23

92 6 3
                                    

Ik open mijn ogen. Alles is zwart. Ben ik dood? Maar na een tijdje beginnen er voorwerpen en kleuren te vormen. Wacht, ik ken deze plek. Ik ben in een van de gangen. Ik merk nu pas dat mijn kleren helemaal doorweekt zijn. Als ik omlaag kijk zie ik dat mijn kleren rood en nat zijn, bloed! Het was dus geen verbeelding. Dat moet dus betekenen dat Liam me uit dat lokaal moet hebben gehaald, maar waar is hij? Ik kijk om me heen, maar Liam is nergens te bekennen.

Ik sta langzaam op en zie tot mijn verbazing dat er een laagje bloed verderop in de gang staat. Ik kijk naar het lokaal waar ik dacht dood te gaan en zie dat hij ondanks dat alles nog onder het bloed zit helemaal leeg is. Het is zeker de gangen in gestroomd. "Liam?" fluister ik zachtjes, maar ik krijg geen gehoor. Mijn kleren voelen heel zwaar en koud tegen mijn huid. Ik kan dit niet blijven dragen, ik moet andere kleren vinden. Ik laat de plek waar ik wakker werd achter me en loop door de gangen op zoek naar een plek waar ze mogelijk kleren hebben.

Ik loop een lokaal in die niet op slot zit en gelijk dringt een vreselijke geur mijn neus binnen. Wat is dat? Ik loop wat verder het onbekende lokaal binnen en laat mijn ogen wennen aan het donker. Het duurt me daarna niet lang meer om te beseffen wat die vreselijke geur veroorzaakt. Er ligt in het hoekje van het lokaal een rottend lijk van een vrouwelijke studente. Ik moet erg mijn best doen om niet over mijn nek te gaan, wat nog net lukt. Ondanks dat het niet het eerst lichaam is dat ik heb gezien staat er elke keer dat ik er een aantref afschuw op mijn gezicht af te lezen.

Het meisje is lang en mager en het lijkt alsof ze al een lange tijd geen eten op had. De uitdrukking op haar gezicht is echt angstaanjagend. Haar mond wijd open. Alsof ze wanhopig naar lucht hapte of schreeuwde voor ze stierf. Van haar handen en voeten ontbreken elk spoor. Ze lijken er wel afgehakt te zijn. In haar voorhoofd zit een gat met opgedroogd bloed. Zo is ze vast aan haar einde gekomen, gruwelijk.

Aan haar uniform te zien zat ze op een dure school, wij hebben namelijk geen uniformen. Het uniform is nog in een best goede staat. Nee, ik kan toch niet zomaar een lijk uit gaan kleden? Maar aan de ene kant heb ik het misschien harder nodig dan haar nu. Hoe walgelijk ik het idee ook vind, trek ik haar uniform langzaam uit en verwissel ik het voor mijn bloederige kleren. Dit ga ik nooit vergeten. "Sorry" mompel ik als ik weer opsta en kijk naar het lijk met mijn bloederige kleren. Het uniform past me goed en zit comfortabeler dan ik dacht. Het bestaat uit een paar schoenen met lange zwarte sokken, een blauw ruitjes rokje, een wit bloesje en een soort strikje ook in de kleur blauw. Hoewel het niet helemaal mijn stijl is heb ik tenminste droge kleren. Ik heb echt geluk.

Oké, nu ik droge kleren heb, wat zal ik nu doen? Ik wil het liefste Liam vinden, maar ik weet niet of het zo makkelijk is om een geest te vinden in dit enorme gebouw. Laat ik beginnen in de gang, in dit lokaal zal ik toch niet meer zoveel vinden. Ik loop het lokaal uit en kijk naar de lange gang. Ik zucht. Ik kan niet eens beschrijven hoe bang ik momenteel ben nu ik alleen ben.

Ik loop al een tijdje in mijn eentje door de gangen als ik iets hoor. Ik sta gelijk stil. Wat was dat? Ik loop een stukje achteruit en bots tegen iets aan wat met een enorm kabaal op de grond valt. Shit, wat was dat?! Ik kom tot de ontdekken dat ik tegen een spiegel was aangelopen en die op de grond in tientallen stukken lag nu. Het was nu doodstil. Als er iemand was van diegene wel afgekomen op het geluid. Ik kijk in de scherven en zie dat iets oplicht onder mijn huid op mijn pols. Als ik naar mijn pols kijk zie ik echter niks, vreemd.

Ik blijf gefascineerd kijken in de scherven tot er iets vreemds gebeurd. Mijn spiegelbeeld beweegt, terwijl ik toch echt doodstil sta voor de spiegel op het lichtjes op en neer gaan van borstkas na. Mijn spiegelbeeld lacht naar me en ik staar geschrokken terug. Van schrik laat ik mijn zaklamp vallen waardoor het glas breekt en alles donker word. Als mijn ogen na een tijdje weer zijn gewend aan het donker zie ik mijn spiegelbeeld weer. Ze doet een stap naar voren en glimlacht naar me terwijl ze zich voorover buigt.

Ze pakt het gebroken glas en laat het trots zien. Ze speelt er een beetje mee. Plots laat ze het glas diep in haar vinger snijden. Ik zie het bloed over haar vinger glijden. Ik voel dezelfde pijn en als ik kijk bloed mijn vinger hevig. Hoe kan dit?! Daarbij houd het niet op. De steekt zichzelf op verschillende plekken met het stuk glas. De pijn die ik voel is onverdraaglijk. Ik zie hoe er rode druppels bloed op verschillende plekken in mijn uniform ontstaan en zak naar de grond. Om de een of andere reden kan ik niet meer wegkijken.

De blauwe gloed bij mijn pols wordt steeds feller en het lijkt bijna of mijn huid elk moment kan scheuren. Ze pakt een nieuw stuk glas en zet die op haar mondhoek en trekt hem door haar wang aan beide kanten. Het lijkt of ze een enorme glimlach op haar gezicht heeft zo. Ik schreeuw en voel iets door mijn wangen snijden en bloed omlaag stromen. Ik wil niet meer kijken, ze ziet er afschuwelijk uit en ik waarschijnlijk nu ook. Net als ze een scherf diep in haar hart wilt steken hoor ik een bekende stem. "Naomi?"

exitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu