar de jongen te grommen en de jongen begreep het zonder problemen. Dat was voor gelijk het teken dat de jongen ook een gedaanteverwisselaar was. Op dit moment wenste ik dat ik sterk genoeg was om mijn gaves te gebruiken zodat ik hun gedachtes kon horen.

'Sam zelfs ik kan haar hart nu horen kloppen, dan moet jij het zeker kunnen. Met de kracht die je net uitoefende op haar, verbaast het me zelfs dat haar hart nog klopt. Je bent een idioot Sam, je maakt zo alleen maar vijanden, terwijl ze misschien wel een goede bondgenoot is. Op dit soort momenten ben ik toch serieus aan het overwegen om mijn plek als alfa te claimen, jij brengt de roedel alleen maar in gevaar op deze manier.'

De wolf keek geschrokken naar de jongen. Blijkbaar was deze wolf op dit moment de alfa maar was niet de rechtmatige alfa, de jongen naast mij was dat. Iets in mij wenste dat de jongen zijn rechtmatige plek als alfa zou claimen, iets in mij zei dat ik goed met deze jongen zou kunnen opschieten en wanneer hij alfa zou zijn, het goede bondgenoten zouden zijn wanneer we ze nodig hadden.

'Maak dat je weg komt Sam en laat je gezicht niet zien voordat ik gekalmeerd ben, anders loop je misschien nog wel de kans uit de roedel gegooid te worden.'

De wolf sprintte weg en de jongen hurkte naast me neer.

'Ik ben Jacob, binnenkort alfa van deze roedel wolven. Ik schaam me echt voor wat Sam deed. Dat was ongehoord. Ik weet je aardig verzwakt bent door die klap op je hoofd, maar ik weet ook dat je vrienden daar je kunnen helpen, klopt dat?'

Ik kon mijn stem niet vinden, dus ik knikte zwakjes.

'Vertrouw je mij genoeg om je naar je vrienden te dragen? Wij mogen vanwege het verdrag wat we met elkaar hebben niet op elkaars land komen, en je bent net ons land op gerend, daarom viel Sam zonder reden aan, hij dacht dat je een van hun was.'

Ik keek hem aan met een blik die zei, heb ik een andere keus dan?

'Hé ik kan je hier altijd laten liggen totdat je weer op krachten gekomen bent, maar wie weet hoe lang dat duurt. Aan jou de keus,' zei hij met een grijns op zijn gezicht.

Met een zucht stak ik mijn handen naar hem uit, als teken dat hij me op kon tillen. Jacob liet een bijna onhoorbare onderdrukte lach klinken, al had mijn gehoor niet zo fantastisch goed geweest had ik het niet eens kunnen oppikken. Voorzichtig schoof hij zijn handen onder mijn lichaam, een arm om mijn schouders en een arm onder mijn knieholte. Voorzichtig tilde hij mij van de grond en liep richting mijn vampierfamilie. Pa en Edward leken een korte blik met elkaar te wisselen, Edward stapte naar voren en pakte mij uit de armen van Jacob zodra ik op hun grond was. Edward legde mij meer op de grond neer en gelijk stond Carlisle over mij heen gebogen. Zijn vingers tastten zachtjes mijn schedel af, niets deed bizar veel pijn op dit moment, mijn lichaam was gewoon aan het bijkomen van de klap.

'Bella, voor zover ik kan voelen heb je niets,' vertelde Carlisle me zachtjes.

'Ik had ik niets anders verwacht,' zei ik nog een beetje zwakjes, 'geef me nog een minuut of twee, dan ben ik weer zo goed als de oude.'

Niemandskinderen  (twilight fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu