Hoofdstuk 29

954 74 17
                                    

"Rustig gozer. We komen in vrede. Nou voor zover dat kan" riep Carlos. "Jaja" zei de mannenstem. "Echt hoor!" Riep Carlos. "We zoeken een team. Ik kom uit de Savanne en deze gozer, hij wees naar Juriaan de andere verkenner, komt uit het deel water. We kwamen elkaar tegen toen we opzoek waren naar een team. We kwamen elkaar in het woud tegen." "Vertel mij alles dat jullie weten!" Beval de leider. "Dan mogen jullie misschien blijven leven" "Prima!" Zei Carlos. Ging hij ons serieus verraden? "Nou we wilden ons eerst aansluiten bij het team woud, maar op het moment dat wij aankwamen, zaten ze in een hevige ruzie. Je wil echt niet weten hoe ze eruit zagen. Ze hadden lintjes in hun haar. Dit had te maken met hun vechtstrategieën. Het lintje in hun haar betekent aanvallen. Om hun arm betekent terugtrekken en om hun enkel betekent afwachten." Gelukkig Carlos redde ons. Hij verraadde ons niet! "Meer, vertel meer!" Riep de leider. "Vertel wat over de ruzie" "Wat ik weet is dat de ruzie ging over voedsel. Over voedsel! De een had meer voedsel dan de ander. De leiders aten meer dan de rest. Dat zorgde voor oproer." "Wat een slechte leiders!" Riep de leider van dit deel. "Ik geloof jullie nog niet helemaal. Vertel mij hoe de leiders eruit zien. Eva kom! Luister naar deze jongen en vertel mij of ze de waarheid vertellen." "Oké" fluisterde het meisje zachtjes. "De jongen ziet er als volgt uit en het meisje zo:

 "De jongen ziet er als volgt uit en het meisje zo:

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Carlos gaf een perfecte beschrijving van ons. Hij had geen andere keus. "Klopt meneer" zei het meisje. "Precies zoals ik mij herinner." "Jullie spreken dus de waarheid...." zei de leider. "Mhh... Vertel nog 1 ding. "Ze bestaan uit een grote, maar zwakke groep." Zei Carlos met volle overtuiging. "Ze zien er allemaal ongeveer zo uit." Hij wees naar een zielig jochie dat ergens in de buurt stond. Dunne beentje, weinig spieren. "Hahaha" bulderde de leider. "De leiders zijn sterker, gespierder, maar dat zijn de sterksten." "Dankje jongen voor de informatie. Ik kan je bij het team laten, maar ik ben te lui. Wachters!" Twee wachters pakten hun werpsterren vast en gooiden. NEEE! Dacht ik. Ik deed mijn ogen dicht. Toen ik ze opende lagen Carlos en Juriaan dood op de grond. Een traan ontsnapte uit mijn ooghoek. Carlos was een goede jongen. Juriaan ook... Ze waren voor het team gestorven. "Ruim ze op!" Klonk het. De jongens werden weggesleept. "We gaan slapen!" Riep de leider.
De verkenners en ik wachtten een uurtje. Ik was helemaal stijf geworden en te verdrietig om ook nog maar aan iets te denken. Een van de verkenners kwam me halen. Ik had werkelijk waar geen idee wie. Ik was in shock. De terugweg werd er niks gezegd. Bij het kamp aangekomen rende ik naar Ian toe en begon geruisloos te janken. De overgebleven verkenners kwamen al snel. Ian hield mij vast en wiegde mij zachtjes heen en weer. De verkenner vertelden ondertussen het hele verhaal. "Laten we de rest deze vreselijke dood mededelen." Begon Ian te praten.

Iedereen was bijeengekomen. Ian vertelde. Ik stond er een beetje naast, in het niet te staren. "Ze zijn gesneuveld voor ons! Ze hebben een daad bewezen!" Klonk Ian zijn stem. Krachtiger dan ooit tevoren. Hij sprak iedereen moed in. Iedereen geloofde in een overwinning. Ik. Ik voelde me vreselijk.

Na een vreselijke nacht stond ik op. Ik begon mijn frustratie en verdriet eruit te vechten. Links, rechts, links, rechts.

"ETEN!" Klonk het. Ik sjokte naar het voedsel toe. Ik at wat en sjokte naar een boom. Ik ging zitten tegen de stam. Wat moesten ze toch met een wrak van een leider. Ik zou mij niet laten kennen! Ik zou vechten voor mijn vrienden! Ik voelde me weer herboren, na mijn eigen inzicht. "Jongens, vooruit met de geit! Doe wat! Maak je klaar! We vertrekken zo! Bereid je voor op een gevecht. Hun vechtstrategieën zijn zwak. Ze verdelen hun groep op in twee delen. De een is de achterhoede en één de voorhoede. Ze denken dat ze ons te pakken krijgen, maar dat lukt ze niet. Kom op we gaan!" We begonnen te lopen. Het moment was daar. Het laatste gevecht zat eraan te komen. We liepen in drie groepen. De eerste groep zou wachten vanaf de kant van het woud en zou van voren aanvallen. De ander groep zou in de rug komen en de laatste groep zou vanaf de kant van het water komen. Hierdoor zou de groep alleen nog maar naar de kant van de savanne kunnen en wat ze zelf gezegd hadden, konden ze beter tegen de kou. Het plan liep uitstekend. De groep die vanachter kwam, zou als eerste aanvallen. Daarna kwam de groep van de zijkant en tot slot kwam mijn groep.

Mijn groep stond in de aanvalspositie. We hoorden geschreeuw. Het geweld barste los. De delen brokkelden sneller af. Ze werden kleiner. Een muur dreef je naar elkaar toe. Het gevecht was 80 tegen 100 man. Dit moesten we kunnen winnen. Langzaam werden de eerste personen zichtbaar. Dit waren de tegenstanders. Dat zag je, omdat ze geen lintjes om hun bovenarm hadden. Aanvallen dus. Ik stormde uit de bosjes. En rende en rende. Ik schoot een paar pijlen. Eentje ging recht door het hoofd van de tegenstander. Deze tegenstanders zouden alles voor hun leider doen. Ik dacht aan Carlos. Een woede borrelde in mij omhoog. Ik schoot sneller en vaker. Ik zag één op één gevechten. Deze werden gewonnen door de tegenpartij. Met werpsterren en pijl en boog waren wij beter. De wolven en andere dieren kwamen helpen. Ze verscheurden de tegenstanders. Ik zag Ian in gevecht. Ik wist niet of hij aan de winnende kant stond, dus schoot ik een pijl. De tegenstander viel dood neer. Ik rende verder. Ik moest de leider vinden. Daar! De vrouwelijke leider. Zij was in gevecht met Maartje en Caden. Broer en zus. Er kwamen twee ander boogschutters uit mijn team aangelopen. Samen omsingelden wij haar. "3,2,1 vuur!" Riep ik. We schoten haar neer. Ik keek om mij heen. Overal lagen lijken. Sommige dood, andere zwaar gewond. Ik liep op een meisje af. Ze was gewond. "Waar is jullie leider?" Vroeg ik. "Je leven wordt makkelijker als je het mij verteld. Je kan je familie misschien weer terugzien." "Bomen." Fluisterde ze schor. Ik rende naar de bomen lijn toe. Het gebied van de vijand. Ik zag de leider... Hij mij ook....

-------------------------------------------------
HEHEY,
Sorry voor de cliffhanger, maar hierdoor wordt het wel lekker spannend! Ik wil jullie zeggen dat dit het een na laatste hoofdstuk is. Ik heb het laatste hoofdstuk al af, maar ik weet niet zeker of ik een deel 2 ga schrijven. Ik weet ook niet of ik het laatste hoofdstuk 'proloog' moet noemen of 'hoofdstuk 30'. Een proloog gebruik je vaak om een kijkje te nemen in de toekomst, 10 jaar later bijvoorbeeld, maar in mijn geval doe ik dat niet... Dusja, ik heb een klein/groot twijfelgevalletje.
Don't forget to follow, vote and comment!
Xx Lara

Kill Or Be Killed - Hazel ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu