10 ~ Fallon - Buiten

345 17 1
                                    

Lief dagboek,

Ik lig nu een paar dagen in het ziekenhuis. Na de uitbarsting van mijn moeder de vorige keer is ze gelukkig niet meer langsgekomen. Amber zit zo ongeveer dag en nacht bij mij en is zelfs een keer blijven slapen. Klaus kom ook regelmatig langs met een zak bloed. Ik zit gelukkig niet meer aan een infuus, alleen ik moet nog door allemaal testen van wat er met mij aan de hand is.

'Goed nieuws Fallon.' Er komt een zuster de kamer in gelopen. 'Je mag morgen weer naar huis.'

Ik glimlach zwakjes omdat ik niet weet of ik wel zo een zin heb om weer naar huis te gaan. Ik heb geen zin in het gezeik van mijn moeder en mijn zus Stacey. Laat me gewoon vluchten van Bonaire! Ik ben alleen in de kamer omdat al mijn vriendinnen op school zitten. Ik hoop dat Klaus straks langskomt omat ik honger begin te krijgen. In de kamer liggen helaas geen bloedzakken, anders had ik er even een genomen.

Gelukkig komt na een tijdje Klaus de duur ingelopen. De guur van bloed word sterker. Eindelijk! Klaus gooit een bloedzak naar me toe. Ik prik met een rietje in de bloedzak en begin te drinken.

Als de zak op is gooi ik hem in de prullenbak. 'Ik mag morgen weer naar huis.' Zeg ik.

Klaus kijkt bedenkelijk. 'Dan moet ik je maar leren om goed om te gaan met het controleren van bloed. Ik vraag wel even aan een zuster of ik je mee naar buiten mag nemen.'

Klaus loopt de kamer uit. Ik krijg een glimlach op mijn gezicht omdat ik na een paar dagen eindelijk weer naar buiten mag. Helaas schijnt de zon niet, dan had ik lekker in de zee kunnen zwemmen.

Na een paar minuten komt Klaus terug met een rolstoel.

'Ik rol je tot we van het ziekenhuis terrein af zijn, dan mag je lekker zelf lopen. En oja, ik moet voorzichtig met je doen omdat je nog zwakjes bent.' Zegt hij sarcastisch. Hij gooit een shirt en broek naar me toe die in de kast hangen. Klaus loopt de kamer uit en ik kleed me om.

Net als ik wil opstaan komt er een zuster aangelopen.

'Ik help je wel even met in de rolstoel komen.' Zegt ze.

De zuster denkt natuurlijk dat ik nog amper kan staan. Stiekem ben ik al een paar keer door de kamer heen gelopen als ik alleen was. Ik verveel me vaak dood in zo een saaie ziekenhuis kamer en word er gek van als ik ook nog eens niet mag lopen.

Klaus rolt de rolstoel naast het bed en de zuster ondersteund me zodat ik niet val. Als ik eindelijk in de rolstoel zit rolt Klaus me het ziekenhuis uit. Eindelijk weer naar buiten!

Klaus zet de rolstoel tegen een boom en we lopen naar het stand toe. Het voelt heerlijk om die frissen buitenlucht in te ademen. Ik plof neer in het zand.

'Je hebt geluk dat de zon niet schijnt.' Zegt Klaus. Ik kijk hem vragend aan.

'Als de zon schijnt verbranden vampieren. Er zijn wel heksen die met spreuken sieraden kunnen maken waardoor je niet verbrand, maar op Bonaire leven geen heksen. Er leven sowieso niet veel speciale wezens hier.'

'Bestaan heksen dan ook?' Vraag ik enthousiast. Het is natuurlijk wel jammer dat ik verbrand in de zon, maar ik vind vast ooit wel een heks die zo een sieraad voor mij kan maken. Tenminste dat hoop ik.

'Ja!' zegt Klaus. 'Helaas ben ik er nog nooit een tegengekomen. Heksen leven vaak afgezonderd. Niemand weet waarom. De kans dat je er ooit een vind die ook nog eens een vampier wil helpen is klein.'

Ik kijk naar de wolken. Het ziet eruit alsof het zo gaat regenen. Ik hoop dat ik wel ooit zo een heks vind, ik wil niet nooit meer lekker van de zon kunnen genieten!

'Zijn vampieren eigenlijk net zoals in de boeken? Die enge dracula mensen?' In boeken heb je altijd vampieren die geen spiegelbeeld hebben met een enge keep om en die niet tegen knoflook en zilver kunnen.

'Nee. Vampieren lijken op mensen zodat ze beter kunnen jagen. Het is eigenlijk hun schutkleur. Wel kunnen we niet tegen knoflook, dan verbranden we ook, net als in de zon. Je kan dus ook nooit bloed drinken waar knoflook in zit, een kleine hoeveelheid is niet erg. Dan genees je namelijk wel. We kunnen niet tegen ijzer. Als er een ijzeren voorwerp door ons hart word gestoken zijn we dood. Ook genezen we niet als we door ijzer een wond hebben. Je kan op meer manieren dood gaan hoor.'

Ik vind het jammer dat vampieren niet tegen knoflook zon en ijzer kunnen. Gelukkig heb ik wel een spiegelbeeld.

Ik ruik de geur van bloed en spring op. Klaus pakt mijn schouders vast omdat ik eigenlijk al meteen richting de geur van bloed wil gaan.

'Beheers jezelf.' Zegt Klaus rustig. 'Ga niet naar de geur van het bloed toe, denk aan andere dingen, ruik de geur van de zee.'

Ik concentreer me op de geur van de zee. Zo moet ik me dus controleren, aan andere dingen denken. Ik loop naar de zee toe en ga er met mijn voeten instaan. Ik voel kleine golfjes tegen moet enkels komen. Ik verlies de geur van het bloed en ruik nu alleen nog maar de geur van de zee. Ik merk dat mijn tanden net gegroeid waren en slik een keer omdat het lijkt alsof er allemaal water in mijn mond zit.

'Dat is je gif.' Zegt Klaus. Hij hoorde me waarschijnlijk slikken. 'Als je een mens bijt word hij vergiftigd en soms ook een vampier. Het kan ook dat hij aan het gif en bloedverlies dood gaat.'

Ik ben blij dat er gelukkig ook bloedzakken zijn. Anders zou ik misschien wel een mens moeten vermoorden met dat stomme gif van mij.

De zon breekt door de wolken en ik voel dat er een zonnestraal op mijn arm komt. Klaus rent snel naar met toe en haalt me uit de zon.

'Je moet weer terug naar binnen.' Zegt hij. 'Straks verbrand je nog.'

Weer een nieuw hoofdstuk! Sorry dat ik zo weinig upload maar ik doe mijn best om nieuwe hoofdstukken te schrijven, alleen ik weet steeds niet zo goed wat er moet gebeuren. Ik vind het altijd leuk om comments te lezen en votes zijn natuurlijk altijd welkom!

xoxo

MerdinaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu