Hoofstuk 18.

359 19 1
                                    

Evert:
Nadat ik Carla had gebeld, zijn Liselotte en Bram gelijk naar het huis van Fenna gekomen. We zoeken naar eventuele sporen. Bram en ik kijken boven en Liselotte doet beneden en  kijkt naar het bloed.

'Ze kan toch niet zomaar meegenomen worden?' Vraagt Bram 'Hoezo niet?' Zeg ik. 'Nou er zijn geen inbraak sporen ofzo en ja Fenna lijkt me eerder z'n type die zelf wat gaat zonder het te zeggen' 'Dat doet ze niet!' Zeg ik op een bozen toon. 'Ho rustig maar, ik wis niet dat je zo kwaad werd' We lopen allemaal een andere kamer in. Als ik Bram opeens hoor schelden. 'Holy fuck,  het raam is hier ingeslagen' ik ren naar Bram toe. 'Nee dit meen je niet' 'Lies Lies kom hier' roept Bram. Liselotte komt aanrennen. 'Kijk dit raam!' Zeg ik. 'Ja die is ingeslagen, dat zie ik. Ho wacht is degene zo binnen gekomen?! Als dat zo is moet iemand dat toch gezien hebben'

Fenna:
Ik voel me slap, ik heb dorst en honger. Ik schreeuw, dan komt de man op mij aflopen hij slaat me op mijn hoofd en ik val weg..

Na een tijdje word ik wakker, ik zie een vage schim voor me. Ik probeer het beter te zien, het is een vrouw. Wacht Samanta ben jij dat...

AfscheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu