2 ~ Fallon

457 20 5
                                    

'Fallon, mag ik ook nog in de douche!' Hoor ik Stacey roepen
'Ik sta er pas net onder!' Schreeuw ik terug.
'Jij bent hier de gene die is geadopteerd hoor, ik bepaal. Mama, Fallon wil niet uit de douche!'
'Fallon ik stop het water hoor!' Schreeuwt mijn moeder. Weer dit gezeik. Zo gaat het al mijn hele leven lang. Ik ben de geadopteerde, ik doe minder goed mijn best, ik ben minder waardig. Het gaat maar door en door!
Ik heb geen zin om uit de douche te gaan, dus ik blijf nog even staan. Ik ben benieuwd of het water er ook echt wordt gehaald.
'Het water is afgesloten!' Roept mijn moeder.
De kraan gaat zachter. Ik houd mijn hand boven mijn hoofd en de kraan gaat weer harder. Als ik mijn hand naar beneden haal, stopt het water met stromen. Vreemd genoeg begint het water weer met stromen als ik mijn hand weer boven mijn hoofd houd.
Ik ben verbaast en stap de douche maar uit. Ik pak mijn handdoek en droog me af.

Op school vertel ik tegen Amber, een van mijn vriendinnen, hoe Stacey vanochtoed deed Het verhaal van de douche laten stromen terwijl hij uitstond laat ik weg. Ze zou me toch niet geloven.
'Je moet Stacey echt een keer op haar bek slaan. Ze doet dit elke keer weer en altijd ben jij die pineut.' Zegt ze.
'Ja, ik weet het, maar ik kan niet tegen hun op.' Antwoord ik.
'Meiden is er iets wat jullie met de klas willen delen?' Vraagt de leraar.
'Nou, eigenlijk wel.' Zeg ik als grapje. Als ik verder wil vertellen onderbreekt de leraar mij.
'O, oké. Nou, we gaan verder met de les. Wat betekend het begrip recreatie Amber?' Dat vraagt hij natuurlijk expres omdat hij weet dat Amber het antwoord niet weet.
'Nou meneer, recreatie betekend niet creatie maar het tegenovergestelde...'
'Stop maar Amber, ga maar 3 keer de begrippen lijst overschrijven, aan het einde van de dag wil ik hem bij mij ingeleverd.'
Lachend pakt Amber een blaadje en begint met overschrijven.

'S Avonds na het eten moet ik weer eens afwassen.
'Waarom moet Stacey nooit afwassen?' Vraag ik.
'Omdat Stacey een beter persoon is dan jij bent, veel beter haar best doet en dus wel wat vrije tijd verdient.' Zegt mijn moeder. Weer zo een opmerking. Stacey staat met een gemene glimlach achter haar. Het liefste wil ik naar boven rennen, maar als ik dat doe heb ik waarschijnlijk een maand huisarrest. Zuchtend begin ik aan de afwas.

Lief dagboek,
Ik word helemaal gek van Stacey en mijn moeder. Ik moet alles doen. Ik zou nu ook met mijn vriendinnen kunnen zijn op het strand. Snorkelen in de mooie zee van Bonaire. Maar nee hoor, ik moet weer afwassen en andere dingen waar ik helemaal geen zin en tijd voor heb. Ik moet ook nog aan mijn schoolwerk! Als ik mag verhuizen doe ik dat gelijk. Zolang ik maar weg ben uit dit huis. Ik kijk nu al uit naar een douche die langer dan 5 minuten duurt. Als ik nou mijn echte moeder of vader zou ontmoeten en bij hun zou mogen wonen, zou ik vast veel beter worden behandeld. Ik voel me hier altijd als een soort van slaaf. Ik ben benieuwd waar mijn echte ouders wonen. Zouden die ook zoals ik in Bonaire zijn?

'Fallon! Pak een beker water voor me.' Roept Stacey.
Ik loop naar de keuken en schenk een glas water in. Daarna loop ik naar Stacey en geef het aan haar.
'Ik wou geen glas, ik wou een beker.' Zegt ze.
Boos sla ik het glas uit haar handen en hij valt stuk op de grond. Stacey pakt een stukje glas op en snijd zichzelf daaraan.
'Stom mens!' Schreeuwt ze. 'Kan je niet uitkijken! Nu bloed ik!'
Ik kijk naar het bloed en heb op een of andere manier de neiging om het op te likken.
'Hallo, luister je wel!' Zegt Stacey en geeft mij een duw.
Ik verlies mijn evenwicht en stap met mijn voet in het glas.
'Au!' Zeg ik en ga op de bank zitten. Ik kijk naar mijn voet en zie dat er een snee in zit. Ik veeg het bloed weg en zie dat de snee langzaam wegtrekt. Ik schrik en loop de woonkamer uit.
'Je moet het glas nog opruimen.' Zegt Stacey.
Boos draai ik me om. Ik ben veel bozer dan normaal en schreeuw tegen haar 'Ruim zelf maar een keer op! Je commandeert mij altijd terwijl je zelf op je luie reed blijft zitten. Ik ben het zat! Doe zelf maar eens iets, laat niet altijd alles door mij doen!' Ik sla de deur achter me dicht en ga naar mijn kamer.

Op school gaan we gymmen. We leren om ons af te zetten zodat je een snelle start voor een sprint kan maken. Ik en een paar andere staan in de start positie naast elkaar klaar. Als de lerares op haar fluitje blaast zetten we ons af. Na nog geen 10 seconden sta ik aan de andere kant van het veld. Achter me zie ik dat de rest nog geeneens halverwege is. De mensen die aan het rennen waren stoppen met rennen en ik kom terug gelopen.
'Zagen jullie dat?' Vraag ik.
'Ja' zegt een jongen 'hoe sprint jij zo snel, dat is toch niet mogelijk?'
'Ik heb geen idee.' Zeg ik verbaast en ga op de grond zitten.
Amber komt naar mij toegelopen en komt naast me zitten. 'Gaat het?' Vraagt ze en slaat een arm om mij heen.
Ik kan wel janken, ik wil dat mijn leven gewoon weer gewoon wordt, al die dingen die er met mij gebeuren. 'Het gaat wel, ik ben gewoon een beetje verward van alles wat er gebeurt.'

De volgende dag op school gaan we met de bus een paar dagen weg. Ik heb in de ochtend 5 broodjes gegeten, maar nog steeds heb ik honger. Ik snap er niks van, steeds heb ik die vervelende honger.
Maar daar wil ik me nu even niet druk om maken. Ik ga lekker plezier maken op mijn school uitje!
Als de bus er is stap ik snel in om een goede plek te krijgen. Als iedereen in de bus zit begint de bus te rijden.
'Volgens mij zijn Emma en Mandy over mij aan het roddelen, ik hoor de hele tijd mijn naam.' Zegt Amber die naast me zit.
'Ik ga even opletten.' Antwoord ik.
Ik luister geconcentreerd naar het gesprek van Emma en Mandy. Het lijkt wel of ik naast hun zit, zo hard hoor ik hun praten.
'Ze praten gelukkig best wel hard.' Zeg ik.
Amber kijkt me raar aan. 'Ze fluisteren.' Zegt ze.
Weer gebeurd er zoiets vreemds. Nu kan ik hun gesprek afluisteren van een best wel grote afstand!
Ik ga weer geconcentreerd naar hun gesprek luisteren en hoor wat ze allemaal zeggen.
'Ze zeggen dat jij altijd met alles moet opscheppen en de beste wil zijn. Dat deze reis daarom helemaal niet leuk gaat worden.' Zeg ik, 'Maar volgens mij zijn ze gewoon jaloers dat jij goede cijfers haalt.'
'Zie je wel dat ze over me roddelen, stomme mensen.' Antwoord Amber.
Na een tijdje zegt ze: 'Hoe kon je dat eigenlijk allemaal horen?'
Ik ben eerst even stil. Dan zeg ik: 'Waarschijnlijk omdat ik goede oren heb.'
Zelf weet ik ook wel dat dat niet klopt, maar ja, wat moet ik anders zeggen. Dit kan toch helemaal niet! Alles wat gebeurt.
'Ik denk dat ik dan maar eens mijn gehoor moet laten checken.' Zegt Amber verward.
Ik glimlach terwijl ik eigenlijk super verdrietig ben. Ik kan er niet tegen dat ik niet weet wat er met me gebeurt. Ik pak een broodje uit mijn tas omdat ik nog steeds honger heb. Ik begin te eten maar de honger gaat niet weg.
'Had je niet ontbeten?' Vraagt Amber. 'We zitten namelijk pas een kwartier in de bus en je eet je brood nu al.'
'Nee,' zeg ik, weer een leugen. 'ik had te veel haast.'
Amber lacht en gaat op haar mobiel.

MerdinaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu