4

187 12 2
                                    

Thomas' blik veranderd zodra hij mij ziet en hij komt haastig naar me toe gelopen. "'Naomi..., gaat het? Wat is er gebeurd?'' hij kijkt me heel bezorgd aan. ''Het gaat Thomas, echt..." probeer ik zo normaal mogelijk te antwoorden. Thomas raakt zachtjes de wond op mijn hoofd aan en er ontsnapte een kleine 'au' uit mijn mond. Hij heeft door dat ik lieg. Hij staart geschrokken naar zijn vingers waar wat bloed op zit. ''Ik ga even de EHBO-doos halen, wacht hier." nog voor ik kan antwoorden rent Thomas weer terug het bos in. Ik staar even ongemakkelijk naar Ian. ''Het spijt me Naomi." zegt Ian zacht. "Waarvoor? Jij hebt toch niks gedaan.'' Ian staart even naar de grond. ''Als ik met je was meegegaan had je die wond nooit gehad. Het is mijn schuld.'' Ian kijkt me heel verdrietig aan. ''Dat is niet jouw schuld Ian, het was mijn eigen keuze.'' verzeker ik hem. Toch heb ik het gevoel dat mijn gezicht verraad dat ik veel pijn heb. Ian kijkt me even aan voordat hij plotseling naar me toe loopt en me tegen zich aan trekt. Ik had dit totaal niet verwacht en het duurt enkele seconden voor ik pas besef wat er gebeurd. Na een paar seconde ontspan ik me word ik overwelmd door een veilig gevoel. Aslof in zijn armen mij niks kan gebeuren. "Ik zal je niet meer alleen laten." fluisterd hij zachtjes in mijn oor voor hij me loslaat. Ik glimlach zwakjes naar hem.

Thomas komt inmiddels aanrennen met een wit koffertje in zijn handen. "Ga even op die boomstronk zitten." zegt hij nog een beetje hijgend tegen me. Ik doe wat hij vraagt en ga rustig zitten. "Ian, schijn even met je zaklamp hier." en Thomas wijst naar mijn hoofd. Hij bekijkt de wond en kijkt me even aan. "Dit kan een beetje pijn doen." zegt hij zachtjes. Ik bereid me voor op de pijn die me te wachten staat, maar toch deed het meer pijn dan ik verwachtte. Ik pak Thomas' hand vast en knijp er heel hard in. Hij lijkt het te begrijpen en schenkt er geen aandacht aan. "Ik heb de wond ontsmet, zodat het niet erger word. Ik doe even een verbandje om je hoofd, maar die mag er straks wel weer af. de wond zit namelijk op een lastige plek." zegt Thomas terwijl hij het verbandje om mijn hoofd wikkeld. Als hij klaar is doet hij het koffertje dicht en zet legt hem op de grond. "Dankje, Thomas." zeg ik terwijl ik opsta. "Graag gedaan, maar doe wel voorzichtig voortaan oke?" zegt hij met een bezorgde blik. Ik knik en kijk weer naar het gebouw.

"Wat moeten we nu doen? Waarom staat dat gebouw daar?" Vraag ik. "Waarschijnlijk zijn er een paar mensen ons hier gewoon bang aan het maken" zegt Thomas. "Ik vind dat we beter ergens anders kunnen gaan kamperen" stelt Ian voor. "Je bent echt een watje Ian" Thomas kijkt hem grijnzend aan. "Ik vind het eigenlijk ook niet echt fijn hier Thomas" zeg ik met een serieuze toon. Zijn grijnst verdwijnt van zijn gezicht en verandert in een frons. "Het is vast allemaal opgezet om mensen bang te maken, ik beloof je er is echt niks." Thomas is soms zo anders tegen mij dan tegen Ian. "Wacht ik bewijs het wel" en Thomas loopt richting het gebouw. "Thomas, blijf alsjeblieft hier" smeek ik. Thomas lijkt het niet te horen en loopt richting het gebouw.

"Wat doet die gast nou?" zegt Ian een beetje geïrriteerd. "Moeten we meegaan?" Ian kijkt me bezorgd aan. "Als hij gevaarlijke dingen wilt doen moet hij dat weten, maar jij kunt beter hier blijven." ik knik en kijk weer richting Thomas. Hij loopt een rondje om het gebouw en verdwijnt uit het zicht. Ian en ik staan zwijgend naast elkaar. "Ik hoop dat hij snel terug is" zeg ik tegen Ian. "Ik ook" antwoord hij. "Naomi?" Ian kijkt me vragend aan. "Ja, wat is er?" hij lijkt even te twijfelen. "Nou, beloof me dat je altijd voorzichtig doet oké?" ik kijk hem aan. "Hoezo vraag je dat?" hij kijkt even weg. "Oh, nou, gewoon. Ik wil niet dat jou iets overkomt" zegt hij een beetje stotterend. "Beloofd" zeg ik met een kleine glimlach. "Fijn" antwoord hij. Inmiddels zien we Thomas weer verschijnen. Het lijkt alsof hij iets in zijn hand heeft. "Kun jij zien wat Thomas in zijn hand heeft?" vraag ik. "Nee, hij is te ver weg." ik kijk even naar mijn schoenen. Ik voel me niet helemaal op mijn gemak als ik hier in het midden van het bos sta. En thomas helemaal alleen daar. Als ik hier alleen was geweest was ik helemaal in paniek geraakt. Ian en ik zien Thomas naar de deur lopen en met iets tegen de deur slaan. Je hoort wat harde bonken voordat Thomas stopt. Hij gooit het voorwerp weg en trekt aan de deur. Het lijkt erop dat deze nu open is. Thomas kijkt ons nog even aan en gaat naar binnen. "Thomas!" schreeuw ik, maar ik krijg geen antwoord terug. "Moeten we gaan kijken?" vraag ik aan Ian. "Wat als er iets gebeurd?" zegt Ian. "Het is wel onze vriend Ian." hij zucht en loopt naar het gebouw toe. "Kom je nog?" vraagt hij. Ik knik en loop naar hem toe. Als we bij de deur aankomen zien we een gebroken deurklink en een steen liggen. Dat had hij dus in zijn handen. Ian en ik kijken elkaar aan. Ik zie aan Ian dat hij al spijt heeft van deze beslissing. "Ik ga wel eerst" zegt hij dapper, maar ik zie dat hij bang is. Hij duwt de deur langzaam open en stapt naar binnen. Ik volg hem en stap ook naar binnen. Eenmaal binnen pak ik mijn zaklamp en schijn ik met mijn zaklamp de ruimte rond. Het is inderdaad een school. We staan in een hal met kluisjes. Het verf bladdert van de muren af, de kluisje zijn aan het roesten en de bankjes zien eruit alsof ze elk moment kunnen breken als je erop gaat zitten. Ian knipt zijn zaklamp aan en kijkt ook de ruimte door. Deze ruimte geeft me de rillingen, en de haartjes op mijn arm gaan overeind staan. Ian kijkt mij aan. "Waar is Thomas?"

exitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu