Lief Dagboek,
Ik zit nog steeds in het ziekenhuis maar mag bijna weg, gelukkig. Ik hou het hier geen seconde langer meer uit! Ik ruik de hele tijd die geur van bloed, waardoor ik honger krijg maar ik kan natuurlijk niet drinken. Klaus heeft me gelukkig al geholpen met mezelf onder bedwang houden, anders zou de bloedzakken voorraad hier allang opzijn!
Ik word wakker van een geluid in mijn kamer. Ik zie dat het Klaus is. Net als ik wil vragen wat hij doet, spuit hij iets over me heen en ik val in een diepe slaap.
Ik word wakker en merk dat ik in een ijzeren kooi gemaakt van tralies zit. Ik sta op en bibber. Ik zie door de tralies heen dat ik in een bos zit.
‘Is ze wakker?’ Hoor ik een man zeggen.
Ik begin in paniek te raken omdat ik geen idee heb waar ik ben. De deur van de kooi gaat open en een man doet mij ijzeren handboeien om en trekt me daaraan mee.
‘Wat gebeurd er?’ Zeg ik.
‘Dat zie je straks.’ Is het enigste wat de man tegen mij zegt.
Ik loop met de man mee. Volgens mij zijn we in een bos. De stemming is griezelig. Ik heb het gevoel dat ik in een horror film zit en dat er elk moment een of andere moordenaar mijn hoofd eraf hakt.
‘We zijn er.’ De man laat mijn handboeien los om de deur van een andere kooi open te maken. Dit is mijn kans! Ik probeer weg te rennen. Al snel staat Klaus voor me neus.
‘Wat is er Fallon? Wil je terug naar je lieve zus en moeder?’ Hij grijnst. Ik wil hem voor zijn bek slaan, omdat hij weet dat mijn moeder niet lief is, maar dat lukt niet door de handboeien.
‘Laat me gaan.’ Ik kijk Klaus fel aan. Mijn buik rommelt en ik merk dat ik zin heb in bloed.
‘Heb je honger?’ Vraagt Klaus pesterig terwijl hij een bloedzak naar me toegooit. De bloedzak valt op de grond dus ik ga op mijn knieën zitten.
Ik begin te drinken maar spuug het uit omdat het lijkt alsof mijn keel verbrand. Ik gil en kramp in elkaar.
‘Sorry, er zat knoflook in het bloed.’ Klaus pakt mijn handboeien en begeleid me naar de kooi. Ik sta stil bij de deuropening. De zon schijnt volop in de kooi, dus dat betekend dat ik zou verbranden. Klaus doet mijn handboeien af en duwt me naar binnen. Er is een afdakje waar ik onder ga staan om niet te verbranden.
‘Luister Fallon,’ begint Klaus, ‘we gaan straks wat proefjes doen met jou omdat jij een vampier bent. We gaan kijken hoe je dood kan gaan en hoe je op bepaalde experimenten reageert. En als je het nog niet door had, ik ben geen vampier.’
Ik bal mijn vuisten en denk aan van alles waardoor ik uit deze verschrikkelijke kooi zou kunnen ontsnappen. Klaus pakt een ijzeren zwaard en gaat ermee door de kooi. Ik snap niet wat hij wilt doet dus ik stap naar achter. Ik sta nog maar net aan in de schaduw en het zwaard komt steeds dicht bij mij. Klaus grijnst gemeen. Opeens heb ik een idee. Vampieren zijn altijd super sterk dus misschien kan ik door deze kooi heen breken! Ik sla het zwaard uit de handen van Klaus en kom voor hem staan. Ik pak 2 tralies vast en probeer ze uit elkaar te trekken.
‘Denk je nou serieus dat we zo dom zijn? Lieve Fallon, we hebben je zoveel knoflook ingespoten dat je te zwak bent om je vampieren krachten gebruiken.’ Klaus bukt en pakt het zwaard weer op. ‘Wat kies je? Zon of mijn scherpe zwaard?’
Ik baal en doe weer een stap naar achter. Ik kies maar voor de zon omdat ik niet aan het zwaard van Klaus wil worden geregen. Ik tril als een gek en doe een stap naar achteren. Ik sta in de zon en wacht op het verschrikkelijke gevoel van mijn huid die gaat verbranden, maar er gebeurd niks. Het enigste wat ik voel is de warmte van de zonnestralen. Klaus kijkt vreemd en heeft net als ik geen idee wat er aan de hand is. Ik hoor toch te verbranden? De deur van de kooi gaat open en Klaus komt binnen gestapt.
‘Vertel,’ begint hij ‘waar heb je dat wat je van het verbranden beschermt verstopt?’
‘Weet ik veel.’ Ik kijk Klaus boos aan.
Hij duwt me op de grond en doet zijn handen om mijn nek. ‘WAAR IS HET!’ Hij klinkt boos, maar ik let er niet op. Wat bedoelt hij met wat je van het verbranden beschermt? Ik herinner me het gesprek tussen Klaus en mij op het strand. Hij zei iets over sieraden die heksen kunnen maken waardoor vampieren niet verbranden in de zon. Zou hij zo een sierraad bedoelen? Ik voel mijn buik knorren en heb de neiging om Klaus leeg te drinken, al gok ik dat hij knoflook op heeft waardoor mijn keel weer zou verbranden. Ik voel mijn mond weer waterig wordt van het gif. Ik kan hem op zijn minst bijten, dan word hij ook een vampier of gaat hij dood.
Klaus heeft nog steeds zijn handen om mijn nek en knijpt wat harder. ‘WAAR IS HET!’
‘Oké,’ lieg ik ‘hij zit om mijn arm onder mijn shirt.’
Klaus laat zijn handen van mijn nek en kijkt onder mijn shirt. Ik kom wat omhoog en bijt zo snel als ik kan in zijn arm. Klaus slaakt een pijnkreet en ik sta snel op. Een man komt de kooi in gerent en haalt Klaus weg. Ik draai me om en glimlach. Wat er was gebeurd weet ik ook niet, maar ik ben een vampier de tegen de zon kan! En volgens mij is dat best wel zeldzaam.
Dankje voor het lezen xo
JE LEEST
Merdina
VampireDit boek gaat over Nathlie (Mother Nature) en Fallon (zeemeermin vampier). Ze zijn allebei appart opgergroeit en ze moeten zich voorbereiden op een gevecht die komt ik Merdina. Ze hebben allebei pas net ontdekt dat ze niet zijn zoals alle andere men...