Hoofdstuk 29.

309 25 4
                                    

We kijken elkaar met zijn drieën aan, niemand zegt iets, we weten alle drie nog niet zo goed wat we moeten zeggen. Daan heeft het door en komt naar Evert lopen, 'Dus jij bent nou die vervanger van mij, hoi ik ben Daan' en hij geeft Evert een hand.

'Nou jullie hebben even snel kennis gemaakt, maar we moeten weer snel aan de bak, het lijkt me slim als we opsplitsen' zegt Yvonne. We knikken allemaal. 'Uhm Daan, jij gaat met Twan, Melissa en Marit aan de slag. Net zo makkelijk jullie kennen elkaar al. En Evert neem jij Bram en Fenna mee naar de plek waar de bus staat?' Misschien dat jullie nog meer te weten kunnen komen' zegt Yvonne.

'Uhm ja, ik ga even mijn jas pakken' zegt Evert.
'Nee Bram. Dit is zo niet fijn, we hebben hem laatst ook genegeerd met de smsjes, dit is zo kut' zegt Fenna. 'Rustig Fenna, misschien zegt ie er wel niks over' zegt Bram. Dan komt Evert weer terug lopen, 'Gaan jullie mee?' Vraagt hij. We lopen achter hem aan in dit grote onbekende gebouw, het voelt net alsof we Evert pas voor de eerste keer in ons leven zien. We lopen naar zijn auto en Bram gebaart naar mij, dat hij wel naast Evert gaat zitten.

De rit in de auto duurt voor mij echt uren, ik zit daar maar een beetje achterin. Bram praat wel een beetje met Evert, maar alleen over de zaak. Af en toe kijk Evert in zijn spiegel naar achter.
We komen aan op de plaats waar alle bussen staan, we beginnen gelijk met ons onderzoek.

Aan het eind van de dag zijn we weer terug op het bureau, we zijn al iets verder gekomen met deze zaak. 'Misschien is het handig om terug naar Friesland te gaan?' Vraagt Daan. Bram kijkt op zijn horloge. 'Ja inderdaad het is al laat' 'oke wacht, dan zeg ik nog even wat andere collega's gedag en dan gaan we' zegt Daan, hij verdwijnt ergens in een gang.
Daar staan Bram en ik dan alleen in een grote ruimte, we kijken elkaar aan 'het is hier echt heel groot' zegt ik. 'Maar ook zo mooi' zegt Bram.
Dan komt Evert aanlopen, 'Waar is Daan?' Vraagt Evert. 'O die is even naar wat oude collega's' zegt Bram.
Dan steekt Daan zijn hoofd om de hoek, 'Ik ben klaar, komen jullie eraan?' Zegt hij. En hij loopt vast verder.

Bram en ik lopen naar de deur, als Evert ons opeens roept; 'Fenna Bram, het spijt me echt. Dat ik zolang niks van me heb laten horen'

AfscheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu