De les begon al goed. Noteer mijn sarcasme.
Allereerst stamelde ik verschrikkelijk over mijn woorden, toen er mij wat gevraagd werd, en viel ik bijna over een tas die vreselijk in de weg zat, op de weg naar mijn plaats. Ten tweede, of eigenlijk ten derde, had ik in al mijn haast om te gaan zitten, niet eens gemerkt wààr ik ging zitten, en zal het dan niet dichtbij die ene jongen zijn.
En ja dus, wel. Er zaten ongeveer 3 stoelen tussen ons, waarvan twee leeg waren. Daar had ik ook op kunnen gaan zitten. Ik ben blij dat mijn hoofd er tenminste een beetje bij was.
De jongen gaf me geen blik waardig, waar ik eigenlijk blij mee zou moeten zijn. Ik wòù niet schreeuwen, van 'hé, herken je me nog?', maar het kwam zeker in me op, net zoals de gedachte dat ik hier een veel te groot probleem van maakte, wat ik uiteraard ook deed.
De les verliep sloom, waar ik net op dit moment net zoveel zin in had. Soms waagde ik een blik richting de jongen, die nog steeds niks zat te doen, maar wond mijn blik dan snel weer af.
Ik rende haast het klaslokaal uit toen de bel ging, en in mijn haast liep ik tegen een zwaar lichaam op, die ik eerder helemaal niet gezien had.
Papieren vlogen overal, en ik bukte snel op mijn knieën om de persoon te helpen.
"Oh god, het spijt me," verontschuldigde ik mezelf, en keek op om het stapeltje papieren te geven aan de persoon voor me, die ook gebukt stond. Grote fout.
Twee paar groene ogen keken me woedend aan, en met een hand die voorheen in een vuist was gebald, rukte hij de papieren uit mijn handen, en stampte weg, de mensen menigte in.
Geschokt bleef ik gehurkt zitten. Ik zweer het, ik blijf die jongen overal tegenkomen.
Schrapend met mijn keel, haalde ik vlug een hand door mijn krullige haar, en stond haastig op, naar de kantine.
"Zo, wat is er met jou aan de hand? Je ziet er verschrikkelijk uit."
'Dankjewel, 'mister obvious', dacht ik geïrriteerd, maar in realiteit haalde ik onverschillig mijn schouders op, en worp een blik op de versleten spijkerbroek, en mijn grijze shirt, waar een enorme koffievlek opzat.
"Oh dat," mompelde ik, en krabde met mijn nagel over de vlek. Snel sloeg Nienke mijn hand weg.
"Je maakt het zo alleen maar erger. Wacht even, ik geloof dat ik nog ergens een shirt heb voor noodgevallen, en dit," ze wachtte even, en wees naar mij, van top tot teen," is zeker een noodgeval."
Ze zette haar tas neer op een tafel, en rommelde er wat in. Ik nam deze gelegenheid om mezelf comfortabel te maken op een vrij bankje.
"Nee, Selena, stop dat," zei Nienke, en ze trok me overeind, om me vervolgens mee te trekken richting de dames wc's. Slingerend liep ik achter haar aan.
Nadat ik een beetje was opgeknapt, wat bestond uit wat koud water in mijn gezicht te gooien, snel een pepermuntje in mijn mond te gooien, op vriendelijk verzoek van Nienke, wat concealer aanbrengen onder mijn ogen, wat mascara en eyeliner, en tot slot het vel roze shirt met verschillende laagjes van Nienke, was ik klaar om weer naar de kantine te gaan.
Het was niet mijn bedóéling om op zoek te gaan naar de jongen, maar ik betrapte er mezelf op dat ik dat toch deed. Ik schudde de gedachte uit mijn hoofd, en liep achter Nienke de kantine in.
"Dus, enige bijzondere reden waarom je eruit zag alsof je geraakt werd door een vrachtwagen en daarna een paar dagen heb zitten roten, platgereden op de weg?", vroeg Nienke gewoonlijk, en ik keek haar boos aan.
"Nee, géén bijzondere reden," beet ik haar toe, door de spleten van mijn tanden door.
"Sorry, sorry," verontschuldigde Nienke zich, met haar handen naast der in de lucht. Ik zuchtte, en schudde het af.
JE LEEST
One Way
Teen Fiction'We weten niet hoe we dit het beste moeten zeggen', zei ze, en bij we keek ze weer naar mijn vader, die nerveus aan zijn stropdas zat te trekken. 'Nou, ik weet zeker dat ik het wel aankan, ik bedoel, zo erg kan het toch niet zijn?', vroeg ik mijn...