Hoofdstuk 22.

378 21 2
                                    

We rijden met zijn vieren terug naar het bureau, Fenna is voor in naast Evert gaan zitten. Ze zeggen geen woord tegen elkaar, ze praat alleen tegen Liselotte en Bram, Evert ontwijkt ze..

Aangekomen op het bureau, komen Menno en Carla naar buiten lopen, ze omhelzen haar; Fenna begint te huilen. 'He meid, het komt goed je bent veilig hier' Zegt Menno. Ze lopen naar binnen, Fenna gaat op der plek zitten. Bram verteld aan Carla en Menno wat er net precies gebeurt is, ze kijken Evert boos aan. Carla gaat naar haar kantoor.

'Bram moest je nou precies vertellen wat er is gebeurd?' Zegt Evert. 'Ja ze vroegen het toch, why not?' Zegt Bram. 'Nou omdat ze nu boos op mij zijn' Zegt Evert. 'Dan had je misschien maar wat beter moeten nadenken Evert voordat je wat doet' Zegt Liselotte. 'O nu moet ik nadenken, ik ben degene die de hele tijd moeite deed om Fenna te zoeken, ik ben de hele tijd bezorgd geweest, en nu moet ik nadenken en schuiven jullie de schuld op mij!' Zegt Evert. Er onstaat ruzie. Fenna staat op; 'Ho jongens, kunnen jullie even dimmen, wees blij dat we nu weten hoe Samanta echt is. En Evert het is al goed, laat maar zitten'

Na nog even gezeten te hebben op het bureau, loopt Fenna naar huis kluisje. 'Ow stom, ik heb natuurlijk alles nog thuis liggen' zegt ze in zichzelf. Ze draait zich om en dan komt Evert aanlopen. 'Fenna ben je echt niet meer boos op me?' 'Nee Evert, ik ben blij dat jullie me gevonden hebben' ze geven elkaar een knuffel. 'Moet ik je thuis brengen Fenna?' 'Nee dat hoeft niet, Menno brengt me thuis'

AfscheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu