19

111 8 4
                                    

Ik twijfel geen seconde en sla op de vlucht voor wat zich achter me bevind. Ik ren voor de zoveelste keer weer door de gangen. Er lijkt geen einde aan het vluchten voor monsters te komen. Tijdens het rennen loop ik bijna recht tegen het monster aan dat ik al zo vaak heb gezien, maar om de een of andere reden volgt ze me niet na mij gezien te hebben. Ik besluit om er niet verder bij stil te staan en ren verder. Het is doodstil en het enige dat je hoort is het kraken van de planken onder mijn gewicht terwijl ik door de gangen sprint. Ik weet nog net te voorkomen dat ik door mijn enkel ga en breng mezelf in veiligheid. Als ik niks meer hoor stop ik met rennen om even tot adem te komen.

''Wie is dat vreemde monster toch?'' zeg ik zachtjes in mezelf. ''Dat is mijn zuster.'' hoor ik iemand antwoorden. Ik schrik van het feit dat een onbekende stem tegen me praat. Ik kijk rond me heen om vervolgens de geest van een jongen aan te treffen. Vergeleken met de andere wezens die zich hier allemaal bevinden ziet hij er nog menselijk uit. De jongen heeft zwart haar en lijkt zijn school uniform te dragen, een witte blouse met korte mouwen en een broek. De jongen heeft een vriendelijk gezicht en ik schat hem een jaar of zestien ''Dat monster is mijn zuster'' herhaalt de geest. Ik weet niet goed wat te zeggen, maar om de een of andere reden weet ik dat ik niet bang voor hem hoef te zijn.

''Wie ben jij'' vraag ik voorzichtig. ''wie ik ben doet er niet echt toe. Ik ben de broer van wat jij een 'monster' noemt.'' zegt de jongen uitdrukkingloos. ''Het spijt me?'' zeg ik twijfelachtig. ''Nee, het geeft niet. Als ik in jouw situatie zou zitten zou ik precies hetzelfde denken.'' zegt de geestenjongen en loopt van me vandaan. Ik blijf staan en kijk hem na. Als hij ziet dat ik hem niet volg komt hij tot stilstand en kijkt me aan. ''Kom je nog? Ik moet je iets laten zien.'' Zonder erover na te denken vertrouw ik hem volledig en volg hem. Het is raar om een geest te zien lopen, ik had eerder verwacht ze zouden vliegen. Toch geeft het me een beetje het gevoel ik niet meer alleen ben nadat ik Ian en Thomas ben kwijtgeraakt.

Hij leidt me naar een deur die uitkomt op een klein hok. Hij gebaard dat ik moet volgen en loopt door de muur heen. Als ik bijna tegen de muur aan loop besef ik me dat ik dat niet kan en besluit ik de deur te gebruiken. Ik doe hem open en kom in een smal kamertje terecht. Het lijkt wel het hok van de conciërge. Er staan wat schoonmaak spullen, camera's, gereedschap, wat EHBO-dozen en.... een koelkast! Alsof mijn leven er vanaf hangt loop ik naar de koelkast toe en bekijk de buit. Er staat wat oude cola in en een pak koekjes. De conciërge zal deze voorraad wel hebben voor studenten die flauwgevallen waren. Ik pak de koekjes en eet er een paar. De rest prop ik in mijn zakken. Ik drink de fles met cola half leeg en doe de dop er weer op. De fles zal ik moeten dragen. Bij noodgevallen kan ik hem altijd gewoon achterlaten en later weer op komen halen.

''Ik dacht dat je dat wel kon gebruiken.'' glimlachte de jongen. ''Ja, ik kan je niet genoeg bedanken, maar waarom help je me?'' vraag ik. ''Ik volg je al een tijdje. Je bent zeker niet de eerste die hier is gekomen, maar ik hoop wel de laatste. Jij hebt iets wat al die andere mensen niet hadden, iets speciaals. Jij zou haar kunnen verlossen van de vloek en deze school en mij kunnen bevrijden.'' ratelt hij aan een stuk door. ''Wat is er dan met al die andere mensen gebeurd die hier ook vastzaten?'' de jongen zucht. ''Ze zijn allemaal dood. Ze gaven het op, pleegde zelfmoord, of stierven van de honger en dorst. Ze konden niet meer helder na denken, draaide compleet door. Jij bent een van de weinige die nog volle verstand heeft.

Ik laat het even bezinken voor ik meerdere vragen ga stellen. ''Kun je me vertellen wat er is gebeurd?'' vraag ik nieuwsgierig. ''Ik kan je niet alles vertellen, ik kan je helpen, je soms tips geven, maar je zult er zelf achter moeten komen.'' Ik knik. ''En mijn vrienden, zijn ze oké?'' hij kijkt me even strak aan voordat hij antwoord geeft. ''Daar kan ik helaas niks over zeggen het spijt me, daar zul je zelf achter moeten zien te komen.'' een zenuwachtig gevoel nestelt zich in mijn maag bij het horen van dat antwoord. ''Geef de moed niet op Naomi.'' zegt hij bemoedigend. ''Hoe weet je mijn naam?'' vraag ik blozend. ''Zoals ik al zei, ik volg je al wat langer.'' Ik kijk hem onzeker aan. ''Mag ik misschien dan ook jou naam weten?'' hij kijkt even omlaag voordat hij antwoord geeft. ''Het doet er niet toe, althans niet meer.'' ik knik en staar naar mijn versleten broek.

Na een tijdje gezwegen te hebben begint de jongen weer te lopen. ''Kom volg mij, ik moet je nog wat laten zien.'' ik kijk nog even naar het armbandje van Ian en Thomas die inmiddels zijn glans ook verloren lijkt te zijn in deze vreselijke plek voor ik opsta en de geest volg. ''Ik moet je een plek laten zien die erg belangrijk is, maar vaak niet werd gevonden door andere mensen die hier ook vastzaten.'' We staan voor een houten deur, die in tegenstelling tot de rest nog vrij nieuw lijkt. Ik probeer hem te openen, maar open krijg ik hem niet. ''Hij zit op slot.'' zeg ik somber. ''Weet ik, het sleuteltje ligt boven op de deur als je goed kijkt.'' mijn blik valt op een klein zilver sleuteltje dat boven op de deur ligt. Ik pak hem op met de cola fles onder mijn arm en duw hem in het slot. Ik draai hem totdat ik een zachte klik hoor en de deur uit het slot valt. ''Dankje, uhh...'' hij ziet dat ik ongemakkelijk wegkijk. ''Liam, mijn naam is Liam.'' zegt de geest voordat hij verdwijnt.


exitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu