Ik kijk de ruimte door, maar Thomas is nergens te bekennen. "Hij is niet hier, zou er iets gebeurd kunnen zijn?" Ian slikt. "Ik hoop het niet." antwoord hij. Ik loop een beetje verder de ruimte in en zie een deuropening aan het einde van de gang. "Dan moeten we hem gaan zoeken." Ian knikt en volgt me naar de deuropening. We komen uit in een lange gang die naar lokalen leid. "Thomas!" roep ik, maar ik krijg weer geen antwoord.
Ian en ik lopen al een tijdje door de gangen. Het voelt alsof we in cirkels lopen. Ik voel me totaal niet op mijn gemak en aan Ian te zien hij ook niet. Plotseling horen we weer een harde gil. Het is een mannelijke hoge gil. Het duurt een paar seconden voor ik besef wat dat betekend. Thomas?! Ik en Ian kijken elkaar allebei op hetzelfde moment geschrokken aan. Het geluid lijkt van de verdieping hierboven te komen. Ik en Ian zoeken de dichtstbijzijnde trap en haasten ons naar boven en verkennen de gangen.
We zijn al een tijdje aan het lopen. Waar kwam dat geluid toch vandaan? Als ik een stukje verder loop zie ik dat er iets op de grond ligt. Ik wijs ernaar. "Is dat bloed...?" vraag ik en ik kijk Ian angstig aan, met dezelfde blik kijkt hij mij ook aan. "Thomas is gewoon oké, geloof me. We moeten hem alleen snel vinden en hier weggaan oké?" Ik knik en Ian loopt voorop naar de lokalen. Het bloedspoor houdt op bij een van de lokalen. We kijken allebei hoe het bloed onder de deur door gaat. "Is het wel een goed idee hier naar binnen te gaan?" vraagt Ian. "Nee, maar we moeten het voor Thomas doen." Ian knikt en doet de deur open. De deur gaat met een krakend geluid open. We stappen naar binnen en de deur valt achter ons dicht.
Ik voel als snel Ian's hand in de mijne, wat mij een beetje gerust stelt. "Ik ben bij je oké? Ik zorg ervoor dat je veilig bent." fluistert Ian zachtjes in mijn oor, waarna Ian rond schijnt met de zaklamp. Er hangt hier een rare lucht. Ik wordt er een beetje misselijk van. Ik kijk de ruimte door. Volgens mij is het een lokaal. Ik zie een groot krijtbord voorin het lokaal aan de muur hangen. Daarvoor staan kleine vierkante tafels, sommige zijn omgevallen of staan helemaal aan de andere kant van het lokaal.
De tafeltjes zien er oud en vervallen uit. Ik zie dat er in een van de tafeltjes is gekrast en loop er naar toe. Ian keek een beetje verbaasd toen ik zijn hand losliet. Waarschijnlijk had hij het niet eens door dat hij mijn hand vasthield. Ik hoop stiekem dat hij het niet per ongeluk deed. Ik kijk naar het tafeltjes waar 'hell' in het hout gekrast staat. Ik kijk er even naar. De woorden geven me rillingen. Heel eventjes trilt mijn lichaam. Net als wanneer je met je nagels over het krijtbord gaat en van dat vreselijke geluid een trilling door je hele lichaam krijgt voor een paar seconden. Blijkbaar zag Ian dit, want een paar seconden later voel ik de warme hand van Ian op mijn rug. ''Heb je het koud?'' vraagt hij bezorgd. Ik schud mijn hoofd en staar naar de grond. Waar heel veel scheuren en kieren inzitten.
Ik loop verder het lokaal in en bekijk het lokaal aandachtig. Als ik achteruit wil lopen bots ik tegen iets aan en ontsnapt er een kleine gil uit mijn mond. Ian kijkt gelijk mijn kant uit om te kijken wat er aan de hand is. Ik botste tegen een groot voorwerp aan, waar een wit laken overheen zit. "Wat is dat..." vraag ik zachtjes aan Ian terwijl ik zijn mouw vastpak. "Ik weet het niet." zegt hij zachtjes. Hij loopt rustig naar het voorwerp toe en staat even stil. Na een tijde trekt hij plotseling het laken eraf en laat hem om de grond vallen. Stofdeeltjes dwarrelen door de lucht. Het is een skelet, dat levenloos aan een paaltje hangt.
Op het eerste gezicht niks opvallends. Mijn oog valt op een voorwerp dat om zijn nek hangt. Als ik dichterbij kijk zie ik dat het een sleuteltjes is met een beetje bloed er op is. Het bloed lijkt nog vers. Mijn hart slaat een paar tellen over als ik ademloos naar het sleuteltje staar. Ik kijk Ian even aan en we maken kort oogcontact voordat Ian het sleuteltje pakt en in zijn zak doet. "Waar zou die voor zijn?" vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. Opeens horen we een geluid ergens uit de kamer komen. We draaien ons om en kijk waar het geluid vandaan kwam. Het geluid blijkt uit een kast te komen die in de hoek van het lokaal staat.
Het voelt alsof mijn hart opnieuw een paar tellen overslaat. Ik kijk naar Ian. Hij pakt weer mijn hand vast en gebaard dat ik achter hem moet blijven. Dat hij mijn hand eerder vastpakte was dus niet per ongeluk. Ondanks dat ik doodsbang ben maakt mijn hart een heel klein sprongetje. Het gevoel dat ik hier niet alleen ben geeft me een beetje een geruststellend gevoel. Dan komt er weer een vreemd geluid uit de kast. Ian kijkt me voorzichtig aan en laat mijn hand los. Ian probeert de kastdeur open te trekken, maar hij zit op slot. "Wat nu?" vraagt hij zenuwachtig aan mij. "Ik weet het niet, wat zit er in die kast?" vraag ik hem angstig. "Willen we dat wel weten?" mompelt hij. "Wacht, dat sleuteltje!" en ik wijs naar zijn broekzak. "Je hebt gelijk, Naomi." en hij haalt het sleuteltje uit zijn zak en stopt hem in het slotje onder de hendel van de kast. Hij draait het sleuteltje en hoort een zachte klik en doet een stap achteruit.
Ik kijkt even naar de kast, maar er lijkt niks te gebeuren. Langzaam loopt naar de kast toe. Ik zie een moment van twijfel waarna hij toch de kast open trekt.Mijn ogen worden groot als ik zie wat zich daar bevind. Ik laat van schrik mijn zaklamp vallen.
![](https://img.wattpad.com/cover/53054088-288-k15244.jpg)
JE LEEST
exit
HorrorIk ren door de gangen zonder om te kijken. Zou het me nog volgen? Ik kom aan in een gang die doodloopt. Is dit het einde? Opeens bedekt een hand mijn mond en trekt me mee de duisternis in. 3 vrienden, 1 uitgang Elke zaterdag een nieuw deel!