Hoofdstuk 31.

332 22 4
                                    

Fenna:
Als we allemaal thuis zijn plof ik op de bank, het was een vermoeiende dag. Ik pak nog even een wijntje en ga terug naar me bank, dan gaat mijn telefoon; het is Evert die belt, ik kijk naar het scherm waar ik een foto van hem zie verschijnen, wat ziet hij er toch leuk uit denk ik maar nee dit kan niet hij heeft een vriendin.

Na een tijdje schrik ik wakker, ik ben blijkbaar in slaap gevallen, dan gaat mijn telefoon weer, Nee he Evert hou is op zeg ik. Dan kijk ik op het scherm en zie dat het Daan is, ik neem op.
'Met Fenna'
'Hey met Daan, hoe gaat het?'
'Hey, gaat prima was in slaapgevallen'
'O ik heb je toch niet wakker gemaakt?'
'Nee nee, waarom bel je nog zo laat?'
'Nou ik wilde vragen hoe het met je ging, ook omdat je Evert vandaag hebt gezien'
'Nou vanaf vandaag hou ik het alleen nog maar zakelijk. Niks geen hoop meer op liefde'
'Waar komt dat opeens vandaan?'
'Hij heeft Bram verteld dat hij een vriendin heeft'
'A echt waar, wat een sukkel. Dat hij z'n vrouw als jou laat lopen. Weetje wat zullen we anders weer eens wat leuks gaan doen? Dat hebben we al zolang niet meer gedaan'
Ik voel dat ik een beetje bloos, gelukkig kan hij het niet zien.
'Lijkt me heel gezellig, spreken we dat morgen af is dat goed? Ik wil nu graag slapen'
'Ja is goed Fen, slaaplekker'
'Slaaplekker'
En ik verbreek de verbinding.

Als ik in bed lig denk ik na over deze dag; Evert die een vriendin heeft, dat hij me belde, Daan die belde. Ik snap mijzelf niet, Daan en ik doen vaker leuke dingen samen en nu opeens bloos ik, misschien dat ik me wel teveel op Everts liefde heb gefocust en dat ik nu andere heb misgelopen. Vanaf nu ga ik het echt anders doen!

AfscheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu