~~~ 4 ~~~

4.2K 175 9
                                    

'En wat als ik geen honger heb?'

'Kom, je gaat eten.'

'Ik heb geen honger.'

Hij loopt naar me toe en trekt me mee naar beneden. Ik stribbel wel tegen maar ik weet eigenlijk wel dat het geen zin heeft.

Hij duwt me een keuken in. Het is een ruime keuken en er staat een ronde tafel in met vier stoelen. Hij duwt me op een stoel. 'Blijf daar' zegt hij.

'Of anders?'

'Of anders bind ik je vast.'

Ik sla mijn armen over mekaar en zak een beetje onderuit. 'Mooi zo' zegt hij.

Hij pakt twee borden eten en zet er één voor mij neer. 'Eet' zegt hij terwijl hij tegenover me gaat zitten.

Ik schuif het bord van me af. 'Eet kitten' zegt hij.

'Nee, ik heb geen honger.'

'Je draagt een pup.'

'En dus? Misschien krijg ik wel een miskraam. Zou ik heel fijn vinden. En jij ook.'

Hij zucht. 'Luister kitten, mij gaat net niet om de pup maar om jou. Je moet eten. Alsjeblieft.'

Ik eet een paar happen en schuif het bord weer van me af. 'Kitten please' zegt hij.

Ik kijk hem rustig aan. 'Eet' zegt hij, 'dit is niet genoeg.'

'Ik eet überhaupt niet veel. Dit is genoeg voor mij.'

Hij staat op en pakt mijn lepel. Hij duwt die in mijn mond. 'Je eet' sist hij, 'of je krijgt niets meer.'

Ik eet maar tegen mijn zin in. Hij gaat weer zitten. 'Mag ik dan nu je naam weten' vraag ik.

'Nee want dan wijs je me af.'

'Daarvoor moet ik je hele naam weten.'

'Goed dan, alleen mijn voornaam. Geen achternaam. Alleen...'

'Jaja, alleen je voornaam.'

'Darren.'

Ik knik. 'Goed' zegt hij 'waar kom je vandaan?'

'Waarom zou je dat willen weten?'

'Kitten alsjeblieft.'

'Goed dan, Fullmoonroedel. En dit is?'

'Whitemoonroedel.'

'Oké, en je laat me gewoon in die kamer achter?'

'Tot jij besluit niet meer van me weg te rennen.'

'Dat blijf ik doen. Bij de rogues moesten ze me ook vastbinden anders ontsnapte ik en ging ik naar mijn broertje.'

'Hoe lang was je bij de rogues?"

'Zes jaar. Eerste twee jaar werd ik opgesloten.'

'Twee jaar?'

'Ja.'

'Waarom paat je er niet over?'

'Omdat jij mij geen informatie terug geeft.'

'Oké, ik stel een vraag dan jij.'

'Deal, eerst ik nu. Hoe oud ben je?'

 'Vijfentwintig. En jij?'

'Tweeëntwintig. Heb jij nog familie?'

'Mijn ouders en een zusje. En jij alleen nog je broertje?'

'Ja. Waarom wil jij mij als mate terwijl iemand me al meerdere keren heeft genomen?'

'Omdat ik een mate nodig heb. De roedel heeft een Luna nodig. Waarom wil jij dood?'

'Ik wil dit leven niet meer. Waarom heb jij zoveel vragen?'

'Waarom wil je dit leven niet meer?'

'Hey, eerst mijn vraag beantwoorden hé?'

'Ik wil gewoon dingen over je weten, daarom heb ik zoveel vragen.'

'Oké, ik wil dit leven niet meer omdat... mijn broertje lijkt mijn broertje niet meer.'

Hij knikt. Hij staat op, 'ik breng je naar je kamer.'

Ik zucht en sta op. Hij loopt voor me uit naar boven. Maar hij brengt me naar een andere kamer dan eerst. Hij opent de deur en houd die open. Ik kijk hem verbaasd aan. 'Wat' vraagt hij, 'ik geef je een betere kamer kitten. Wees dankbaar want normaal doe ik dat niet.'

Ik loop de kamer in.

'Probeer niet uit het raam te springen want ten eerste zit die op slot en ten tweede laat ik wachters buiten patrouilleren 's nachts.'

Ik knik langzaam. 'Er hangt wat kleding in de kast, tot morgen kitten.'

'Tot morgen.'

Hij sluit de deur en doet die op slot. Ik luister naar zijn voetstappen. Als die weg zijn ga ik op het bed zitten. Ik kijk de kamer rond.

Op de grond liggen houten planken en onder het bed een groot wit kleed wat er aan alle kanten ruim uitkomt. De muren zijn lichtblauw en de deuren zijn wit. Tegen de rechtermuur staat het bed. het is een groot houten bed. Het matras, de dekens en de kussens zijn heerlijk zacht. De bedovertrek is lichtgrijs net als de kussens. Op het voeteneinde ligt een witte wollen deken. Naast het bed staat aan iedere kant een nachtkastje van lichtgekleurd hout. In de achtermuur zitten twee ramen die uitkijken op het bos. Er hangen grijze gordijnen naast. Naast de deur staat een lage witte ladenkast.

Tegenover het bed zit dus een witte deur. Ik sta op en open die.  Er zit, zoals ik al verwachte, een badkamer achter. Er liggen witte tegels op de grond. Eén derde van de muur is betegelt met lichtblauwe tegels en de rest met witte tegels. Er is een hoekdouche en een bad. Er is een grote spiegel boven de wasbak en de wc zit ernaast.

Ik ga weer terug en open de lades van de kast. Er ligt kleding in. Niet veel maar het is ten minste kleding. Ik kijk even naar buiten. Het is begonnen te schemeren. Ik pak een T-shirt uit één van de lades die veel te groot is en een zwart broekje. Ik kleed me om en doe de gordijnen dicht. Ik ga in bed liggen en bedenk nog eens hoe het was de eerste paar dagen bij de rogues.

pregnant rogueWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu