11

125 8 3
                                    

Er hangt een levenloos lichaam voor me dat zachtjes heen en weer beweegt aan de strop om haar nek. Bij elke beweging kraakt het touw een beetje. De grond is nat en de gezichtsuitdrukking van het dode meisje angstaanjagend. Ik begin van de schrik te huilen en stap naar achteren. Ik word al snel door Ian's sterke armen naar achteren getrokken. Ian schrikt kort even voor hij de deur dicht doet. Hij kijkt alle hokjes na voor hij weer naar mij komt toegelopen. ''De laatste is wel vrij.'' hij kijkt me medelevend aan.

Ik weet niet goed wat er met me gebeurd. Het voelt net of alle emoties die in me zaten verstopt allemaal naar boven komen. Angst, woede, verdriet, ik begin heel hard te huilen zonder controle. Ian trekt me tegen zich aan en aait over mijn haren. ''Het geeft niet dat je bang bent, iedereen is bang. Ik wil dat je probeert sterk te zijn oké? We komen hier samen weg, jij, Thomas en ik, beloofd.'' Zo blijven we even staan tot ik wat gekalmeerd ben. ''Dankje Ian'.' zeg ik terwijl ik hem verlegen aankijk. ''Geen probleem.'' hij geeft me een korte, speelse aai over mijn hoofd. ''Ik wacht buiten oké?'' ik knik en loop naar het laatste hokje waar geen lijk aan een touw in hangt.

Dingen zoals een toilet wat normaal heel gewoon is voelt nu als een bijzonder geschenk. Het was vreselijk mijn behoeftes in een emmer te moeten doen. Op de achtergrond klinken touwen met dode lichamen die hier ook ooit waren die heen en weer zwaaien. Als ik klaar ben loop ik naar een spiegel en bekijk mezelf opnieuw. Mijn gezicht is nog een beetje rood van het huilen. Als ik knipper zie ik opeens een jongen achter me staan. Zijn haar zo zwart als de nacht, en zijn huid zo wit als sneeuw. Hij staart me aan met een dode blik en loopt op me af, zijn handen reikend naar mijn nek. Ik draai me om, maar er is niemand te zien. Als ik weer naar de spiegel kijk is het enige wat ik zie mezelf. Ik zie hoe mijn borstkas heel snel op en neer gaat en hoe groot mijn pupillen zijn geworden.

Als ik uit de wc kom gelopen kijken Thomas en Ian me allebei gelijk aan. ''Is alles oké Naomi? Je ziet zo bleek.'' zegt Thomas bezorgt. ''I... Ik zag net iemand...'' stotter ik. ''Wie zag je Ian komt wat dichterbij me staan. ''E..een jongen...'' Thomas kijkt me twijfelachtig aan. ''Weet je het zeker?'' Ik knik heftig. ''H...hij achter me stond... H..hij me bij mijn keel wou pakken... T..toen ik omkeek was hij weg...'' Ian wrijft oven mijn rug. ''Geen zorgen we geloven je'' ik zie een jaloerse blik van Thomas kant uitkomen naar Ian. Het zou ook kunnen dat ik het niet goed zag omdat ik zo overstuur ben van wat er zojuist heeft afgespeeld in de badkamer.

''Zullen we weer verder gaan?'' stelt Thomas voor. Ian werpt nog een laatste blik naar mij en stemt ermee in. We lopen weer verder naar de laatste uitgang, de brug naar het aangrenzende gebouw. Ondertussen ben ik weer een beetje bijgekomen van zojuist. ''Kunnen we misschien even stoppen? Ik heb enorme honger.'' zegt Thomas. We stoppen en delen met z'n drieën een wafel dat we nog hebben. We eten allemaal in stilte totdat Thomas de stilte verbreekt. ''Hey, hebben jullie ook de laatste tijd last van de rare dromen? Ik droom steeds dat ik achtervolgt wordt en ik iemand moet redden.'' dat komt me inderdaad bekend voor. ''Ik heb die dromen ook. En jij Ian?'' hij knikt en eet rustig verder. ''Wie moeten jullie dan redden?'' vraag ik. ''Jou'' antwoorden ze allebei tegelijk. Ik voel mijn wangen rood worden en kijk naar de grond. Als ik opkijk zie ik dat Ian en Thomas ook vlug wegkijken. ''Dat is toevallig....'' zeg ik om de gênante stilte te verbreken. ''En jij? vraagt Thomas nieuwsgierig. ''Ik jullie alle twee namelijk.'' antwoord ik zachtjes. ''Zouden die dromen iets betekenen?'' zegt Ian die diep aan het nadenken is. ''Geen idee.'' antwoord ik terwijl ik naar de restjes van mijn nagellak staar. Ik zou echt alles over hebben om gewoon thuis zoiets simpels te doen zoals mijn nagels lakken.

Als we klaar zijn met eten staan we op en lopen we verder. ''Wat als deze uitgang ook op slot zit?'' vraag ik aan Thomas. ''Niet zo denken Naomi, en mocht dat wel zo zijn is er vast een andere uitgang oké?'' ik twijfel even en knik voor ik weer zijgend verder loop. Als we bijna bij de andere uitgang zijn word onze aandacht getrokken door geluiden uit een lokaal waar we zojuist voorbij liepen. We staan allemaal abrupt stil en luisteren. ''Hoorde jullie dat ook?'' fluister ik. ''Ja, zullen we gaan kijken wat het is?'' stelt Thomas voor. ''Ik weet niet of dat wel zo'n goed idee is Thomas'' zegt Ian. ''Ik bedoel, ik bedoel het is een vervloekte verlaten school. De kans dat er een monster zich daar bevindt is vrij groot.'' Thomas gaat gelijk in verdediging. ''Wat nou als er meerdere mensen hier vast zitten? Dan moeten we ze toch helpen?'' Ian kijkt geïrriteerd. ''Hoe groot is die kans nu Thomas? Ik bedoel moeten we onszelf nou echt in gevaar brengen omdat jij het weer in je hoofd haalt dat er misschien iemand anders kan zitten?'' Ian kijkt naar mij. ''Wat vind jij Naomi?'' ''Nou ik...'' mijn antwoord word onderbroken door een rommelend geluid dat uit het lokaal komt en ook weer zo snel verdwijnt als het gekomen was. Daarna valt er weer een doodse stilte en kijken Thomas en Ian weer naar mij, wachtend op een antwoord.

''Ik vind dat we moeten kijken. Of in ieder geval een van ons. Stel je voor dat het inderdaad andere mensen zijn en hun misschien weten hoe we hier weg kunnen komen?'' mijn antwoord heeft Ian blijkbaar overtuigd want hij heeft een typische 'daar heb je een punt' uitdrukking. ''Dus we gaan kijken?'' zegt Thomas. ''Ja'' antwoord Ian. ''Oké dan, hier gaan we'' zegt Thomas voordat hij langzaam de deur open doet.




exitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu