Ik hoef me niet om te draaien om te weten dat het gestalte achterin de gang me heeft gehoord. Ik hoor iets aan komen rennen en ik ga zo snel mogelijk de hoek om, stil doen heeft nu geen zin meer. Ik ren door de gang die eindeloos lijkt. Muren, deuren en ramen schieten aan me voorbij. Mijn haar valt voor mijn gezicht wat een groot deel van mijn zicht wegneemt. Vlug haal ik ze uit mijn gezicht en ontwijk ik nog net een muur die ik niet had gezien. Mijn benen beginnen te trillen van de inspanning. Ik heb al een tijdje niet gegeten en eigenlijk te weinig energie om te rennen, maar als ik stop ben ik er geweest. Ondanks dat ik zo snel mogelijk aan het rennen ben lijk ik het wezen achter me maar niet af te kunnen schudden.
Als ik bijna niet meer kan rennen kom ik weer in een bekende gang. Ik kan me in dat ene lokaal waar ik eerst zat verstoppen en wachten tot de kust weer veilig is. Als ik de hoek om ren kom ik abrupt weer tot stilstand. De vermoorde studente die Sam zo heeft toegetakeld staat in de gang en zodra ze me ziet komt ze naar me toe gestrompeld. Ik hoor op de achtergrond nog steeds het wezen dat de achtervolging op me heeft ingezet. Shit, ik zit in de val! Ik ren terug de hoek om en kijk naar mogelijke opties. Die zijn er niet veel. Er is maar een lokaal in deze hele gang en als die op slot zit kan ik geen kant meer op. Ik besluit niet lang te wachten en haast me naar de deur van het lokaal. Als ik er aan trek gaat hij niet open. ''Shit, ga nou open.'' smeek ik. Net als ik verloren lijk te zijn schiet de deur open en ren ik naar binnen voor ik hem sluit en hem achter me dicht doe.
Ik ga met mijn rug tegen de deur aan staan en kijk schichtig om me heen. Waar kan ik me verstoppen? Ik heb twee opties. Nummer een is in een ijzeren kast, waarschijnlijk een kluisje. Of ik kan die ventilatieschacht proberen die net groot genoeg is om erin te kruipen schat ik. Na kort te hebben getwijfeld besluit ik dat mijn kansen het grootst zijn als ik voor de ventilatieschacht kies. Ze zullen me daar minder snel vinden en veel minder snel kunnen pakken dan als ik me in dat kluisje verstop. En als dat kluisje plateaus heeft pas ik er niet in en heb ik geen tijd meer om me ergens anders te verstoppen. Ik sprint naar de ventilatieschacht en kruip erin. Nog geen paar seconde later hoor ik de deur breken en de monsters naar binnen komen. Het is erg nauw en vies. Ik kan amper wat zien dus ik kruip puur op gevoel verder. Als ik eenmaal de hoek om ben weet ik dat ik ben ontsnapt. Alleen moet ik nog uit deze ventilatieschacht zien te ontsnappen, een weg terug is er niet.
Met het laatste beetje energie dat ik heb kruip ik door de ventilatieschacht. Het voelt alsof ik al uren met mijn knieën over het harde metaal kruip en mijn handen warmte verliezen aan het metaal. Net als ik bijna wil opgeven zie ik in de verte een straaltje licht naar binnen vallen. Ik kruip er naar toe alsof het het antwoord is op al mijn problemen en kijk nieuwsgierig door het rooster. Het licht dat mijn ogen binnen dringt voelt fantastisch, net alsof ik al jaren alleen maar het donker heb gekend. Als ik de omgeving in me opneem schiet er scheut van blijdschap door me heen. Ik ken deze plek!
Het is de bibliotheek waar ik ben geweest met Thomas en Ian. Misschien kan ik Ian Thomas en Matt vinden. Als ze nog in leven zijn. Mijn gevoel zegt me van wel, alleen bij Matt twijfel ik. Thomas zou best iemand kunnen vermoorden als hij boos is, maar daar ga ik niet van uit. Oké, ik ken de plek dus. De vraag is nu alleen hoe kom ik hier uit? Het rooster zit vastgeschroefd en een schroevendraaier heb ik toevallig niet bij de hand nu. Als ik wat verder op het rooster kruip om naar de bibliotheek te kijken begint het rooster het te begeven en breekt het. Ik val bijna naar beneden en probeer me nog vast te houden aan een gedeelte van het rooster dat blijft hangen, het overgebleven deel begeeft het ook als snel en ik val naar beneden. Mijn val word gelukkig gebroken door een tafel. Van de tafel is helaas niet veel over en van mijn rug ook niet.
Ik kruip zo snel mogelijk weg achter een boekenkast voor het geval het lawaai aandacht geeft getrokken van iets. Het liefst hoop ik dat Thomas of Ian het heeft gehoord en me vindt, maar dat lijkt me niet echt realistisch. Ik voel me niet echt veilig achter deze boekenkast als er iets binnenkomt en me vindt heb ik een groot probleem. Ik kan niet vluchten, wat ook een van de redenen is dat ik me niet beter kan verstoppen omdat ik mijn enkel weer verzwikt heb bij de val. Mijn enkel had het laatst al zwaar te verduren dus ik kan me beter maar even rustig houden.
Hoe dom het ook klinkt met de boeken die om me heen over de grond verspreid liggen, die vast naar beneden zijn gekomen door de klap, bouw ik een fort om me heen. Ik stapel boek na boek op, rij na rij om me toch wat meer verschuild te voelen. Als ik klaar ben bekijk ik mijn kunstwerk. Niet slecht voor iemand die al even niet meer heeft gegeten, bijna geen energie meer heeft en amper kan staan. Ondanks dat het zo zwak is als een brug van blokken voel ik me toch wat veiliger. Je kunt me niet meer zo goed zien en ik kan hier even herstellen van mijn val. Als ik tegen een van de muren aan ga zitten die tegen een boekenkast is aangebouwd, valt mijn oog op een geschreven briefje. Als ik het oppak gaat mijn hart wat sneller slaan. Ik ken dit handschrift, het is van Thomas!
JE LEEST
exit
HorrorIk ren door de gangen zonder om te kijken. Zou het me nog volgen? Ik kom aan in een gang die doodloopt. Is dit het einde? Opeens bedekt een hand mijn mond en trekt me mee de duisternis in. 3 vrienden, 1 uitgang Elke zaterdag een nieuw deel!