Hoofdstuk 2

3.6K 123 2
                                    

TW: littekens
------------------------

Boos sla ik op mijn wekker. Ik heb geen zin in vandaag, maar ik moet. Ik stap uit bed. Als ik de badkamer in loop probeer ik de spiegel te vermijden. Helaas hangt de spiegel recht tegen over de ingang. Mijn bruine haar hangt al een gordijn voor mijn gezicht. Hoewel ik geen zin heb in het gesprek wil ik graag een goede indruk maken. Een douche is dus geen erg slecht idee. 

ik heb nog 20 minuten voor ik bij de Luna moet zijn. Ik begin op goede pas te lopen. Mijn huis staat aan de rand van het pack. Hier zijn nou eenmaal weinig mensen. De rit naar de Luna toe duurde lang dan ik had gepland. Dus als ik daar aan kom heb ik nog maar een paar minuten. De wachter kijkt mijn vragend aan, als ik uitgeput voor zijn neus sta. 

'Ik kom voor de Luna.' Weet ik met moeite uit te brengen. 'Je wordt al verwacht.' Zegt hij op een formele toon, en hij draait zich om. Op een haastig drafje volg ik hem naar binnen. We lopen door een doolhof van gangen en kamers, die de wachter op zijn duimpje kent. Gangen die ik hoopte nooit meer te zien. Uiteindelijk stopt hij bij een mooie grote deur hij duwt hem open, en geeft mij een teken dat ik eerst moet. Ik stap naar binnen en daar zit onze Luna. 

Ik heb haar maar een paar keer eerder gezien. Meestal bij het avond het eten, maar ik herinner me er niet veel meer van. Ik maak een diepe buiging. De Luna kijkt me vriendelijk aan en gebaart de ik moet gaan zitten. Ik neem plaats op een zachte bank tegenover haar. 'Het is goed hoor, James.' Zegt ze tegen de wachter. Ook hij maakt een kleine buiging en loopt daarna weg. 'Mevrouw Mea, lang niet gezien. Gaat alles goed met je?' ik knikt licht. 

'Ik moet zeggen je bent best snel na je zestiende verjaardag uit het packhuis verhuist.' Ze kijkt me verwachtingsvol aan alsof ze er een uitleg voor verwacht. Zodra ze ziet dat er niets gebeurt besluit ze over te gaan op een nieuwe tactiek. 'Wat is er nou precies gebeurt in het verleden tussen mijn zoon en jij?' 'Ik denk niet dat u dat wilt weten.' Zeg ik zo vriendelijk en zacht mogelijk. 

'Schat, mijn zoon heeft zoveel uitgevreten, niets kan mij nog verbazen.' Dat dacht u. 'Hij heeft veel veroorzaakt. Ik kan u een paar dingen laten zien. Maar er zijn ook nog twee gevolgen die je op het eerste gezicht niet zult zien.' Zeg ik aarzelend. De Luna kijkt me nieuwsgierig aan. De zelfde blik als de blik die Thomas wel eens heeft. 'Schik niet.' zegt ik, als ik mijn shirt een stukje omhoog trek. Een diep litteken komt tevoorschijn.

 'Weerwolven krijgen moeilijk littekens. Het was alsof het voor uw zoon een uitdaging was om mij met zoveel mogelijk littekens te versieren.' Mijn stem trilt bij de herinneringen. 'Hij heeft messen ingesmeerd met wolfsbane daar telkens mee gesneden. Op een gegeven moment wou het gewoon niet meer helen. Het heeft bijna jaar geduurd voor dat het echt goed genezen was.' Ik zie de Luna moeizaam slikken. 

'Ook heeft hij een keer met zijn Alfa stem mij bevolen om mezelf telkens te vernederen.' Ik stik in mijn woorden, en ben ook blij als de Luna het weer van  'Wat is het ergste wat hij heeft gedaan?' Ik laat mijn schouder zien. De Luna schrikt. Een groot vierkant litteken is zichtbaar. 'Hij de huid daar afgesneden. Tot het bod van mijn sleutelbeen zichtbaar was. Hij heeft me toen alleen gelaten.' De laatste zin komt er zo zacht uit dat alleen een weerwolf hem kan horen. De Luna trekt wit weg.

'Wat heeft hij je mentaal aan gericht.' Het is duidelijk dat ze niet meer tegen het aanzicht van de littekens kan. 'Twee dingen, Twee duidelijke dingen. De ene is een soort fobie, een trauma. Ik kan niet meer tegen aanraking. Ik kan dan niet meer stoppen met trillen en stuiptrekken. Alles wordt dan zwart voor mijn ogen. Ik zie alleen nog herinneringen.' Mijn ogen prikken. 'Alleen een kalmerend middel kan mij dan nog rustig krijgen. Het ziekenhuis is bezig met een onderzoek. Het gaat alleen wat moeizaam omdat ik niet tegen aanraking kan.'

 'En dat anderen?' vraagt ze voorzichtig. Alsof haar woorden mij kunnen breken. 'Ik heb geen wolfgeest meer.' Zodra ik de bruine ogen van de Luna naar een ijzige blauw zie veranderen, weet ik dat ik het beter niet had kunnen zeggen. 'Chase Blackhouse. Kom onmiddellijk naar beneden.' Binnen twee seconden staat mijn martelaar voor zijn moeder. Ik probeer me te verbergen achter mijn haar. 

'Hoe durf je? Hoe kon je? Wat heeft ze fout gedaan?' 'Moeder, het is niet mijn fout dat ze bestaat.' Dat had hij niet moeten zeggen. Een bom ontploft voor mijn neus.  'Jij idioot, jij.. jij.. dat ik jou hier op de wereld heb gezet. Dat je überhaupt nog een mate hebt. Was je van plan dit mij ooit te vertellen. Jij sukkel. Jij Monster!' Een luide kucht van James onderbreekt de woeste razernij van de Luna.  Ze kijkt hem geïrriteerd aan. 

'De Alfa wil u spreken.' 'Niet nu, ik ben bezig.' 'Het is dringend.' De Luna zucht, maar geeft een teken dat ze er zo aan komt. 'Ik ben nog niet klaar met jou. Nu naar je kamer! Nova, ga jij maar gewoon naar huis.' Samen met de Luna loop ik de deur uit. James wijst me weer de weg door dit wonderlijke gangen stelsel, en ik sta buiten.
Kalmeren lukt niet meer. Het zien van mijn oude vijand heeft te veel bij mij los gemaakt. En op dit moment is er maar één iemand waar ik heen kan om mijn hart te luchten.

'Heeft dokter Stilton nu een patiënt?' De vrouw achter de balie kijkt me ongeïnteresseerd aan. 'Hij heeft nu geen patiënt. Heeft u een afspraak?' Vraagt ze. Maar ik ben al weg. In de verte hoor ik haar nog na roepen. 'U kunt niet naar binnen zonder afspraak.' Maar alles in mijn lichaam negeert dat. Ik voel mezelf schokken, terwijl ik te probeer de mensen te ontwijken. Hier en nu een aanval kan nooit goed zijn. De dokters hebben het ooit getest. Hoe erg mijn trauma is. Maar zelfs als ik buiten bewust zijn ben, begint mijn lichaam nog steeds te trillen als iemand mij aan raakt.

De deur komt in zicht. Met trillende handen trek ik de deur open. 'Emilia, wat die jij hier?' Door zijn lieve stem breek ik. Ik begin te huilen. Iets wat ik mezelf heb verboden sinds mijn zestiende verjaardag. Ik mocht niet huilen, niet voor stomme dingen. Niet als ik het tegen kon houden. Ik voel mijn lichaam schokken. Maar mijn hoofd zit te vol met tranen om daar wat aan te doen. 

Ik besta niet | VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu