Ik heb geen bevestiging nodig om te weten dat het Liam is. Liam toen hij nog leefde in ieder geval. Maar aangezien ik hem alleen als geest ken zal hij niet meer zo heel lang leven. Hij ligt op de grond te kronkelen met zijn polsen en enkels vastgebonden met een stuk gerafeld touw. Het geluid dat uit zijn mond komt word gedempt met een stuk wit doek. Ik kijk Liam aan. Hij maakt even oogcontact met me. Zijn blik koel en emotieloos voor hij weer kijkt naar hoe hij loopt te kronkelen op de grond. Zou hij willen dat ik dit zie?
De jongen staat naar het hulpeloze meisje te kijken met een enorme grijns op zijn gezicht. Het lijkt net alsof hij het hele jaar op een cadeau voor kerst heeft gewacht en het nu krijgt. Ik snap niet hoe hij zich hier zo goed bij voelt. In zijn ogen is plezier af te lezen. Het is walgelijk.
Hij loopt langzaam naar Liam toe en trekt hem omhoog aan zijn zwarte, warrige haren. Op zijn gezicht is de pijn goed af te lezen. Ik wou dat ik iets kon doen om hem te helpen, maar het zou toch geen zin hebben. Ze konden ons niet zien. Wij zijn illusies die zich in het verleden bevinden. We kunnen niks meer doen, het is al gebeurd.
De jongen laat een priem zien aan het meisje die hij al die tijd in zijn hand verborgen hield. Het was geen grote priem, hij past net niet in zijn hand, maar scherp was hij wel. Het meisje maakt oogcontact met Liam en lijkt nu helemaal in paniek te raken. Haar gedempte stem die wanhopig om hulp schreeuwt blijft zich maar herhalen in mijn hoofd.
Hij speelt even met de priem totdat hij hem plotseling met een soepele beweging in Liam's linker oog steekt. Straaltjes bloed spuiten uit zijn oog. Het beeld is afschuwelijk. Het meisje begint opnieuw hysterisch te huilen, ook al hoor je het amper. Wat het nog afschuwelijker maakt is dat het bijna doodstil is op het gedempte geschreeuw na, maar zelfs dat is amper te horen. Kort daarna ontmoet de priem ook het andere oog. Bloed stroomt over zijn gezicht.
Ik kijk naar Liam's geest. Hij kijkt erg gekwetst, gekwetst dat iemand hem zulke vreselijke dingen aandoet zonder enig greintje spijt. Hij begint hem meerdere malen te steken in zijn gezicht met de bebloede priem. In zijn wangen, zijn neus. Er stroomt bloed uit de gaten die de jongen zojuist in zijn gezicht heeft geprikt. Het is een akelig tafereel om te aanschouwen. Ik heb zoiets nog nooit gezien. Liam lijkt het te hebben opgegeven, want hoe hij een paar seconden geleden nog uit alle macht zich uit zijn greep probeerde te wurmen hangt hij nu stilletjes half boven de grond.
De jongen laat het haar van Liam los en hij valt met een smak op zijn gezicht op de stenen vloer. De jongen gaat daarna boven het lichaam staan en steekt als een bezetene met de priem wel honderden keren op verschillende plekke in het lichaam van Liam. Een plasje bloed ontstaan onder het inmiddels levenloze lichaam van Liam. De jongen staat op en bekijkt trots wat hij zojuist heeft gedaan. Al zijn kleren zitten onder bloed, Liam's bloed om precies te zijn. Wie is hij en waarom wilt hij hun vermoorden?
Het meisje dat nog steeds tegen de muur zit is inmiddels gestopt met huilen en staar in schok naar het levenloze lichaam van Liam. Bijna al het kleur uit haar huid is verdwenen en ze is spierwit. ''Nu is het jouw beurt'' fluistert de jongen. Ze staart hem angstig aan. ''Waarom ik dit doe?'' begint hij uit het niets te vertellen. ''Omdat ik altijd krijg wat ik wil. Liam was slechts het lokaas. Ik wist dat je hem zou gaan zoeken. En nu, nu zit je hier voor me. Ik heb eindelijk wat ik hebben wil. Je wilde je hart niet aan mij geven, dan pak ik hem nu wel zelf.'' zegt hij op een duistere toon.
Hij loopt naar haar toe en gaat voor haar zitten op zijn knieën. Hij lijkt niks te willen beschadigen aan haar zoals hij bij Liam deed en steekt rond haar hart met de priem. Hij lijkt precies te weten wat hij doet. Hij steekt de priem zorgvuldig in rondjes om haar hart, opnieuw, opnieuw en opnieuw. Het meisje zelf is al lang niet meer bij ons. Ze staart voor zich uit en ze is gestopt met huilen en schreeuwen, haar borstkas gaat niet meer op en neer zoals hij jarenlang deed.
De jongen trekt zorgvuldig stukken vlees van haar borstkas af. Haar witte blouse is nu doorweekt met bloed. Hij steekt met de priem in haar borstkas, net zo lang tot hij er iets uit trekt. Als ik het beter bekijk zie ik dat hij ook letterlijk haar hart heeft nu. Hij legt het hart op de grond, prikt er een lijnen aan gaatjes in tot hij uiteindelijk het hart in vijf gelijke stukken kan scheuren. Hij houd ze in zijn handen, zijn handen die onder het bloed van onschuldige mensen zit. Hij kijkt naar het hart in stukken als een kostbaar bezit dat hij lang geleden was verloren en nu weer had teruggevonden, walgelijk.
Hij staat op en loopt met haar hart nog in zijn handen de ruimte uit. De twee levenloze lichamen laat hij achter zonder er nog naar om te kijken. De uitdrukking op Liam's gezicht is niet te beschrijven met woorden. Ik heb hem nog nooit zo kwetsbaar gezien. Het lijkt alsof hij zich schaamt dat ik hem zo zie. Hij staart naar zijn eigen levenloze lichaam alsof elk moment kan gaan huilen. Zo ken ik hem niet. Ik ken een sterke Liam. Die me soms plaagt en het me niet te makkelijk maakt, maar deze gevoelige kant kende ik niet.
Ik heb even tijd nodig om te verwerken wat ik zojuist zag. Het lijkt alsof het een droom was, dat ik zo wakker word en er niks aan de hand is. Maar ik weet dat dit geen droom is en dat dit echt heeft plaatsgevonden een lange tijd geleden. Liam's ogen ontmoeten de mijne. Ik kijk hem bezorgd aan. Ik zie dat hij het moeilijk heeft. Hij geeft me een bevestigend knikje dat hij oké is, ook al geloof ik het niet helemaal. Er volgt een flits en alles word wit.
JE LEEST
exit
HorrorIk ren door de gangen zonder om te kijken. Zou het me nog volgen? Ik kom aan in een gang die doodloopt. Is dit het einde? Opeens bedekt een hand mijn mond en trekt me mee de duisternis in. 3 vrienden, 1 uitgang Elke zaterdag een nieuw deel!