Soms mis je een plaats, maar je doet het onbewust. Ik voelde me opeens een stuk beter toen ik het grote gebouw voor me zag staan, en glimlachte blij. Maar de onbewuste blijheid ging weg zo snel al dat hij gekomen was. Het verbaasde me dat ik het niet eerder had gehoord, maar ik denk niet dat ik eerder goed geluisterd had. Het steeds harder wordende gejoel, en het geschokte gefluister dat steeds luider werd, en zich op een eindje afspeelde van mij was duidelijk te horen. Ik keek Nienke verbaasd aan, die net zoals mij haar wenkbrauwen omhoog had geduwd. We wisselden en snelle blik, en zonder te praten liepen we richting het lawaai.
Het was niet iets dat je vaker meemaakte hier: vooral niet in de vakantie. Overal was het een best nette school waar we op zaten, niet een school waar je dagelijks te maken kregen met zulk soort dingen. Ik probeerde een paar mensen weg te duwen terwijl ik Nienke's pols vast hield, en slaakte een zucht toen ik zag waarvoor al deze mensen hier stonden.
Ik kon niet alles goed zien, doordat we ergens in het midden van alle mensen stonden, maar genoeg om een hoofd te zien van de twee vechters. En natuurlijk verbaasde dit me nauwelijks. Het was weer iets voor Colton om zich hierin te binden.
Ik stond op mijn tenen om proberen in de gaten te krijgen wie het andere persoon was, maar kon het net niet goed zien. Het enige wat ik kon opvangen was een glimp van blond haar. Ook hoorde ik de jongens niet praten, maar ik zag Colton alleen extreem boos kijken. Hij deed een stap naar voren, en haalde zo snel uit dat ik het nauwelijks kon zien. Om me heen hoorde ik mensen geshockt gillen, en jongens die opgetogen zaten te lachen. Ik hoorde de andere jongen kreunen van pijn, en Colton lachte.
"Je moet weten dat er niet met mij gespot kan worden," zei Colton tegen de jongen, en lachte. Ik begon steeds meer medelijden met de jongen te krijgen die op dit moment nog op de grond lag. Maar dit leek de jongen boos te maken: hij kreunde van de pijn maar stond uiteindelijk, een beetje wankelend, op zijn voeten. Colton leek verbaasd, maar verwisselde die expressie al snel voor zijn normale, arrogante blik. Iedereen stond gespannen te wachten tot de volgende slag: en het duurde niet lang voordat dat gebeurde. De jongen stapte naar voren, maar Colton was sneller. Hij pakte de jongen's pols vast, en draaide em hard om. Het begon in me op te komen dat Colton hier waarschijnlijk veel ervaring mee had. Maar nogsteeds kon ik de jongen niet zien, omdat hij helaas telkens met zijn rug naar mij bleef staan, of zodat ik hem in ieder geval niet goed kon zien. Mijn hart begon sneller te kloppen toen ik zag dat de jongen zijn rug boog; het leek erop dat hij opgaf. Ook Colton zag dit, en hij glimlachte.
Maar toen gebeurde er iets dat waarschijnlijk niemand verwachtte: de jongen haalde hard uit, en raakte Colton volop op zijn kaak. Colton trok woedend zijn hand op naar zijn wang, en keek van de grond op naar de jongen.
"Jij. Bent. Dood," zei hij langzaam, de woede duidelijk te horen van zijn zware stem Colton had bijna uitgehaald, als hij niet was tegengehouden door gepraat van oudere mensen, die probeerde zich een weg te banen door alle leerlingen heen. De meeste leerlingen liepen stilletjes weg, maar ik bleef samen met Nienke staan. Eindelijk zag ik het gezicht van de jongen, wie nu geschokt naar Sarah keek, de directrice van onze school. Maar het gezicht dat ik zag verbaasde me volkomen. Luke.
"Mensen er is hier niets te zien, ga alstublieft naar jullie kamers toe. Colton en Luke, meekomen," zei Sarah terwijl ze de andere leerlingen probeerde weg te krijgen. Ze draaide zich om en zag dat Colton en Luke een beetje verward stil stonden. Boos voegde ze eraan toe: "Nu."
"Ik zweer het mevrouw, ik was het niet. Die sukkel Luke kwam opeens op me af en begon me te slaan. Het was totaal zelfverdediging," probeerde Colton. Luke, de arme stakker, liep slovend met zijn schoenen achter Sarah en Colton aan, wie nog steeds overduidelijk aan het proberen was om Sarah van gedachten te veranderen, de gedachte waardoor hij wel eens in de problemen kon komen.
JE LEEST
One Way
Teen Fiction'We weten niet hoe we dit het beste moeten zeggen', zei ze, en bij we keek ze weer naar mijn vader, die nerveus aan zijn stropdas zat te trekken. 'Nou, ik weet zeker dat ik het wel aankan, ik bedoel, zo erg kan het toch niet zijn?', vroeg ik mijn...